zaterdag 27 oktober 2012

Goud (1)


goud
Al eeuwen lang in alle culturen over de hele wereld hebben mensen zich getooid met gouden sieraden. De betekenis en het dragen van deze sieraden is bij alle volkeren hetzelfde. Het kan als doel hebben om de mens mooier te maken of geluk, voorspoed, ongeluk of haat brengen. Ook kan het iemand macht en aanzien geven. In de geschiedenis is niet echt na te gaan waar precies de eerste ontdekkingen van goud waren, maar de legenden over bloedige tochten die tot doel hadden de hebzucht van mensen te bevredigen zijn volop aanwezig.
Mensen gingen, en ook nu nog, erg ver in om in het bezit te komen van edelstenen en edelmetaal.

bladgoud
Goud is geschikt voor veel doeleinden en wordt gevonden in klompjes of in kristallen samen met kwarts (berggoud) maar ook tussen zand in rivierbeddingen (wasgoud). Goud is in de zuiverste vorm erg zwaar, heb je een brokje met een doorsnee van 5 cm dan weegt dat brokje1 kilo. Goud behoudt altijd zijn kleur, en de buitenlucht of vocht hebben geen invloed op het metaal. Goud hoef je daarom niet te poetsen wat een voordeel is.

Er zijn veel gouden munten uit de Romeinse tijd gevonden en deze hebben nog steeds de oorspronkelijke gelige glans. Een ander voordeel van goud is dat het rekbaar is, van 1 gram goud kun je een draad trekken van 160 tot 200 meter. Nog een voordeel van goud is dat het geplet kan worden in hele dunne laagjes. Heb je 1 kg goud dan kun je daar een hoeveelheid bladgoud van maken ter grootte van twee tennisbanen. Bladgoud is voor veel doeleinden geschikt zoals schilderijen, bekleding van wanden of plafonds, beelden maar ook het bedrukken van boekbanden.
bladgoud al eeuwenlang toegepast

In de steentijd was men al geboeid door de goudkorrels die werden gevonden in het zand. In verschillende oude culturen werd het goud aan de zon toegeschreven en het was in die tijd dan ook alleen bedoeld voor religieuze erediensten.

Het is niet van alle landen bekend waar ze hun goud vandaan haalden. Van de  Soemeriërs weten we het niet, maar van de Egyptenaren weten we dat zij hun goud door krijgsgevangenen en slaven lieten halen uit Nubië. De Egyptenaren beschouwden het goud als het metaal van de goden en het behoorde dan ook alleen maar toe aan de farao's, hun heersers. Al in 3600 v.Chr. lukte het de Egyptenaren om het eerste goud te smelten en de metalen te scheiden.
dodenmasker Toetanchamon
Vanaf de 26e eeuw v.Chr. gebruikten zij het goud niet alleen voor sieraden maar ook voor munten.

Een meesterwerk dat wij allemaal wel kennen is het gouden dodenmasker van Toetanchamon uit 1223 v.Chr.
hoofdtooi uit Mesopotamië van
goud, lapis en carneool
Het is bekend dat in Mesopotamië 2600 v. Chr. ook al prachtige werden sieraden gemaakt, bv deze hoofdtooi van goud, lapis en carneool. En zo zijn er veel voorbeelden aan te halen, het ene nog mooier dan het ander.

Bv de Grieken haalden hun edelmetaal uit Lydië (nu Turkije), Thracië (nu N.O.-Griekenland) en Macedonië. De Lydiërs zelf, nu 2.700 jaar geleden, gebruikten hun goud voor munten, met het hoofd van de koning erop en van de Romeinen is bekend dat zij hun goud haalden uit het rivierzand van de Rijn en de Donau maar ook haalden ze een  groot gedeelte uit Spanje.

goud geroofd van de Inca's
door de Spanjaarden
Ook de Inca's in Peru waren zeer bedreven in het maken van  gouden voorwerpen en de Azteken  in Mexico vulden hun graftomben met goud voor gebruik in het hiernamaals.

In de 12e eeuw werden er in Bohemen zeer rijke goudvelden ontdekt en tot de 15e eeuw bleef Bohemen voor Europa de belangrijkste goudbron. Na de 16e eeuw kwam het goud voor Europa grotendeels uit Midden- en Zuid-Amerika bijeen geroofd door de Spanjaarden. Zij namen een enorme hoeveelheid goud mee naar Spanje.

goudvelden Californië
Alles overtrof de ontdekking van goudaders in 1848 in Californië door John Marshall. Hij ontdekte goudvlokken bij het bouwen van een zagerij in de buurt van Sacremento.

Dit nieuws ging zich snel verspreiden, eerst in Amerika en later over de hele wereld. In 1849 leidde dit  tot een enorme toeloop naar Californië van mensen die rijk wilden worden. Ongeveer 300.000 mensen, mannen, vrouwen en kinderen kwamen over land met huifkarren en over zee met boten.
Deze mensen gingen de geschiedenisboeken in als de "forty-niners", refererend aan het jaar 1849. Door de toestroom van zoveel mensen naar Californië dreigde er zelfs een hongersnood te ontstaan. Het bracht ook welvaart er werden spoorlijnen aangelegd en er werden stoomboten gebouwd voor veerdiensten.

In 1851 werden er in Victoria (Australië) enorme goudaders gevonden. Vanaf 1858 vond men grote goudklompen, de grootste die is gevonden in Australië is 70.9 kg en heeft de mooie naam "Welcome Stranger" gekregen. De vondst van deze goudaders bracht ook daar de goudkoorts op gang en binnen 9 jaar was het inwonertal van Australië verdrievoudigd.
Enige jaren eerder (1842) vond men ook  in de Oeral een klomp goud van 36 kilo met een omvang van 30 cm. In Rusland geven ze namen aan de goudklompen zoals kameel, konijnenoor of driehoek.

gouden Krugerrand
In 1886 vond in Witwatersrand in de buurt van Johannesburg, Zuid-Afrika, de mijnbouwer George Harrison goud tijdens het uitgraven van stenen die hij nodig had om zijn huis te bouwen. Sinds die tijd wordt er in Zuid-Afrika meer goud gedolven dan in de hele wereld, en dat is ongeveer 40% . In 1967 kreeg Zuid-Afrika zijn eigen (gouden) munt, de "Krugerrand". De rand is genoemd naar Witwatersrand en rand betekent "berg.
goudmijnen Klondike
Bijna iedereen heeft wel eens gehoord van de Klondike Goldrush. In 1896 werd er in het Noordwesten van  Canada, in de rivier Klondike bij het stadje Dawson City, veel goud gevonden.
Klondike was ook een geliefd onderwerp in de literatuur. O.a. Jules Verne schreef in 1899 zijn roman "Le Volcano Dór" (Nederlandse vertaling: De Goudschat van Klondike). Er zijn ongetwijfeld meer boeken over geschreven. Ben je een liefhebber van de Donald Duck dan weet je dat oom Dagobert zijn fortuin verkreeg tijdens de Goldrush en ook Lucky Luke zijn avonturen brachten hem naar Klondike.

 Niet alle foto's komen uit mijn eigen collectie, mocht er iemand aanspraak op maken dan hoor ik het graag

dinsdag 16 oktober 2012

Emile Gallé

Emile Gallé is geboren in 1846 te Nancy in Frankrijk en was één van de belangrijkste glaskunstenaars uit die tijd. Hij heeft een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de glaskunst en de Art Nouveau. Ook was hij zeer bekwaam in het ontwerpen van sieraden, keramiek en meubelen.

vazen van Gallé
Zijn vader was door zijn huwelijk in het bezit gekomen van een spiegelglasondernemeing en de kleine Emile kwam daardoor al vroeg in contact met de glaskunst. Naast zijn opleiding op het humanistisch gymnasium hield hij zich vooral bezig met botanie en tekenen.

Op 16-jarige leeftijd ontwierp Emile bloemmotieven die werden aangebracht op het glas en keramiek dat werd vervaardigd in het bedrijf van zijn vader. Zijn ontwerpen oogstten bewondering bij zijn ouders en zij zagen dat Emile iets kon bereiken op dit gebied. Zijn opvoeding werd dan ook zorgvuldig door zijn ouders uitgedacht en na het gymnasium ging hij in 862 voor zijn verdere ontwikkeling naar Weimar in Duitsland. Hij verbleef daar vier jaar en volgde colleges in kunstgeschiedenis, plantkunde, dierkunde, filosofie en tekenen, maar ook voor muziek en beeldhouwen had hij belangstelling,

In 1866 vertrok hij nog een tijd naar Meisenthal om daar de chemische procedés voor de glasverwerking te leren kennen. Tijdens die studie kwamen Emile zijn capaciteiten wat betreft de glaskunst duidelijk naar boven, hij zou baanbrekend werk gaan verrichten op dit gebied.
detail van een vaas

In 1870 keerde hij terug naar het familiebedrijf, en ging zich bezighouden met de afdeling aardewerk. Hij ontwierp serviezen die bekend zijn onder de naam "Service de ferme". Deze serviezen met figuren van kippen, honden, katten en wapendragende leeuwen waren en zijn gewilde verzamelobjecten.

Gallé had belangstelling voor het werk van de kunstenaar Victor Prouvé. Deze kunstenaar werd o.a. geïnspireerd door de Middeleeuwen, en zijn werk had een blijvende invloed op het werk van Gallé. Dat is vooral goed te zien op zijn glasontwerpen met emailleversieringen.

champignonlamp
Als Gallé 24 jaar oud is breekt er oorlog uit en moet hij in militaire dienst. Deze periode heeft hem erg onrustig gemaakt en hij gaat na zijn diensttijd met zijn vader naar Londen. Bij een bezoek aan het Kensington Museum maakt hij kennis met het oude glas uit het Midden Oosten en daar was hij behoorlijk van onder de indruk. Tijdens zijn verblijf in Engeland maakt hij ook nog studie van de bijzondere botanische tuinen.

Hierna vertrok hij naar Parijs om in het Louvre Venetiaans- en Islamitisch glas te bekijken en ook dat glas was voor hem een grote bron van inspiratie.

Japanse invloed
Gallé kreeg belangstelling voor de oosterse kunst maar de Japanse kunst had een blijvende invloed op zijn werk. Hij herkende veel van zijn eigen ideeën in het werk van de Japanse kunstenaar Tokuso Takasima.
Gallé zijn stijl werd wel sterk beïnvloed door de Japanse kunst maar hij werkte niet op de Japanse wijze. Hij had en hield zijn eigen stijl en verwerkte de Japanse werkwijze op een stijlvolle manier in zijn eigen ontwerpen.

De natuur bleef toch zijn grootste inspiratiebron, je kunt eigenlijk wel zeggen dat de natuur zijn naaste medewerker was. Doelmatigheid van zijn werk stond altijd voorop maar vastomlijnde plannen had hij niet. Hij gaf zijn handwerkers summiere aanwijzingen over hoe hij het ontwerp zag, geïnspireerd door de natuur maar ook haalde hij zijn ideeën uit muziek en de gedichten van bv. Baudelaire.

Gallé ging experimenteren met verschillende technieken om glas te vervaardigen en te versieren. Technieken die uit zijn experimenten zijn voortgekomen zijn etsen, wielgraveren, emailschilderen op opaakglas en het slijpen van cameeglas. Zijn eerste glas werd tentoongesteld op de wereldtentoonstelling in 1878 in Parijs.

de hond en de kat
Gallé is niet alleen bekend door zijn glaskunst, maar ook faince, waaronder erg grappige dieren zoals een  kat met een halsketting en een terriër in een peignoir. Van deze dieren zijn er veel gekopieerd maar ook zijn vazen zijn op grote schaal nagemaakt en het meeste namaak komt uit het oosten en bijna niet te onderscheiden van echt.

boekenmolen
Nog meer dan zijn ontwerpen van glas en keramiek worden zijn meubelstukken gekenmerkt door elementen uit de natuur. Op alle meubels zie je landschappen, bloemen, planten, vogels en vlinders.
Ook op dit gebied was hij een groot kunstenaar, een ebenist.
Hij creëerde meesterwerken van hout en was dan ook aanwezig op de wereldtentoonstelling in 1889 in Parijs waar hij zijn glas- en meubelontwerpen in volle glorie kon tonen.
Hij kreeg internationale erkenning en won veel prijzen.


  • Art nouveau - stijlperiode 1890 - 1914
  • Service de ferme - serviesgoed waarop dieren zijn aangebracht
  • Victor Prouvé - 1858 - 1943 Art Nouveauschilder, beeldhouwer en graveur
  • Tokuso Takasima - Japanse kunstenaar
  • Baudelaire - 1821 - 1867 dichter en kunstcriticus
  • Faince - aardewerk
  • Ebenist - Franse term voor meubelmaker, gespecialiseerd in fineren

zondag 7 oktober 2012

Waar of niet waar..............

smaragd
Edelstenen, je raakt er niet over uitgesproken, ook in vroegere tijden waren de stenen onderwerp van gesprek. Al duizenden jaren geloven mensen dat stenen speciale krachten hebben om mensen te kalmeren, te ondersteunen of te genezen.

Ook zou je in een kristallen bol de toekomst kunnen zien. Maar zou het niet zo kunnen zijn dat de kristalkijker zo lang in de glazen bol keek tot hij wazig zag? Waarschijnlijk zag hij in die wazigheid beelden die volgens hem de toekomst voorspelden.

saffier
Over de hele wereld werden aan edelstenen bepaalde krachten toebedeeld.
De oude Perzen, dachten dat de wereld rustte op een enorme saffier die de hemel blauw kleurde.

amethist
Terwijl de oude Grieken geloofden dat amethist dronkenschap kon voorkomen. De naam amethist is ook afgeleid van het Griekse "amethystos" wat nuchter of niet dronken betekent. Door de paarse kleur, werd de steen in verband gebracht met de god van de wijn, Bacchus of Dionysos.
Plato
De Griekse filosoof Plato (427 - 347 V.Chr.) had zo zijn ideeën, hij geloofde dat alle edelestenen levende wezens waren, tot stand gekomen door een chemische reactie van menselijke resten.

Een andere Griekse filosoof, Theophrastus (371 -287 v.Chr.) verdeelde de robijnen in mannelijke en vrouwelijke, hij geloofde dat  mannelijke robijnen een fellere gloed hadden. 

Venus
De vrouwen in het oude Rome dachten dat het opdragen van smaragden aan de godin Venus hun vruchtbaarheid zou vergroten.

Tijdens de pestepidemie in Venetië geloofden de mensen dat als een persoon een opaal bij zich droeg dat je aan de steen kon zien of deze persoon ziek was of gezond. Was hij of zij gezond dan werd de opaal helder, maar ging de persoon sterven dan werd de opaal dof.
In Venetië noemden ze de opaal daarom een ongelukssteen.

En de Spaanse veroveraars van Mexico, geloofden dat als een steen van jade aan de zijkant van het lichaam werd gedragen, deze  kracht had om nierziekten te voorkomen.

granaten
Ook is er een legende die zegt dat granaten zo fel stralen dat Noach een rode granaat gebruikte om de Ark te verlichten.

Er is veel over te vertellen over edelstenen en er zijn prachtige verhalen over de mensen die er zich mee bezig houden.
Door de schoonheid van edelstenen en de eventuele werking die er van uit kan gaan, zijn er tegenwoordig veel mensen die denken dat edelstenen goed zijn voor je gezondheid. 

Bijvoorbeeld:
  • Agaat: neemt koorts weg, zorgt voor een beter hart en voor oogkwalen is deze steen ook goed.
  • Rozenkwarts: kan helpen om een beter verstand te krijgen, vruchtbaarheid bevorderen en helpen bij het stoppen van roken.
  • Topaas: zorgt voor een goede eetlust, een goede nachtrust en je zenuwgestel heeft er ook baat bij.
Zo kun je van bijna  alle stenen wel iets vinden voor een goed en gezond leven.

Er zijn in de boekhandel verschillende boeken over edelstenen te koop en wil je mooie stenen zien en meer te weten komen over het ontstaan van stenen breng dan eens een bezoek aan Museum Naturalis in Leiden.
Zeker de moeite waard!