Wonen aan het Damsterdiep |
Als kind ben ik er regelmatig op familiebezoek geweest maar de schoonheid van het stadje is mij toen volledig ontgaan.
Appingedam is de eerste stad in de provincie Groningen die stadsrechten kreeg.
De tweede stad die de rechten kreeg is de stad Groningen, Stad zoals de Groningers
zeggen. Appingedam werd in mijn jeugd, en ook nu nog aangeduid als Daam. De
Groningers maken de klinkers graag een beetje langer. Stad en Daam is nog
steeds een begrip. De inwoners van Daam worden ook wel Damsters genoemd.
Zoals gezegd de eerste stad in de provincie Groningen is Appingedam. Hoe oud de
stad precies is is niet helemaal met zekerheid te zeggen. Er zijn voorwerpen gevonden
die gedateerd zijn rond 1100, maar de meeste vondsten zijn om en nabij 1140.
Het ontstaan van Appingedam was rond 1100 op een dijk langs
het Damsterdiep, in die tijd heette het water dat daar stroomde de Delf en had een
open verbinding naar zee. Op de dijk is een nederzetting ontstaan waar kooplui,
schippers en handwerkslieden zich vestigden en er ontstonden langs de
nederzetting handelswegen. Appingedam was is de Middeleeuwen een belangrijke plaats, de stad had een
centrumfunctie. Er zijn documenten uit 1224 waarin wordt gesproken over een vergaderplaats
en een belangrijke marktplaats. De Redgers (rechters) in de stad waren tevens notaris en
bestuurders van het gewest Fivelingo. Het bestuur en de rechtspraak werd in
1327 bevestigd door de vertegenwoordigers van de Zeven Friese Zeelanden.
Appingedam ontkwam niet aan de nodige overheersingdrift van lui
die hun macht wilden uitbreiden. Zo gebeurde het dat Georg van Saksen
(1471-1539) in 1514 Appingedam innam. Het werd een enorm bloedbad, een groot
gedeelte van de bevolking van de stad werd uitgemoord. Er kwamen zeker meer dan
1000 mensen om het leven.
Veel bewoners hadden hun toevlucht gezocht in de
Nicolaikerk maar het heeft ze niet geholpen. In 1536 was het weer raak, de stad
kwam toen onder belegering van Meindert van Ham, hij was een aanvoerder van
Karel van Gelre. Lang heeft de belegering niet geduurd, na een half jaar werd
Van Ham verdreven door Georg Schenk van Toutenberg (1480-1540), hij was
stadhouder van de Noordelijke gewesten onder Karel V. Van Toutenberg wilde heel Appingedam
laten slopen o.l.v. overste Hans Hesse, maar de Damsters wisten het totale
sloopwerk te voorkomen. Alleen de vestingwallen vielen ten prooi aan de sloop.
Nicolaikerk |
Appingedam had hier veel van te lijden en ging economisch behoorlijk
achteruit tot er rond 1630 weer een opleving kwam, straten werden vernieuwd er
werd flink gebouwd.
Langs het Damsterdiep werden kalkovens, steenbakkerijen en molens neergezet en
per jaar werden er ongeveer 50 zeeschepen bevracht. Er kwamen beurtdiensten op
Leer, Amsterdam en Sneek. De industrie kwam behoorlijk op gang en de stad kreeg een
zeepziederij, een lijmziederij, bierbrouwerijen, jeneverstokerijen, een
azijnmakerij, een zoutkeet, leerlooierijen en verschillende weverijen.
Het zag er goed uit voor de stad en omgeving maar in 1813 kwamen de
Fransen naar het noorden voor het beleg van Delfzijl en zij konden de voorraden
van Appingedam wel gebruiken, zij roofden alles leeg. Tegen het einde van de 19e
eeuw begon de economie weer aan te trekken en vooral de vee- en paardenmarkt werden
bekend en druk bezocht. In 1883 werd het voor de Damsters zelfs mogelijk om met de trein naar Groningen en Delfzijl te
reizen.
Appingedam begon zich daarna te ontwikkelen tot het industriecentrum van de regio er vestigden zich fabrieken o.a. een strokartonfabriek een
zuivelfabriek, een vlasfabriek en machinefabriek Borga, mij bekend omdat mijn vader daar regelmatig moest zijn voor zijn werk.
Na de Tweede Wereldoorlog werd buurstad Delfzijl een behoorlijke concurrent
van Appingedam. Delfzijl ontwikkelde zich zeer snel en werd de derde havenstad
van ons land. Appingedam kon deze groei niet bijhouden en langzamerhand kwam er
weer stilstand, veel winkels en fabrieken moesten hun deuren sluiten.
Gerechtsgebouw |
Vanaf 1972 heeft Appingedam het predicaat Beschermd Stadsgezicht en kreeg financiële en juridische
mogelijkheden om de stad, die toch wel aan verval onderhevig was, weer nieuw
leven in te blazen. In Appingedam ging men voortvarend aan de slag onder het
motto; Appingedam terug in de vaart. De
historische binnenstad is aangepakt en in de oude staat gerestaureerd, de
vaarrecreatie kwam op gang en dat alles maakt dat de stad aantrekkelijk is voor toeristen. Er zijn nieuwbouwwijken verschenen en ondernemers zagen weer een
toekomst in Appingedam.
Appingedam is zeer de moeite waard om een kijkje te nemen en te
genieten van de prachtige middeleeuwse panden, zoals de romaans-gotische Nicolaikerk uit 1225, het
oude Raadhuis in renaissancestijl uit 1630 en de synagoge. Tegenover het oude Raadhuis is het
Museum Stad Appingedam met twee theekoepels uit de 19e eeuw.
Theekoepel |
Interieur van de theekoepel |
In
het gebouw van de VVV is de Zilverkamer met een grote collectie zilver, Appingedam
heeft net als de stad Groningen veel zilversmeden gehad.
De synagoge is een bezoek waard en heel bijzonder zijn toch de wereldberoemde hangende keukens boven het Damsterdiep.
Synagoge |
De synagoge is een bezoek waard en heel bijzonder zijn toch de wereldberoemde hangende keukens boven het Damsterdiep.
Hangende keukens |
De middeleeuwse pakhuizen langs het Damsterdiep zijn op een gegeven
moment verbouwd tot woonhuizen, maar er was geen plek voor een keuken. De
Damsters zijn vindingrijk en hebben de keukens aan de buitenkant boven het
water aangebouwd. Dat was gemakkelijk voor alle keukenafval (en meer) zo boven
het water.
In de vele restaurantjes is het heerlijk eten en tot mijn grote genoegen wordt er ook poffert geserveerd.
Het is een gerechtje uit mijn jeugd en houdt het midden tussen brood en cake.
Het wordt gegeten met gesmolten roomboter en basterdsuiker of stroop. De serveerster zei dat de boter,
suiker en de stroop gebracht zou worden op een “bredje” (presenteerblaadje).
Alleen al het Groningse woord bredje maakte het nog fijner om een dag in Appingedam rond te dwalen.
De Damsters hebben het door de eeuwen heen niet gemakkelijk gehad maar door hun doorzettingsvermogen en optimisme is het nu goed toeven in Daam.
Alleen al het Groningse woord bredje maakte het nog fijner om een dag in Appingedam rond te dwalen.
De Damsters hebben het door de eeuwen heen niet gemakkelijk gehad maar door hun doorzettingsvermogen en optimisme is het nu goed toeven in Daam.