Kinderen kunnen soms
grappig, slim en verrassend uit de hoek komen. Frankje (8 jaar) is zo’n kind en
hij is de kleinzoon van Frank. De verstandhouding tussen de grote- en
de kleine man is uitstekend en regelmatig hebben ze “goede” gesprekken. Vooral
als ze samen aan de wandel zijn komt het vaak tot een diepzinnig gesprek. Meestal
praten ze thuis nog verder over het belangrijke dat onderweg ter sprake kwam.
Frankje is graag bij opa
en oma en tijdens de vakanties blijft hij regelmatig een paar nachtjes slapen
omdat zijn vader en moeder moeten werken.
Ook deze kerstvakantie gaat Frankje
logeren bij opa Frank en oma José en zoals gebruikelijk gaan de Franken naar buiten voor
een flinke wandeling. Frankje brengt het gesprek al snel op doodgaan en vraagt: "Wat gaat gebeuren met de spullen als jij en oma allebei dood zijn?" Opa Frank moet hier even nadenken, hij was niet helemaal
voorbereid op deze rechtstreekse vraag van zijn kleinzoon over het doodgaan van
hem en zijn vrouw José.
“Welke spullen bedoel je?"
“Nou, gewoon, jullie huis
en de spullen er in.”
“Het huis wordt dan
waarschijnlijk verkocht en het geld is voor je moeder, dat is dan de erfenis
die ze krijgt.”
“En de auto?"
“Precies hetzelfde als met
het huis en de spullen die er zijn.”
“Allemaal voor mijn moeder
dus” constateert de kleine man.
“Ja” zegt opa Frank, "zo
gaat dat."
Frankje is er stil van en
tijdens de verdere wandeling is hij dan ook niet meer zo spraakzaam. Frankje
denkt na en opa Frank houdt ook maar even zijn mond, het is koud en hij denkt
aan de warmte thuis.
Thuis ruikt het lekker
naar koffie en chocolademelk. De Franken zijn koud en het is dan ook heerlijk
thuiskomen en genieten van het samenzijn en maar even niet meer denken aan
doodgaan, erfenissen e.d..
Maar Frankje is nog steeds
aan het denken en op een gegeven moment roept hij heel hard: “Opa je bent erg dom hoor,
je hebt iets vergeten.”
Opa Frank weet niet wat
zijn kleinzoon bedoeld maar Frankje roept nog harder: “Je fiets opa, je fiets,
wat doe je met je fiets als je dood bent?"
Opa Frank, nuchter als
altijd zegt: “Ik doe dan helemaal niets
meer met mijn fiets, hij hoort dan bij de erfenis voor je moeder.”
Dan moet Frankje nog
harder lachen en roept: “Opa, je bent echt heel
erg dom, jouw fiets is een herenfiets daar gaat mijn moeder echt niet mee
fietsen.”
Dan gaat er bij opa Frank
een lichtje branden en hij denkt te weten wat er omgaat in het hoofd van zijn
kleinzoon.
“Je bedoelt dat jij
eigenlijk mijn fiets moet krijgen als ik er niet meer ben.”
Frankje kijkt zijn opa
zeer tevreden aan en roept:
“Je hebt het door, je hebt
het door, je bent toch niet zo dom opa.”
Oma heeft het allemaal
aangehoord, ze is net zo nuchter als Frank en zegt:
“Dat is dan geregeld,
willen jullie nog iets drinken en misschien een stuk kerstkrans erbij?"