zondag 27 oktober 2013

Murano

Bruidsbeker te zien in het glasmuseum op Murano
Tot aan de dag van vandaag is het glas van Murano een wereldwijd begrip, vooral het gekleurde glas. De oorsprong van het Venetiaans glas ligt waarschijnlijk bij de glasblaascentra Altino en Torcello. Door de bloeiende handel tijdens de Gotiek en de Renaissance konden de Venetianen veel vaardigheden op het gebied van de glaskunst overnemen uit de Islamitische wereld. De glaswerkers konden in die tijd hun techniek verbeteren en verfijnen.
In 1271 fabriceerden de glasfabrieken vooral glas voor ramen, spiegels, geblazen glaswerk en heel veel glasparels.

In het stuk over Venetië HIER heb ik  al geschreven dat de glasbewerkers die maestro wilden  worden een proef moesten afleggen. Deze proef werd in 1346 verplicht en is ongewijzigd blijven bestaan tot de 18e eeuw. Deze meesterproef bestond uit het maken van een dubbele kristallen roos, een achthoekig glas en 2 kralen van verschillende vorm of een paternoster.

spiegel 19e eeuw
De regels van het gilde waren streng, het vak mocht alleen beoefend worden door mensen die bij het gilde stonden ingeschreven. Ook moest de kennis van glasblazen absoluut binnen het Venetiaanse lagunegebied blijven. Een glasmaker die toch zijn geluk buiten de Venetiaanse republiek wilde zoeken werd als een verrader beschouwd. Hij kon rekenen op de doodsstraf als hij terug kwam in het gebied en zijn familieleden konden worden gegijzeld.

De meeste glasblazers werkten en woonden vanaf de 13e eeuw op het eiland Murano. De glasblazerijen moesten van Venetië naar Murano verhuizen. De glasfabricage in Venetië werd te gevaarlijk omdat de gebouwen en huizen grotendeels van hout waren. Ook het personeel verhuisde mee. 

ghiaccioglas
Murano kende enkele beroemde glasmakerfamilies. Bv de familie Barovier, zij kregen in de 13e eeuw vooral bekendheid door de dochter Maria en de zoon Angelo. Zij ontwerpen voorwerpen van doorzichtig glas in felle kleuren zoals goud-geel, rood, blauw, groen, purper, bloedrood en donkerrood. De kleuren van deze voorwerpen kwamen erg dicht in de buurt van saffier, smaragd, robijn en turkoois. Zij verfraaiden hun producten met goud, email en miniaturen.

Bekend is de "bruidsbokaal", deze bokaal staat bekend onder de naam "Barovier" en is vervaardigd door Angelo. Deze bokaal is gemaakt van donker turkoois glas, waarop afgebeeld de portretten van bruid en bruidegom, afbeeldingen van vrouwen op paarden en een afbeelding van de fontein van de eeuwige jeugd. Deze bokaal is te zien in het glasmuseum op Murano.
Het emailleren en vergulden was voor 1469 een zelfstandig vakgebied met eigen regels vastgelegd door het gilde. Na deze datum viel het onder de verantwoording van de glasblazerij omdat deze technieken steeds vaker werden gebruikt bij de versiering van glas.

In 1475 werd in de werkplaats van Barovier het "lattimoglas" uitgevonden. Lattimoglas is een melkachtig, niet doorschijnende glassoort die erg veel lijkt op Chinees porselein. In de 1ste helft van de 16de eeuw zijn er nog meer nieuwe technieken ontwikkeld, bv het filigraanglas.
De glasblazers werkten graag uit de "vrije hand" (a mano volante). Op deze manier konden zij hun creativiteit tot uiting brengen op de glazen voorwerpen, maar dat vereiste vanzelfsprekend een grote mate van vakmanschap. De decoraties waren meestal dieren en bloemen in reliëf.
De productie van de voorwerpen werd steeds omvangrijker, buiten de grenzen van Venetië was het glas maar vooral de spiegels van "Venetiaans glas" zeer bekend en geliefd.

kroonluchter,  bestaat uit duizenden stukjes glas
In de 17e eeuw, de tijd van "Pracht en Praal"  HIER  wilden de mensen vooral glasvoorwerpen met een extravagante vorm. Dit vereiste kunstenaarschap en het ene product moest nog mooier zijn de het andere. Praktisch waren deze voorwerpen niet, ze golden alleen als statussymbool en de meeste producten hadden dan ook alleen maar de functie "mooi zijn". Ook was er in die tijd veel vraag naar parfumflesjes, succapino genoemd, en men was dol op tafellampen met versieringen van groteske dierenfiguren.

Zoals gezegd het Venetiaans glaswerk in al zijn uitvoeringen was ver buiten de grenzen van de republiek bekend en er werd flink ingekocht door de Europese vorstenhuizen, wat zeker niet ongunstig was voor de Venetiaanse economie.

De Franse koning Lodewijk XIV was zo dol op het Venetiaans glaswerk, dat hij zich behoorlijk te buiten ging met zijn aankopen. Niet alleen wat het glaswerk betreft maar ook kocht hij spiegels, kantwerk en prachtige stoffen. Om de uitgaven van de koning een beetje binnen de perken te houden probeerde minister Colbert de Venetiaanse glaswerkers naar Frankrijk te lokken zodat de producten in Frankrijk konden worden geproduceerd. Deze poging lukte en was zeker succesvol.
Tussen 1665 en 1670 was het zo dat de Franse glasproductie zelfs groter was dan de Venetiaanse. In Frankrijk ontwikkelde men nieuwe technieken om nog sneller en grotere spiegels te maken die ook nog eens goedkoper waren. De glaswerkers in Engeland en Bohemen stonden ook niet stil, door de innovaties die zij toepasten werd het voor de glasfabrieken in Murano lastig om alleen aan de top te blijven staan en de Venetiaanse glasindustrie kwam in een crisis terecht.

kelk met buisjes
 reticelli, lattimo en filigraan.
De glasmakers van Murano waren zelf mede schuldig aan deze crisis, zij weigerden om de nieuwe technieken, die in het buitenland waren ontwikkeld, te gebruiken.
Zij waren er van overtuigd dat hun manier van werken de beste was en dat wilden ze zo houden met alle gevolgen van dien. Uiteraard waren er glasblazers die wel met de nieuwe technieken aan de slag wilden maar zij werden alleen maar tegengewerkt en de fabrieken bleven alleen maar verlies lijden. Wel bleef Murano glas produceren en begon zich toe te leggen op namaak Boheems glaswerk.

In de 18de eeuw begon weer iets beter te gaan met de Venetiaanse glasproductie, de glasblazers stapten van hun oude ideeën af en begonnen toch zelf nieuwe glastechnieken te ontwikkelen. Zij verfijnden hun technieken en ze gingen meer betaalbare producten maken zodat het glas ook bereikbaar was voor de "gewone man". En zoals altijd, de mensen wilden meer en er kwam vraag naar betaalbare snuisterijen en kleurige gebruiksvoorwerpen versierd met bloemen en planten.

detail,  kelk  van reticello,
lattimo en filigraan
Venetië is regelmatig in handen geweest van  buitenlandse mogendheden en in 1797 was het afgelopen met de republiek Venetië. De gilden werden in die tijd opgeheven en dat was ongunstig, de glasindustrie kwam mede daardoor weer terecht in een dal, maar zo rond 1700 kwam er weer een gunstige verandering in.

Een belangrijke verandering en opleving van de glasmakerij kwam door abt Vicenzo Zanetti, hij was de man achter een stichting die het mogelijk maakte om in 1881 op Murano een glasmuseum te openen waar hij tentoonstellingen organiseerde die met de glaskunst hadden te maken
Ook was hij de man achter de school voor vormgeving die in 1862 werd geopend met het gevolg dat Venetië en Murano weer mee telden in de (glas)wereld.

Hedendaagse glaskunst
van Murano.
De naam Barovier is tot op de dag van vandaag nog steeds een begrip en het atelier is toonaangevend. De glasmakers van Murano hebben verschillende technieken op hun naam staan, niet alleen het lattimo- en het millefioriglas maar ook hebben ze naam gemaakt met geëmailleerd en kristalglas en het glas met gouddraden. En niet te vergeten de glasparels die al eeuwenlang de hele wereld over gaan.
Vanaf het midden van de vorige eeuw is het glaswerk uit de fabrieken van Murano ook bekend bij toeristen.

Hedendaagse glaskunst
van Murano
Het is zeker de moeite waard om Venetië en Murano te bezoeken en een kijkje te nemen in de verschillende musea en glasateliers.

Altino - Een gemeente in de provincie Venetië.
Torcello - een eilandje ten noorden van Venetië.
Gotiek - Stijlperiode 1140-2500 (vooral kerkgebouwen).
Renaissance - Stijlperiode na de Middeleeuwen.
Paternoster - Rozenkrans.
Familie Barovier - Glasblazersfamilie begonnen in de 13e eeuw.
Filigraanglas - Versierd met glasdraden of glaskorrels.
Ghiaccioglas - craquelé-effect
Reticelloglas - draden in helder glas
Zuccapino - parfumflesje.
Colbert (1619-1683) - Frans politicus
Verlichting of eeuw van de rede - Stroming rond 1630.

Millefioriglas - een techniek waarbij gekleurde stukjes glas wordt gesmolten in helder glas.
Glasblazerij te bezoeken op Murano

donderdag 17 oktober 2013

Venetië (3)

Gilde van de goudsmeden
Venetië streefde er door de eeuwen heen altijd naar om hoge kwaliteit en exclusieve producten te leveren, het gaf de stad aanzien en bracht welvaart. In het begin waren veel producten vooral voor de handel, de Venetianen zelf leefden lange tijd nogal eenvoudig.

In de 14e eeuw wilden ook de Venetianen weelderiger leven en zij gingen zich al gauw te buiten aan luxe goederen, zelfs zo erg dat er wetgeving kwam om de buitensporigheid te beperken. Er werd daarom een aparte magistratuur in het leven geroepen, die van "Pracht en Praal" (alle pompe).
In de 16e eeuw was de hang naar overmatige luxe niet meer tegen te houden en werd deze buitensporigheid min of meer normaal.

Een reiziger uit die tijd schreef tijdens zijn verblijf in Venetië over de kamer waar hij sliep. De inrichting van deze kamer had 24.000 gouden dukaten gekost, dat komt neer op ongeveer 2 miljoen euro. Zijn kamer had een verguld plafond, een vloer van albast, de kussens waren versierd met edelstenen en parels en hij sliep tussen laken met patronen van ingeweven zilverdraad.

In 1476 kwam er echt een "verbod" op dergelijke buitensporige rijkdom, er mochten  niet meer dan 150 gouden dukaten worden uitgegeven om een slaapkamer in te richten.

Op schilderstukken uit die tijd kun je zien dat het niet alleen binnenshuis zeer lux was maar ook de buitenmuren van de gebouwen waren opgetrokken uit veelkleurig marmer, ingelegd met edelstenen en bladgoud.
De binnenruimten van de paleizen en kerken werden versierd met fresco's en kantachtig stucwerk.
Gilde van de roeispaanmakers
In de paleizen waren de meubelstukken verguld en geëmailleerd, de wanden waren bespannen met damast en fluweel en daarop hingen enorme spiegels.
De vloeren waren veerkrachtig en de kamers werden verwarmd door middel van prachtige grote open haarden van gebeeldhouwd marmer. Aan de plafonds hingen grote kroonluchters van gekleurd glas, dit alles gaf een schitterend effect veroorzaakt door de vele spiegels en de open haarden. Eén en al pracht en praal.

Nog waren de Venetianen niet tevreden, ze wilden nog meer en nog groter. De meubels werden zo groot dat ze meer decoratief waren dan praktisch. Zelfs hun kleding pasten de Venetianen aan, ze moesten natuurlijk wel in hun interieur passen. De kleding die ze droegen was gemaakt van prachtige geweven en geverfde stoffen, versierd met borduursel van goud- en zilverdraad, kant en soms nog extra versierd met edelmetaal en verguld beslag. Door het vele ijzerdraad en de baleinen die in deze kleding was verwerkt was het noodzakelijk om stoelen te maken waar de mensen, met hun zware kleding, goed in konden zitten.

De wetten van de magistraat voor "Pracht en Praal", konden de hang naar luxe nog steeds niet in de hand houden. Deze luxe bleef bestaan en werd beroemd over de hele wereld, we kennen nu nog de begrippen Venetiaansrood van de verf, de Venetiaanse steek bij het borduurwerk en façon de Venise van het glaswerk.
wapen van de republiek Venetië

Venetië is een fascinerende stad, een stad als geen ander en zeker de moeite waard om één of meerdere keren te bezoeken. 

zaterdag 12 oktober 2013

Venetië (2)

Palazzo Venetia
Het bestuur van Venetië hield toezicht op de werkplaatsen, er werd gekeken of de vervuiling kon worden beperkt en ook of de gezondheid van de Venetianen niet in gevaar kwam. De handwerkers  waren verzekerd tegen ziekte en er werd na het overlijden van een knecht gezorgd voor de nabestaanden.

Om de beroepsgeheimen van de verschillende ambachten te beschermen was het verboden voor de handwerkers om de stad te verlaten, de kennis en de markt moest bij de Venetianen blijven. Wel mochten er vreemdelingen de stad in als ze over veel deskundigheid beschikten en als deze deskundigheid in de werkplaatsen kon worden gebruikt, dan werden deze personen met open armen ontvangen. De vreemdelingen die mochten blijven konden gemakkelijk de nodige vergunningen en werkruimten krijgen. Veel verbeteringen, zowel op technisch als op artistiek gebied van de Venetiaanse ambachten, zijn mede mogelijk gemaakt door de kennis van buitenaf.

De gilden hadden grote bemoeienis met alles wat er plaatsvond in Venetië, ook de inrichting van de stad viel onder hun verantwoording. De gilden wilden de bewoners van de stad beschermen tegen ongezonde situaties en vonden het daarom belangrijk dat de werkplaatsen voldoende ruimte hadden en er werd op toegezien of er genoeg stromend water waar dat nodig was.


Een voorbeeld hiervan is de glasfabriek, deze fabriek is verplaatst van Venetië naar het eiland Murano vanwege brandgevaar. De meeste gebouwen in Venetië waren van hout en daardoor brandgevaarlijk. Ook de leerlooierijen werden verplaatst naar Giudecca, omdat het water bij de looierijen enorm werd vervuild en de stank niet te harden was vanwege de smerige en ongezonde dampen die naar buiten kwamen.

De inrichting van de kerken was eveneens de verantwoordelijkheid van de gilden. Voor het beeldhouw- en schilderwerk werden grote kunstenaars ingehuurd bv Tintoretto (1518-1594). Alles werd tot in de perfectie uitgevoerd, er werd niets aan het toeval over gelaten. Je zag en ziet het mooiste houtsnijwerk, prachtige decoraties van  smeedijzer en marmer.
zelfportret van Tinteretto

De stad Venetië was trots op zijn handwerkslieden en de handwerkslieden waren trots op hun stad. 
De vele ambachten zie je ook terug in de straatnamen. Je vindt er het Wolplein, het Glashof, de Vergulde Lederzuilengang, de Goudsmidsteeg en het Roeispaanmakersplein, naar elke ambacht is wel een straat, gang, plein of steeg genoemd.


Tintoretto (1518-1594) - Venetiaans kunstschilder, zijn eigenlijke naam is Jacopo Robusti. Tintoretto betekent ververtje, naar het beroep van zijn vader, hij was wever (tintore).
Murano - eiland ten noorden van Venetië
Guidecca - eiland ten zuiden van Venetië

dinsdag 8 oktober 2013

Venetië (1)

San Ciacomo di Rialto
Als je in Venetië bent heb je het gevoel of je tussen de prachtige decors van een groot theater loopt. De stad is gesticht in 421 na Chr. tijdens de inwijding van San Ciacomo di Rialto. Het is gebouwd op 118 grote en kleine eilanden. In het gebied hebben altijd mensen gewoond, het waren landbouwers en vissers en de rijke Romeinen hadden er hun zomerhuizen. Door de strategische ligging en de rijke viswateren kwam er handel op gang en steeds meer mensen gingen er zich vestigen. Rond de 9e eeuw zijn veel eilandjes met elkaar verbonden door houten bruggen en zo werd de stad een eenheid. De stad kreeg als  beschermheilige Marcus van Alexandrië.

Venetië is helemaal opgebouwd door goed geschoolde handwerkers, de stad is helemaal uit het niets verrezen, er was eerst niets anders dan water en klei. Alle materialen die nodig waren om de stad op te bouwen moesten worden aangevoerd, zoals het hout voor de fundamenten van de paleizen, kerken, huizen en bestrating, de stenen en het marmer, eigenlijk alles dat nodig is om een stad te bouwen. De mensen die er gingen wonen moesten eten en drinken, hun huizen inrichten en ze moesten zich bewapenen. Aan bedrijvigheid geen gebrek.

San Giorgo Maggiore
De Venetianen bekwaamden zich vooral in de creatieve beroepen, het duurde dan ook niet lang tot ze er achter kwamen dat hun stad veel in z'n mars had en het daardoor economisch gewin kon opleveren. De producten die werden vervaardigd door de Venetianen waren van een dusdanig hoog niveau dat zelfs de meest bescheiden handwerker zich kon verheffen tot de "adel" van de kunst. Lange tijd werkten de handwerkers anoniem omdat er nauwelijks verschil was tussen de handwerker en de kunstenaar, al het afgeleverde werk was "kunst".
Ook was er weinig verschil tussen de "grote" en de "kleine" kunst. In die tijd was het normaal dat een kunstenaar verschillende ambachten beheerste. Zo was Andrea Palladio niet alleen de architect van kerken en paleizen maar ook was hij bekwaam in de houtsnijkunst. Titiaan, Tintoretto en Veronese waren niet alleen beroemde schilders maar maakten ook  bv wandtapijten en mozaïeken.

Mozaiek San Marco
Veel  kunstenaars zijn bij ons bekend door hun specifieke talent, bv Francesco Verzi met zijn porselein, de familie Franchini is vooral bekend door hun uitvinding van millefiori, of de familie Cavernezia, zij zijn bekend door hun prachtige fluwelen stoffen. En niet te vergeten de familie Dinie, bekend door hun kunstzinnig borduurwerk en de wandtapijten. Dit zijn maar een paar namen, er zijn in dit rijtje nog veel namen en hele families te noemen.

De kunstenaars en de ambachtslieden konden goed met elkaar overweg en liepen regelmatig bij elkaar het atelier binnen om over hun creativiteit en hun zaken te praten. Een atelier noemden ze in die tijd "bottega".
Vanaf het begin heeft Venetië zich toegelegd op het vervaardigen van luxe goederen, ze hadden snel door dat de handel in luxe en exclusieve goederen de stad en zijn bewoners welvaart kon brengen. De Venetianen keken vooruit, ze bleven niet stilstaan. Het is bekend dat vanaf de 12e eeuw hun industrieën hoogwaardige producten afleverden. Venetië werd een welvarende stad en dat wilden ze beschermen en behouden. Zo ontstonden de gilden voor de  verschillende beroepsgroepen om op die manier hun geërfde kennis, die al eeuwenlang bestond, te behouden. Deze kennis werd zorgvuldig bewaakt en er werd steeds weer gestreefd naar verbetering en perfectie. De Venetianen beschikten over vakmanschap op elk gebied en deze kon bijna niet geëvenaard kon worden.

De beroepsgroepen met dezelfde specialiteit hadden hun eigen statuten, waar iedereen zich aan moest houden.
De magistratuur die belast was met de gilden, is opgericht in 1173 en het was o.a. hun taak om de consument te beschermen door te controleren of er geen fraude werd gepleegd en er werd goed op de prijzen gelet.

Iedere inwoner van Venetië kon zich laten inschrijven bij het gilde als hij 16 jaar was. Wel moest die persoon eerst een geschiktheidstest doen en hij moest netjes zijn belasting hebben betaald. Werd hij toegelaten, dan moest hij als knecht (garzone) ongeveer 7 jaar in een werkplaats werken en leren. Was dat allemaal naar wens verlopen, dan werd hij voor 3 jaar werkman (lavorante). Aan het eind van deze periode moest hij een, niet eenvoudige, test afleggen. Was hij daarvoor geslaagd dan kon hij de titel "maestro" voeren. Een maestro kon zijn eigen atelier openen en personeel aannemen.

San Ciacomo di Rialto - Oudste kerk van Venetië, ingewijd in 421 n.Chr.
Marcus van Alexandrië - Volgens de overlevering was hij de schrijver van het Evangelie van Marcus.
Palladio (1508-1580) - de naam Palladio is hem gegeven door zijn eerste opdrachtgever Gian Giorgo Trissino en verwijst naar pallas Athene de Griekse godin van de wijsheid. Zijn eigenlijke naam was Andrea Pietri della Gondola.
Titiaan (1487-1576) - eén van de belangrijkste kunstschilders tijdens de hoogrenaissance.
Zijn eigenlijke naam was Tiziano Vecelli.
Tintoretto (1518-1594) - Venetiaans kunstschilder, zijn eigenlijke naam is Jacopo Robusti. Tintoretto betekent ververtje, naar het beroep van zijn vader, hij was wever (tintore).
Paolo Veronese (1528-1588) kunstschilder tijdens de renaissance. Zijn echte naam was Paolo Cagliari, hij werd bekend als Veronese omdat hij was geboren in Verona.