|
Johann Friedrich Böttger
(1682-1719) |
Meissenporselein is
in 1708 uitgevonden door Johann Friedrich Böttger en dat kwam op een bijzondere
manier tot stand.
Böttger werkte op
zijn 14e als apothekersassistent in
Berlijn en kwam door zijn werk met veel mensen in aanraking. Op een dag kwam hij in
contact met een monnik die hem het een en ander vertelde over alchemie. Böttger
raakte hierin geïnteresseerd en ging op zoek naar de Steen der Wijzen, met ander woorden hij probeerde goud te maken.
Na enige tijd dacht hij iets te hebben ontdekt en begon demonstraties te geven.
Hij vertoonde met veel allure zijn kunsten aan het publiek en deed dat ook met
veel overtuiging. Hij was zelfs zo overtuigend dat hij de aandacht trok van
koning Frederik de Grote van Pruisen (1712-1786). De schatkist van de koning
was nagenoeg leeg en hij had geen geld meer om zijn leger goed uit te rusten
voor de vele oorlogen die hij voerde. De koning gaf opdracht om Böttger
gevangen te nemen, hij wilde hem goud laten maken om de lege schatkist weer te
vullen. Frederik de Grote dacht zo zijn financiële problemen op te lossen.
|
werkplaats van de alchemist |
Böttger wist heel
goed dat hij geen goud kon maken, de grond onder zijn voeten werd hem dan ook
te heet en hij vluchtte naar het aangrenzende Saksen, waar op dat moment August de Sterke (1670-1733) aan de macht was. August de Sterke was een groot
kunstliefhebber en verzamelde Chinees- en Japans porselein, deze verzameling bevatte ongeveer 35.000 stuks en het verhaal gaat dat hij eens een regiment soldaten ruilde tegen schalen, kommen en vazen.
August de Sterke gaf Böttger onderdak in zijn
paleis en gaf hem de ruimte en gelegenheid om zijn
experimenten voort te zetten.
August de Sterke
(hij heeft zijn naam te danken aan zijn vele minnaressen en zijn 365 kinderen)
was een rijk man. Hij spiegelde zich aan Lodewijk XIV en wilde concurreren met
andere Europese hoven.
Hij wilde een totaal nieuwe industrie ontwikkelen en hij kon Böttger daarom goed
gebruiken voor dit doel. Tegelijkertijd gaf hij de Saksische wetenschapper
Ehrenfried W. von Tschirnhaus (1651-1708) de opdracht, die een studiereis door
Europa maakte, onderweg op zoek te gaan naar nieuwe materialen en technieken.
|
ontwerp Böttger |
Tijdens zijn reis door Europa, bracht hij ook een bezoek aan de
Delftse pottenbakkerij "De Vergulde Theepot", van Ary de Milde. De
Milde claimde dat hij rode theepotjes van porselein kon maken. Dit bezoek aan
Delft heeft er zeker aan bijgedragen dat hij samen met Böttger, die hij al
kende van zijn experimenten en originele manier van denken, het laboratorium
inging om ook rode theepotjes te maken. Dat lukte de heren na veel
geëxperimenteer om theepotjes van rood steengoed in de Yi-HSING/Delftse
stijl te fabriceren. En in dezelfde tijd kwamen ze achter
het geheim van het Chinese porselein.
|
kaolienwinning
(tegenwoordig) |
In heel Saksen
werden verschillende soorten klei gevonden en in de buurt van Colditz vond men
kaolien, de kleisoort die ook in China werd gebruikt voor het vervaardigen van
porselein. Het duurde dan ook niet zo heel erg lang meer, het was in 1709, dat
ze
het procedé
om wit porselein te maken hadden gevonden. De twee uitvinders konden al vrij
gauw aan August de Sterke verschillende kopieën van Chinees porselein tonen.
Na
de uitvinding van het procedé stond er niets meer in de weg en twee jaar later
was Meissen de stad waar de eerste Europese porselein fabriek in gebruik werd
genomen. Böttger werd benoemd als directeur van de fabriek en hij werd in de
adelstand verheven.
Alle experimenten en
aantekeningen waren strikt geheim, er mocht niets van naar buiten komen. Het
schijnt dat Böttger in die tijd goed bewaakt werd, hij werd omringd door 90 soldaten, 20 onderofficieren en een trommelaar.
|
Meissenporselein |
Eigenlijk was
Böttger geen geschikte directeur, hij was meer de uitvinder. Hij ging niet goed
om met de boekhouding, de uitbetalingen van de salarissen aan het personeel
kwamen niet op tijd, het gevolg was dat veel werknemers wegliepen en bij
concurrenten aan de slag gingen.
In navolging van Meissen kwamen er
verschillende porseleinfabrieken in Europa.
De
porseleinproductie in Europa kwam goed op gang en de concurrentie was groot.
Vooral de Engelse porseleinfabrieken waren grote concurrenten, daar was men
volop bezig met het produceren van goedkoper porselein.
|
Comedia dell'Arte figuren
van Meissen |
Het decoreren van
porselein begon in 1720, bekend is vooral de Böttger-luster, dat is een
parelmoerachtige rose-violet luster dat naar hemzelf is genoemd en hij was de
eerste die de Comedia dell' Arte-figuren produceerde
Meissenporselein is
in Frankrijk bekend onder de naam Vieux Saxe
en in Engeland wordt het Dresden china
genoemd.
|
porseleinfabriek in de 18e eeuw |
Böttger is niet oud
geworden, zijn gezondheid was slecht. Hij leed aan tbc, epilepsie, depressiviteit en dronk
daarbij erg veel. De ongezonde dampen die hij ongeveer 25 jaar lang opsnoof in
zijn laboratorium en later in de fabriek, zorgden er voor dat hij op 37-jarige
leeftijd stierf.
Meissen-porselein is
veelvuldig gekopieerd, niet alle stukken porselein met het merk van Meissen
zijn in de Meissenfabriek gemaakt. Vooral in de 19e en de 20e eeuw is er
veel gekopieerd in de porseleinfabrieken in Wenen en Sévres. Het verschil kun
je goed zien als je de stukken vergelijkt, de originele Meissenstukken zijn
fijner dan de gekopieerde.