maandag 21 april 2014

Herstory of Art

Elk jaar voor mijn verjaardag, krijg ik de vraag "Wat wil je hebben?" Ik heb meestal wel een lijstje met wat hebbedingetjes en er staan altijd wel een paar boeken op die ik graag in mijn bezit wil hebben. Dit jaar was één van de boeken op mijn lijstje "Herstory of Art" van Karin Haanappel.

Bij mijn speurwerk naar vrouwelijke kunstenaars kwam ik het boek van Karin Haanappel tegen.
Zij vraagt zich af waar zijn de vrouwelijke kunstenaars? Waar is Her Story? Het is altijd His Story geweest,

Vrouwen worden nauwelijks genoemd, wel uitgebeeld, in de vele kunsthistorische boeken die er zijn. Worden ze wel genoemd dan is het terloops, in de schaduw of in één adem met een man, een kunstenaar. Een goed voorbeeld hiervan is Camille Claudel (1864-1943), zij was een  leerling van Auguste Rodin (1840-1917), zijn muze en geliefde. Zij was een getalenteerde kunstenares en deed beslist niet onder voor Rodin maar werd toch door hem overschaduwd. In de ogen van veel mensen was zij zelfs beter.

Musée 'd Orsay
Ik heb haar beeldhouwwerken gezien in het Musée 'd Orsay en Musée Rodin in Parijs en was er behoorlijk van onder de indruk. Vanzelfsprekend heb ik gelijk weer het boek uit de kast gehaald met de titel Camille Claudel een vrouw geschreven door Anne Delbée. Ik heb het boek in één adem herlezen en was opnieuw verbijsterd hoe het leven van deze vrouw is verlopen. En hoe het toch mogelijk is dat een vrouw met haar talent niet de erkenning heeft gekregen zoals haar mannelijke collega's dat wel kregen.

Karin Haanappel vroeg zich jaren geleden al af waarom vrouwelijke kunstenaars niet worden genoemd in de boeken naast de mannelijke kunstenaars. Waar is de gelijkwaardigheid? Zij ging het onderzoeken en na jaren studie en onderzoek resulteerde dat in een prachtig boek met de titel "Herstory of Art".
Je wordt in dit boek meegenomen, ik zou zeggen op een eeuwenlange reis, te beginnen in de Steentijd, tot een tijd nog niet zo lang geleden. Je maakt kennis met de kunstwerken en de kunstenaressen door de eeuwen heen, en je zult met Karin Haanappel ontdekken dat vrouwen altijd al grote kunstenaressen zijn geweest.

De auteur beschrijft de kunstenaressen en hun kunst in de Paleolitische, Neolitische, Preklassieke periode, de Klassieke Oudheid, de Middeleeuwen, de Renaissance en de Nieuwe Tijd. Het is een goed leesbaar boek, geeft veel informatie en er staan mooie foto's in. Je nieuwsgierigheid wordt gewekt, je wilt steeds meer weten over deze groep kunstenaars, de vrouwen.

Karin Haanappel heeft Algemene letteren en kunstgeschiedenis gestudeerd aan de universiteit van Utrecht. Ze is in beide studierichtingen afgestudeerd en haar eindscriptie ging over Camille Claudel. Vanaf 1996 heeft Karin Haanappel een eigen onderneming Haanappel Art International, een bureau voor Cultuureducatie en ze geeft al meer dan 15 jaar de kunst-en cultuurgeschiedenis een plaats in binnen- en buitenland.

Van Karin Haanappel verscheen in 2010 het boek Het Parijs van Isis en ze is bezig met het schrijven van een boek over het leven en oeuvre van Camille Claudel, ook  komt er een vervolg op Herstory Art, nl Herstory of Modern Art. Ik kijk er naar uit.

Wil je meer weten over Karin Haanappel en haar werk kijk dan HIER

zaterdag 12 april 2014

Andrea Palladio

Andrea Palladio
Andrea Palladio (1508 - 1580) werd geboren in Italië onder de naam Andrea di Pietro della Giondola, hij was een  invloedrijke architect uit de late Renaissance. We kennen hem vooral van de villa's die hij bouwde voor de rijken en edelen in en rond Venetië.

Palladio werd geboren in Padua en was de zoon van een molenaar. Op zijn 13e kwam hij bij een steenhouwer in de leer, hij had talent en inzicht in het werk, maar kon bij de steenhouwer, waar hij inmiddels 5 jaar werkte, zijn draai niet vinden en wilde graag weg. Dat kon niet omdat hij een 6-jarig contract had waar hij niet onderuit kon. Hij besloot om de stad uit te vluchten om zo onder dat contract uit te komen. Hij ging naar Vicenza, werd weer terug gestuurd naar Padua om zijn contract na te komen. Een jaar later, na het beëindigen van zijn contract ging hij terug naar Vicenza en kwam in dienst bij de gilden van steenhouwers en metselaars, ook hier werden zijn kwaliteiten al snel opgemerkt.

Gian Giorgio Trissino

In Vicenza woonde de edelman Gian Giorgio Trissino (1478 - 1550), hij kwam in aanraking met Palladio en was onder de indruk van de kennis en de kwaliteiten die hij had op het gebied van de architectuur. Trissino was ook degene die hem de naam Palladio gaf, een verwijzing naar Pallas Athene de godin van de wijsheid.

Trissino introduceerde hem bij de rijken en de adel in de regio, met het gevolg dat Palladio op hun kosten een studiereis kon maken naar oude steden waaronder Rome. Daar bestudeerde hij de oude ruïnes en werd geïnspireerd door het werk van Leon Battista Alberti (1404 -1472) en Donato Bramante (1444 -1514). Ook bestudeerde hij de architectuur en de geschriften van Vitruvius (o.a. architect 85 - 20 v. Chr.) en bij zijn ontwerpen maakte hij gebruik van de maatgeving en de regels opgesteld door Vitruvius. Hij noemde hem zijn enige leermeester. In die tijd publiceerde hij twee boekjes waar hij zijn ideeën in beschreef.
Terug in Vicenza kreeg hij de opdracht om een nieuwe façade te ontwerpen voor het stadhuis. In datzelfde jaar was hij betrokken bij het ontwerp van Palazzo della Ragione.

In de 16e eeuw ging het met de handel in Venetië minder goed en de rijke Venetianen gingen investeren in de vruchtbare landbouwgebieden die waren ontstaan in de drooggelegde gebieden ten noorden van Venetië. Palladio maakte gebruik van de situatie door villa's te ontwerpen die de sociale status van de eigenaren goed weer gaven. Zijn ontwerpen waren strak en symmetrisch van opbouw, hij vond dat een villa goed in zijn omgeving moest passen, hij plaatste daarom het woongedeelte van een villa altijd met uitzicht op het landschap.

Zijn bouwkunst is rustig en streng, zijn ontwerpen zien er aan de buitenkant imponerend uit en aan de binnenkant tref je harmonieuze woonvertrekken aan. Palladio combineerde schoonheid met functionaliteit.

In 1570 komen er vier boeken van hem uit onder de titel "I qattro libri dell 'architettura", waarin hij zijn ideeën en werkwijze uiteenzet.
Deze boeken waren niet alleen belangrijk voor de architecten van die tijd  maar ook veel architecten in verschillende Europese landen waaronder Nederland, die na hem kwamen, gebruikten zijn boeken. Er is zelfs een architectuurstroming naar hem vernoemd, het Palladianisme.

Engeland was het eerste land dat bouwde in de stijl van Palladio. Voorbeelden hiervan zijn St.Paul's Cathedral in Londen van de architect en wetenschapper Christopher Wren (1632-1723).

Chiswick House
Wren is begraven in de St. Paul's Cathedral en op zijn grafsteen staat: "Lector, si monumentum requiris" ("Lezer, als u zijn monument zoekt, kijk dan om u heen"). 
Ook geïnspireerd door het Palladianisme
was de  architect William Kent (1685-1748). Van hem kennen we o.a.Chiswick
House. Kent was niet alleen architect maar ook een belangrijk landschapsarchitect en meubelontwerper.

Terug naar Palladio, van hem zie je vooral in Vicenza veel bouwwerken, vooral villa's bv. villa Rotonda. Deze villa is gebouwd in 1556 in opdracht van de pauselijke hoogwaardigheidsbekleder Paolo Almerico. Almerico was geboren in Vicenza en wilde er gaan wonen nadat hij zich had teruggetrokken uit het pauselijke ambt. De villa is ook bekend onder de naam Villa Almerico, Villa Capra, La Rotonda en Villa Rotunda. Villa Rotonda is de meest gebruikte en ook bekende naam van dit bouwwerk. 

Het is architectonisch een meesterwerk, het is gebouwd op een heuveltop met uitzicht op de dalen. De villa kun je zien als een eerbetoon aan het landschap. Zelfs Goethe (1749-1832), van wie bekend is dat hij niet dweepziek was, maar na een bezoek aan de villa zei: "Misschien heeft de bouwkunst nooit meer zulk een hoogtepunt en weelde bereikt".

Villa Rotonda
De buitenkant doet denken aan een Griekse tempel, het is volledig symetrisch, aan alle kanten bordessen en door deze bouwstijl zien de voor- achter- en zijkant er gelijk uit, ze zijn niet van elkaar te onderscheiden.
Het gebouw heeft de vorm van een Grieks kruis en de façades, die op tempels lijken,  zijn voorzien van Ionische zuilen.
Op het gebouw is een koepel geplaatst, naar voorbeeld van het Pantheon. Het was de bedoeling om de koepel open te laten om het regenwater op te vangen maar daar is om praktische reden toch van afgezien. Aan de binnenkant van de koepel zijn fresco's te zien van Anselmo Canera en Allessandro Manganza. Op de gevels en de balustraden zie je standbeelden van Agostino Rubini, Albanese en Lorenzo.

De zoon van Almerico heeft de villa later verkocht en de nieuwe eigenaar heeft het ingrijpend laten veranderen.
Villa Rotonda is nu in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht door een rijke Venetiaans familie. Sinds 1994 staat de villa bij de Unesco op de Wereld-erfgoedlijst.

Teatro Olimpico
In de loop der tijd zijn er veel van Palladio's villa's in verval geraakt of kregen een andere bestemming, b.v. iemand kreeg het idee om er een lampenwinkel in te vestigen en ook zijn er villa's gebruikt als wijnboerderij en veel villa's zijn gewoon dichtgetimmerd.
Momenteel zijn er veel van deze villa's in handen van de overheid en worden gerestaureerd, maar geld is een groot probleem. Het is zo dat er alleen al in deze regio ongeveer 4000 villa's moeten worden onderhouden van een budget van een paar miljoen euro per jaar. 

De villa's van Palladio zijn niet alleen te vinden in Vicenza maar ook bv in Venetië, Verona, Udine, Maser en Bologna.

Andere hoogtepunten uit het werk van Palladio zijn o.a. het Teatro Olimpico, gebouwd in 1585 in Vicenza, het eerste theater dat werd gebouwd sinds de Klassieke Oudheid, de San Giorgio Maggiore in1566 in Venetië, de renovatie van de Bassilica Palladiano in Vicenza in 1549, het is teveel om op te noemen.
Er zijn prachtige boeken over het werk van Palladio verkrijgbaar en in de bibliotheek kun je vast ook wel iets vinden.

Leuk om te weten: Villa Rotonda is in 1979 gebruikt bij de verfilming van De opera Don Giovanni van Mozart door Amerikaanse filmregisseur Joseph Losey (1909-1984).