zaterdag 30 maart 2013

Louis Comfort Tiffany

tafellamp
Louis Comfort Tiffany was een Amerikaanse schilder, ontwerper en glaskunstenaar, geboren in 1848 in New York. Iedereen is zijn naam wel eens tegen gekomen, hij is vooral bekend om zijn lampen en gebrandschilderde ramen.

Louis C. Tiffany was de oudste zoon van Charles Louis Tiffany, eigenaar en oprichter van de bekende zilversmederij en juweliersbedrijf Tiffany & Co.
De artistieke kring waar de familie in  verkeerde en het talent van Louis Comfort Tiffany bracht hem tot groot kunstenaarschap en hij was toonaangevend tijdens de Art Nouveau. In zijn jeugd werd hij sterk beïnvloed door de edelsmid, kunstkenner en ontwerper Edward C, Moore (1827-1891). Moore had een grote collectie oosterse glaskunst en hij raadde de jonge Tiffany aan om zich daarop te oriënteren en te laten inspireren.

Louis ging naar na zijn schooltijd naar de Militaire Academie maar koos toch niet voor een loopbaan bij het leger, hij ging schilderlessen nemen bij Georges Innes (1825-1894), die vooral bekend is van de School van Barbizon (kunststroming 1830-1870).

In 1867 exposeerde Louis Tiffany zijn eerste schilderij op een tentoonstelling in de National Academy of Design in New York, waarna hij vertrok naar Parijs. Hij ging zich vooral toe leggen op genrestukken en exotische landschappen. 
Om inspiratie op te doen reisde hij daarna naar Spanje, Egypte en Afrika. Hij begon steeds meer in de ban te raken van de decoratieve kunsten en wilde daar dan ook zijn verdere leven mee vullen. Hij begon kunstvoorwerpen te verzamelen, niet alleen om naar te kijken maar vooral om ze te bestuderen, hij was altijd bezig met het "maken". Ook was hij in die tijd geïnteresseerd in binnenhuisarchitectuur en de daarbij passende kunstuitingen.

atelier Tiffany & Co
Tiffany zijn interesses werden breder en hij wilde meer. Hij opende met een aantal kunstenaars, waaronder Candace Wheeler (textielontwerpster) en Samuel Coleman (meubelontwerper), in 1879 een eigen bedrijf onder de naam Louis C. Tiffany and Associated Arts.
Samen ontwierpen ze textiel, accessoires, meubels, serviesgoed, lampen e.d., geïnspireerd door de Oosterse- en de middeleeuwse kunst. Zijn lampen en gebrandschilderde ramen zijn veelal ontworpen in de Moskeestijl, die hij had bestudeerd in de verschillende paleizen, musea en moskeeën tijdens zijn reizen. Tiffany vond dat hij veel eer verdiende en plaatste  zichzelf vooral op de voorgrond, de individuele ontwerpen van zijn medeontwerpers hield hij op de achtergrond.
tafellamp

De zaken gingen goed en de opdrachten stroomden binnen. Hij kreeg de opdracht om het huis van de schrijver Mark Twain in te richten en in 1883 mocht hij het Witte Huis opnieuw inrichten. Een betere reclame kon hij niet krijgen en er volgden meer opdrachten van rijke mensen. Hij wilde ook alleen maar zaken doen met rijke mensen, zijn doel was, heel veel geld verdienen. Met het verdiende geld ging Tiffany zich verder ontwikkelen en hij verdiepte zich vooral in de glaskunst.

Tiffany ging werken bij verschillende glazeniers en begon te experimenteren met glastechnieken. Hij begon in 1880 naast zijn bedrijf voor binnenhuisarchitectuur een eigen glasatelier en nam Salviati, een meesterglasmaker van Murano, in dienst. Hij legde zich toe op gebrandschilderde ramen, tegels van glas en de beroemde lampen. De glaskunst nam veel tijd in beslag en daarom stopte hij met de binnenhuisarchitectuur en begon een glasfabriek op Long Island.
Tiffany was de uitvinder van het Favrileglas. Hij was gefascineerd door de regenboogkleuren op het opgegraven Romeins glas en wilde deze glans evenaren in zijn eigen ontwerpen.

Tiffany werd steeds commerciëler, hij maakte vooral producten die in de smaak vielen bij rijke klanten en flink wilden betalen voor zijn ontwerpen. Zo rond 1900 kwam hij met de eerste Tiffany-lampen, die nog steeds een begrip zijn.
De eerste exemplaren werden aan één stuk geblazen, de lampen die wij vooral kennen zijn gemaakt van de restanten van de glas-in-lood-ramen.
In die tijd nam hij deel aan de tentoonstelling "Exposition Universelle" in 1900, met succes, en in dat jaar veranderde hij de naam van zijn bedrijf in "Tiffany Studios".

De lampen hadden veelal motieven van planten en dieren maar ook Moorse en Indiaanse afbeeldingen zijn te zien op zijn werk. De lampen stonden op een bronzen voet, niet alleen de tafellampen maar ook vloerlampen, wandlampen en hanglampen hadden een bronzen voet met ornamenten in de vorm van bloemmotieven, exotische figuren, boomstronken e.d.  De lampen waren niet bedoeld als lichtbron maar als kunstobjecten.

De beroemdste Tiffany-lamp is de "Morning Glory", een lamp met een voet van waterlelies en een kap met losse bloemkelken. Met deze lamp won Tiffany in 1902 de hoofdprijs op een tentoonstelling in Turijn. Ook de "Wisteria"was een groot succes. De Tiffany-lampen worden tot op de dag vandaag nog altijd met de hand gemaakt, dit is een kostbaar en intensief proces.
Vanzelfsprekend heeft Tiffany altijd veel concurrentie gehad, veel glaskunstenaars zagen zijn succes een wilden hem evenaren, en er is veel gekopieerd.

mooi namaak
Tiffanymusea:
Neustadt Collectie, Long Island City New York
Haworth Art Gallery, Accrington in Engeland
Charles Hosmer Morse Museum of American Art, Winterpark Florida 

zaterdag 23 maart 2013

Favrileglas

Er zijn zeker al 5000 jaar verlopen sinds de uitvinding van het glas. Er zijn door de eeuwen heen steeds nieuwe mogelijkheden en verfijningen ontdekt voor het maken van glazen voorwerpen en er is voortgeborduurd op oude glastechnieken. Er kwam regelmatig een nieuwe ontwikkeling op gang door het vinden en de bestudering van het oude glas.

Bij verschillende opgravingen vond men oud Romeins glas met een mooie maar niet bedoelde iriserende glans. Deze glans in regenboogkleuren kwam op het glas als gevolg van verwering in de grond. Jammer genoeg ging na verloop van tijd het iriserende laagje afschilferen tot grote ontsteltenis van verzamelaars.

Glasfabrieken in verschillende Europese landen begonnen te experimenteren met glastechnieken om in de buurt te komen van het uiterlijk van oud en verweerd glas. Sommige fabrieken gelukte dat en in 1873 was er de Hongaarse glasfabriek Zahn en Zlatno die een techniek ontwikkelden die erg veel leek op het oude iriserend glas maar nog niet helemaal, wel waren ze met hun uitvinding aanwezig op de wereldtentoonstelling in Wenen

Een echte doorbraak veroorzaakte L.C.Tiffany een Amerikaans glaskunstenaar, schilder en ontwerper. Tiffany was gefascineerd door de bijzondere manier van verwering van het oude glas. Hij was een verzamelaar van antieke glazen voorwerpen en wilde de regenboogkleurige glans nabootsen. Na veel experimenten lukte het hem om dit zogenaamde iriseringsproces te evenaren. Het was hem gelukt een procedé te ontwikkelen die je zeker baanbrekend kunt noemen.

Hij had "de" methode gevonden. Tijdens de productie wordt het glas bewerkt met damp van verschillende zuren met het gevolg dat er allerlei kleuren tevoorschijn komen. Het verschil met het oude glas is dat daar de iriserende laag aan de buitenkant te zien is, en bij het Tiffanyglas is de kleur ingebakken. Door het in elkaar vloeien van de kleuren lijkt het alsof er een satijnlaagje over het voorwerp ligt.
Bij sommige objecten zijn wel 20 kleuren gebruikt met een fantastisch resultaat.
Tiffany patenteerde zijn uitvinding in 1894 en 2 jaar later kwam de productie van dit speciaal glas op gang. Hij noemde zijn vinding Favrile glas, een verbastering van het oud Engelse woord fabrile (ambachtelijk).

In alle stukken die voor 1900 zijn gefabriceerd door Tiffany staan de letters LCT Favrile in het glas geëtst, stukken die na 1900 door hem zijn vervaardigd staat LC Tiffany-Favrile. Dit is goed om te weten, zo kun je gemakkelijk een ontwerp dateren als je op zoekt bent naar een object gemaakt van favrileglas.
Favrileglas is maar tot 1930 in productie geweest, het schijnt dat de productie tot stilstand kwam met de dood van Tiffany, toen werd de formule voor het favrileglas vernietigd.

grote klok
Guardian Building Detroit
Tiffany gebruikte zijn uitvinding niet alleen in zijn beroemde objecten en glas-in-lood-ontwerpen maar ook voor zijn andere zaken zoals bv de grote klok in de Guardian Building in Detroit.


Het procedé van favrileglas is ook door andere glaskunstenaars gebruikt o.a. door Emile Gallé en met veel succes.

zaterdag 16 maart 2013

Fer de Berlin

2e kwart 19de eeuw
Fer de Berlin , is de naam van sieraden die in het begin van de 19de eeuw zijn gemaakt van ijzer. De naam is ontstaan naar aanleiding van het verzet van de Pruisen tegen de Napolionistische overheersing. Er moest geld komen voor de oorlog en de Pruisische dames werd gevraagd om hun gouden en zilveren sieraden in te leveren, zodat er wapens voor konden worden gekocht. In ruil voor het inleveren van de sieraden kregen de dames een cadeau in de vorm van een ijzeren sieraad, met de inscriptie: "Eingetauscht zum Wohl des Vaterlands".

Berlijn 1820
Duitsland had al enkele grote ijzergieterijen o.a. in Berlijn en Gleiwitz in Oost-Pruisen, nu Polen. Deze gieterijen begonnen naast hun opdrachten voor bruggen, balustrades, balkons e.d. zich bezighouden met het kleinere werk, namelijk de ijzeren sieraden. In 1804 kwam er in Berlijn een gieterij die gespecialiseerd was in klokken, kandelaars, tabaksdozen een andere snuisterijen en ging zich in 1807 toeleggen op het maken van de ijzeren sieraden, zoals halskettingen, ringen, armbanden, broches, knopen en diademen.
Het werd een succes en in resp. 1815 en 1817 kwamen er nog 2 Pruisische ijzergieterijen bij en begon men ook daar met de 'fijngieterij'.

2de kwart 19de eeuw
De modellen voor de sieraden werden gevormd in was en afgedrukt in zeer fijn zand. De mallen werden gevuld met vloeibaar ijzer. Daarna werden de sieraden met de hand afgewerkt, het ijzer werd glanzend gepolijst en geslepen als edelstenen, sommige sieraden zijn zo mooi, dat ze lijken op parels. Aan het eind van het hele proces werden de sieraden nog zwart gelakt.

Fer de Berlin is prachtig om te zien maar wel erg kwetsbaar, er breekt gemakkelijk een stukje af. Deze Fer de Berlin-sieraden zijn zeer gezocht en op antiekbeurzen en veilingen gaan ze voor grote bedragen van de hand. Ook de oorlogsonderscheiding het IJzeren Kruis is gedeeltelijk van gietijzer gemaakt.

Door de kleur zwart kwamen deze sieraden in gebruik als rouwsieraden na de dood van Koningin Luise, de echtgenote van Frederik Willen III van Pruisen. De zogenaamde Luisenhänger werd erg populair. Op de hanger was namelijk een afbeelding aangebracht van de overleden vorstin. Vanaf dat moment kwamen de gietijzeren sieraden, in meer landen in Europa, in trek. De sieraden die als teken van persoonlijke rouw in aanmerking kwamen werden zeer populair.

Door de grote vraag naar de ijzeren sieraden begon men in 1828 in Parijs met het vervaardigen van gegoten ijzeren sieraden en zo is de naam "Fer de Berlin" (ijzer uit Berlijn)ontstaan.
Ook in ons land werden de ijzeren sieraden gedragen, het tijdschrift 'Penelope", in die tijd zeer populair, besteedde er aandacht aan. 

zaterdag 2 maart 2013

De schat van het Kremlin

kroon, Catharina II
zilver, briljanten,
 parels en spinellen
(1762)
Deze schat is voor het eerst beschreven tussen 1476 en 1478. 
In de kronieken van die tijd werd gesproken over 300 karren parels, goud, zilver en edelstenen die van Novgorod naar Moskou werden vervoerd voor de vervaardiging van persoonlijke sieraden van de vorsten, zaken die met het hof te maken hadden, en met de eigendommen van de staat. 
Dit alles werd bewaard in een gebouw dat Het Stenen Huis werd genoemd. Wij kennen het onder de naam Kremlin

Het Kremlin ligt aan het Rode Plein in Moskou, het gebied is 28 ha groot en volledig ommuurd. Binnen deze ommuring vind je o.a. musea, kathedralen, torens, paleizen, regeringsgebouwen en het arsenaal. Vanuit het Kremlin werd het Russische Rijk eeuwenlang bestuurd tot tsaar Peter I de hoofdstad van het land naar Sint Petersburg verplaatste. In 1917 ten tijde van de communistische revolutie werd het Kremlin het symbool van de macht van de Sovjet-Unie.

De naam Kremlin is het Russische woord voor stadskern. Als wij het hebben over het Kremlin dan bedoelen we daar meestal het Kremlin in Moskou mee, maar ook andere steden in Rusland hebben een Kremlin.

broche van goud, zilver,
 briljanten en spinellen (1764)
Het Kremlin bestaat al vanaf de 11de eeuw en vanaf die tijd zijn er vestingwerken binnen de muren gebouwd. 
In het Kremlin ontstonden in de 16de eeuw ateliers voor de verwerking van stoffen voor de kleding van de vorst, voor de stoffering van het hof en er kwam een goud- en zilversmederij. 
De wapens en wapenuitrustingen van de vorst werden bewaard in het arsenaal. Vanzelfsprekend waren er in het arsenaal en de ateliers de beste handwerkslieden aan het werk, niet alleen mensen uit Rusland maar ook uit Polen, Bohemen, Duitsland en Italië. De handwerkers van buiten de Russische grenzen namen nieuwe technieken mee op allerlei gebied, maar in het Kremlin bleef men werken volgens de Russische tradities.

Aan het eind van de 18de eeuw nam de productiviteit in het Kremlin af omdat Peter I alle ambachtslieden meenam naar zijn nieuwe residentie Sint Petersburg. De schatten die in het Kremlin bewaard werden gingen niet mee naar de nieuwe hoofdstad. Het arsenaal kreeg de taak om de daar aanwezige schatten te bewaren, waaronder ook de kostbaarheden van de aristocraten die in ongenade waren gevallen en de geschenken die buitenlandse gasten mee hadden gebracht. 
Na de communistische revolutie werd Moskou weer het centrum van het land.

In 1918 verklaarde Lenin dat "De kunsten eigendom waren van het volk" en voor het eerst kon de gewone Rus het Kremlin bezoeken.
Lenin nationaliseerde musea en particuliere kunstcollecties, waaronder de kunstcollecties van kerken en kloosters. Regelmatig werd de bestaande collectie aangevuld met werk van Sovjetkunstenaars, die zich lieten  inspireren door de kunst uit de 18de en de 19de eeuw, maar de Russische tradities niet los lieten.

Dat de Russische traditie niet is los gelaten is goed te zien aan de kronen die in de 18de en 19de eeuw zijn gemaakt. Enkele van deze kronen, zijn een duidelijke kopie van de oudere aanwezige kronen, het verschil tussen de kronen is dat de nieuwere iets barokker zijn. De oudere kronen waren niet bedoeld als kunstuitingen maar hadden vooral te maken met de macht van de vorst.

7 kronen
In het wapenpaleis is het Russische Diamanten Fonds ondergebracht. De collectie van dit fonds bestaat uit o.a. erekruisen, koetsen, sleden, wapens, wapenuitrustingen, harnassen, stoffen en hofkleding. Ook de 7 kronen worden er bewaard, de een nog mooier dan de ander, vol met diamanten, robijnen, smaragden, toermalijn, parels, spinellen, goud, zilver en sabelbont.

Er zijn veel sieraden en gebruiksvoorwerpen te zien, maar ook wereldberoemde diamanten zoals de Sjah, een gele, heldere diamant, geschonken door de sjah van Perzië aan de Tsaar. Dit cadeau werd gegeven om te voorkomen dat Rusland opnieuw een invasie in Perzië zou voorbereiden na de moord op Alexander Gribojedov  (1795-1829), in Teheran.  Gribojedov was een Russische diplomaat en toneelschrijver, hij had de opdracht gekregen de verhouding tussen de beide landen, in nasleep van de oorlog tussen beide landen, te verbeteren.  Helaas liep dat volledig uit de hand.

scepter met Orlov-diamant
En de beroemde Orlov-diamant  behoort tot de schat, hij weegt 189.62 kt, maar men denkt dat de diamant 300 kt was toen hij werd gevonden. Het verhaal gaat dat deze diamant is gevonden in India en in de 17e eeuw is gestolen door een Franse soldaat die zich had verkleed als hindoe. De diamant kwam na veel omwegen in handen van de sjah van Perzië en werd in 1780 gekocht door prins Gregory Orlov (1734-1783). Hij schonk de diamant aan Catharina de Grote (1729-1796) en zij liet de diamant in de keizerlijke scepter zetten.

Russische kunst is één en al pracht en praal en ook erg overdadig wat betreft het gebruik van edelstenen. Het overdadige vertoon is ingebakken bij Russische kunstenaars, tot op de dag van vandaag is het vaak "net een beetje meer". Maar breng je een bezoek aan Moskou, dan is het zeker de moeite waard om een kijkje te nemen in het Kremlin.