zondag 18 december 2011

Fijne feestdagen


Knallen die klinken
tot diep in de nacht
blije gezichten,een
kind dat hard lacht
vuurwerk dat knalt,
t' wordt afgestoken
de beste wensen
worden uitgesproken
armen omarmen,
en iedereen kust
dorst wordt met dure
champagne geblust
vreugde en feest,
gelukkig Nieuwjaar
een waanzinnig
contrast met daar!!

Knallen weerklinken
daar diep in de nacht
bange gezichten,geen
kind dat daar lacht
armen omarmen,een
vrouw wordt gesust
ze heeft net haar
man....voor 't

allerlaatst gekust!!
Ik zou willen wensen
voor al die mensen
maar vooral voor de
kinderen daar:
in alle oorlogslanden
Vredig Nieuwjaar!



(Onbekende dichter)

zondag 20 november 2011

nomenclatuur (naamgeving)

Veel namen van edelstenen en mineralen zijn al duizenden jaren oud. Regelmatig worden er nieuwe soorten edelstenen ontdekt waar steeds weer een naam voor moet worden bedacht. In de loop van de jaren zijn veel oude namen vervangen door nieuwe.

Veel namen stammen nog uit de talen van oude culturen zoals;

opaal
Opaal: (upala) komt uit het Sanskriet en betekent “kostbare steen”.

Smaragd: (zamarad) komt uit het Perzisch en betekent “groene steen”.

Saffier: (sappir) komt uit het Perzisch en betekent “blauwe steen”, en in het Babylonisch betekent het “krassende steen”.

Jaspis
Jaspis: (aspru) komt uit het Syrisch en betekent “gespikkelde steen”.

Agaat: (Achates) is genoemd naar een mythologische rivier op Sicilië waar de steen het eerst werd gevonden .

Lapis lazuli: komt uit het Latijn. Lapis betekent steen en lazuli is azuur dat verwant is aan het Arabische woord voor blauw en betekent “blauwe steen”.

Zo zijn er nog vele te noemen.

Veel namen van edelstenen eindigen op “iet”, dit is afgeleid van het Griekse woord voor lithos dat “steen” betekent.

Zoals b.v.
malachiet

howliet gebeitst

nefriet
Als een edelsteen- of mineraalnaam eindigt op “spaat”, zoals bij veldspaat of vloeispaat (fluoriet) verwijst dit naar de splijting. De naam veldspaat komt van het Duitse woord “felsspalt” wat splijting betekent.

Ook naar de namen van metalen is veel onderzoek gedaan, goud, zilver en lood zijn zeer oude namen.

Vroeger is er veel gerommeld met de namen in de handel. Men gaf soms snel een mooie naam tegen beter (mineralogisch) weten in om het artikel goed te kunnen verkopen.

brazilianiet
Edelstenen worden vaak genoemd naar het land van herkomst, zoals “brazilianiet”, gevonden in Brazilië. Ook wordt een steen vaak naar de ontdekker genoemd, zoals prehniet, naar de Nederlander Prehn of howliet, naar de Canadees How.

Nog steeds worden de namen voor nieuwe vondsten op deze manier gegeven.



woensdag 9 november 2011

Barnsteen

Barnsteen is niets anders dan gestolde fossiele hars. 
De naam komt van het Laagduitse woord “bernen” (branden), barnsteen is namelijk brandbaar.
Hars is sap dat bomen uitscheiden om beschadigingen of wonden te dichten en het dient als bescherming tegen schimmels. Niet alleen naaldbomen maar ook tropische loofbomen hebben deze eigenschap. 
De meeste hars die aan bomen kleeft komt op de grond terecht en verdwijnt na verloop van tijd. 
Als hars van lucht wordt afgesloten, heeft het kans om te fossiliseren tot barnsteen. 
Er komt weleens een insect, spin of bloem terecht in de kleverige massa maar dat fossiliseerde gewoon mee.

Uit onderzoek is gebleken dat barnsteen al meer dan 100 miljoen jaar geleden werd gevormd.
Barnsteen wordt o.a. gevonden in Rusland, Polen, de Baltische Staten, Sicilië, de Dominicaanse Republiek, Canada, China, Japan en Mexico. Regelmatig spoelt het nog aan in Denemarken, maar ook op de Nederlandse Waddeneilanden wordt er zo af en toe nog iets gevonden.

De mooiste barnsteen is doorzichtig, maar er zijn ook stenen met prachtige honinggeel, bruin- groen- en roodachtige kleuren. Zwart barnsteen zie je ook weleens deze wordt alleen in veengebieden gevonden. Mineralogisch gezien heeft barnsteen een amorfe structuur en is vrij zacht. Het is een van de weinige edelstenen met een organische oorsprong. 

In veel landen is barnsteen bekend als “Amber”of “Ambre”. De naam amber is van Arabische oorsprong en verwijst naar de aromatische geur die het afgeeft. In de Nederlandse taal is amber een aromatisch product afkomstig van de potvis en wordt o.a. gebruikt bij het vervaardigen van parfums.

Barnsteen heeft ook statische eigenschappen, als je er over heen wrijft blijven er stukjes papier of haren aan hangen. Het woord “elektriciteit” is afgeleid van het Griekse woord voor barnsteen,  nl electron.

Bij opgravingen in Klein-Azië, Griekenland, Italië, Engeland en Denemarken zijn grote hoeveelheden barnsteen gevonden. Tegenwoordig is er nog steeds vraag naar barnsteen, vooral sieraden en kleine voorwerpjes. 
Bij de verwerking van barnsteen blijven er snippers over die eigenlijk onbruikbaar zijn. Dit snippers worden verzameld en samengeperst tot blokken, zo kan dit afval gebruikt worden voor het vervaardigen van verschillende voorwerpen. 
Dit samengeperst materiaal heeft de naam ambroïd gekregen.

Vanzelfsprekend is er ook namaak barnsteen in de handel. Om te testen of je met een imitatiesteen te maken hebt, hou je een gloeiende naald tegen het materiaal, het gaat dan smelten en je krijgt de geur van verbrand plastic in je neus. De verkoper zal met deze actie niet zo blij zijn en daarom kun je beter de methode van het opwrijven gebruiken. 
Heb je te maken met echte barnsteen dan ruik je een heerlijke aroma.
Tegenwoordig wordt barnsteen nog hoofdzakelijk als edelsteen gebruikt. 
De technieken voor de bewerking zijn vaak van oudsher overgegaan van vader op zoon. 

In de prehistorische werd barnsteen al gebruikt voor het maken van kralen, hangers en knopen, en het werd als betaalmiddel gebruikt. 
Helios
Ook in de Griekse mythologie komt barnsteen voor, bv in het verhaal van de Griekse god Helios. Helios liet op een dag zijn zoon Phaeton de zonnewagen besturen. Dat was niet gemakkelijk voor de zoon omdat de paarden niet door hem in toom gehouden konden worden. Het gevolg was dat hij zowel de hemel als de aarde verschroeide. Om de aarde te redden gooide Zeus, de oppergod, zijn bliksemschicht naar Phaeton en deze viel dood ter aarde. Zijn zusters, de Heliaden, beweenden hun broer met heel veel tranen. Al deze tranen druppelden neer en stolden als barnsteen. 

Barnsteen was niet allen bekend bij de de oude Grieken maar ook de Romeinen hechtten er mythische krachten aan, zij meenden dat barnsteen een genezende werking had. 
Deze aantrekkingskracht is er nog steeds, ook tegenwoordig dragen mensen barnsteen op de huid om bepaalde kwalen tegen te gaan.

Nog een leuk weetje; in de film Jurassic Parc onder regie van Steven Spielberg wordt er op een bepaald moment DNA opgezogen uit dinosaurusbloed door prehistorische muggen. Deze muggen waren insluitsels van de hars, dus barnsteen.

vrijdag 7 oktober 2011

Tijgeroog, Kattenoog en Valkenoog

In 1800 werd aan deze stenen door de Duitse mineraloog
J.F.L. Hausmann (1782 – 1859) de naam krokidoliet of crocidoliet gegeven, dat in het Grieks draadsteen betekent, omdat de stenen uit asbestvezels bestaan.


Tijgeroog ontstaat  door de verkiezeling van de zwartblauwe asbestvezels die crocidoliet worden genoemd. Daarbij ontstaan vaste insluitsels van haarachtige kristallen in het kwarts. Door de oxidatie van de oorspronkelijke crocidolietvezels ontstaan de goudglanzende limonietvezels in de steen.

De benaming Tijgeroog is ontstaan omdat de steen een lichtreflectie heeft die aan het oog van een tijger doen denken. Dit spleetvormig lichteffect heet chatoyeren. Wanneer de steen cabochon (bol) geslepen wordt, is het katoogeffect het beste zichtbaar. 
De kleur van de steen geeft hem zijn naam: de rode soort heet kattenoog, de blauwe Valkenoog en de goudgele/goudbruine Tijgeroog. 

De kwartsoorten vertonen geen kristalvorm maar worden massief gevonden. Ze worden in hanteerbare blokken gezaagd en verkocht aan slijpers over de hele wereld. Doordat er veel van dit soort kwarts wordt gevonden is zelfs de prijs van de beste kwaliteit nog redelijk.
Tijgeroog kan ook worden gebleekt met oxaalzuur, en daarna kan het in alle mogelijke kleuren worden gebeitst. 
Ga je tijgeroog verhitten dan krijg je een rode kleur. De rode kleur komt in de natuur ook voor en deze heeft vanzelfsprekend de voorkeur boven de gebeitste steen. Tijgeroog wordt ook wel tijgerijzer genoemd omdat het vooral ijzer bevat.

Ongeveer 100 jaar geleden werden de stenen ten noorden van de Oranjerivier in Zuid-Afrika gevonden. Daar zijn vindplaatsen ontdekt die een veel rijkere kleur en glans hadden dan de exemplaren die tot op dat moment bekend waren.
Andere vindplaatsen van tijgeroog zijn in India, Mexico, Californië en het westen van Australië.

Koningin Victoria van Engeland kreeg van de Indische koning Kandy een geslepen kattenoog van 313 karaat; zijn kracht zou het rijk bewaken tegen negatieve invloeden. 
Men gebruikte deze stenen niet alleen om het boze oog te verdrijven maar er werden ook mooie sieraden, doosjes en kleine schaaltjes van gemaakt. 
Kattenoog is een kwartsvariant, na het slijpen krijg je het mooie kattenoogeffect met de kleuren wit, grijs en groen. 
Kattenoog wordt gevonden in Duitsland, Sri Lanka en Birma.

Valkenoog is een mineraal en een variant van kwarts. 
De kwarts is vergroeid is met de vezels van crocidoliet (blauwe asbest). 
Valkenoog is donkerblauw met een karakteristiek chatoyance-effect wanneer de steen gepolijst is.
De blauwe valkenoog zal door oxidatie in vele duizenden jaren veranderen in het goudkleurige tijgeroog.

De grootste vindplaats is Griquatown in Zuid-Afrika. Verder wordt het gevonden in Wittenoom Gorge in West Australië en in Salzburg, Oostenrijk. 
Valkenoog wordt gevonden waar de tijgeroog aanwezig is.

zondag 2 oktober 2011

Verschillende soorten kralen.

Kralen van glas en silverfoil gecombineerd met
Tibetaans zilver.
Vroeger handelden mensen met kralen de zogenaamde "Tradingbeads". Deze glazen kralen, lampwork genoemd, werden in die tijd gemaakt met de warmte van een olielamp, vandaar de naam lampwork. Tegenwoordig worden glazen kralen ook nog lampwork genoemd maar zijn nu vervaardigd op een geheel andere manier.
Elke lampworkkraal is uniek, twee dezelfde zijn er niet te vinden.

Een glaskraal wordt gemaakt door glas te smelten rondom een metalen pin, een mandrel. Tegenwoordig worden er verschillende soorten glas gebruikt en door het verschil in glas en door de technieken van deze tijd, kunnen er veel soorten kralen worden gemaakt. Je ziet kralen met luchtbelletjes  maar ook met bladzilver, bladgoud of een zirkonia, er is veel mogelijk.

Het afkoelen van de kraal moet gecontroleerd op kamertemperatuur gebeuren, meestal wordt daar een speciale oven voor gebruikt, de spanning kan op die manier geleidelijk afnemen en de kraal is minder gevoelig voor barstjes.

Schelpkralen.
Koop je lampworkkralen, let dan goed op wat je koopt. Er zijn namelijk veel goedkope lampworkkralen in de handel die in grote getale op de markt worden gebracht en van slechte kwaliteit zijn, vraag altijd of de kralen gehard zijn. Bij ongeharde lampworkkralen heb je grote kans dat je thuis komt met een zak gebroken kralen, in plaats van de mooie gekleurde, handgemaakte glaskralen die je hebt gekocht.

Glaskralen kun je op verschillende manieren bewerken om iedere keer een ander resultaat, dus een ander soort kraal te krijgen.
Bv. craclekralen, worden gemaakt met behulp van koud water. Terwijl het glas nog warm is, worden de kralen gedompeld in koud water en door het verschil in temperatuur gaan de kralen kraken. Het glas wordt daarna opnieuw verhit en gesmolten in de vorm die de maker wil. Het opnieuw verwarmen zorgt ervoor dat de buitenkant mooi glad wordt. De scheurtjes binnen in de kraal geven reflecterende oppervlakken, die bij elke beweging sprankelen.

Hele kleine glaskraaltjes worden roccailles genoemd. De kraaltjes variëren in grootte van 1.5 mm tot 4 mm doorsnede. Je kunt ze transparant (doorzichtig), opaak (dekkend) en luster (glanzend) kopen. Roccailles worden ook wel brei-of borduurkralen genoemd. Meestal worden de kraaltjes geknipt van glasstaafjes.

Cloisonnékralen, gecombineerd
met Tibetaans zilver.
Cloisonnékralen zijn bewerkt met de emaileertechniek. Letterlijk betekent emailleren "in een omheind veld". Er wordt een draad van edelmetaal op een ondergrond gespannen, de ruimtes daartussen worden opgevuld met glaspoeder. Door de hitte in de oven smelt het poeder en zo ontstaat het "emaille".

Kashmirkralen komen uit India en zijn gemaakt van een soort kunststof. Ze worden bewerkt met allerlei metalen en/of bolletjes van glas.
Kralen van natuurlijk materiaal, zijn alle kralen die zijn gemaakt van hout, schelpen, zaden, been of edel- en halfedelstenen.

Bronskleurige metallookkralen
gecombineerd met silverfoilkralen.
Metallook -kralen zijn kunststof kralen die lijken op metaal. Meestal is deze kunststof kraal voorzien van een zilver, brons- of goudkleurig laagje.

Kristal-kralen behoren ook tot de glaskralen. Het zijn geslepen of gegoten kralen en meestal vervaardigd onder hoge temperatuur. De waarde van de kraal hangt meestal af van het aantal facetten. En hoe meer facetten een kraal heeft, hoe groter de schittering.

De kristal-kralen zijn er in verschillende prijsklassen en dat heeft te maken met de kwaliteit Maar heb je Oostenrijkse kristalkralen dan ben je iets duurder uit maar dan heb je wel een goede kwaliteit. De kristalkralen uit Tsjechië zijn iets goedkoper dan de Oostenrijkse maar zeker niet minder van kwaliteit.

De Swarovski- en Strasskralen zijn bij veel liefhebbers van sieraden wel bekend. De kralen van Swarovski worden net als alle glaskralen gemaakt van kwartszand. Kwartszand wordt bij hoge temperaturen een dikke substantie en dan kun je het goed vormen. Glas met een toevoeging van 10% lood wordt kristal genoemd maar aan het Swarovski-kristal is 30% lood toegevoegd. Door deze hoeveelheid lood krijg je nog meer schittering en het kristal van Swarovski is daardoor goed herkenbaar.

Strass-stenen in een broche.
De Strass-kraaltjes hebben ook een loodgehalte van 30% en worden vaak als plaksteentjes gebruikt, bv op ornamenten. Er zijn ook Strass-steentjes van acryl maar schitteren niet zo mooi als de glas-steentjes.

En dan de parels, bijna bij iedereen vindt ze mooi en ze zijn er in alle soorten en maten. Zoetwaterparels zijn gekweekte parels, ze zijn verschillend van grootte en niet helemaal rond. Kunstparels zijn glasparels met een gekleurd laagje en kunnen ook erg mooi zijn. Een nadeel is dat het laagje bij een beschadiging kan gaan bladderen en dan zijn ze gelijk minder mooi. Tegenwoordig zijn er ook parels van acryl en zijn minder zwaar dan de glasparels.

Dit is een kleine greep uit het aanbod "kralen", maar wel de meest voorkomende.

zaterdag 1 oktober 2011

Zilver en Tibetaans zilver

Zilver werd al voor het begin van onze jaartelling gebruikt voor versiering en als betaalmiddel. Uit opgravingen blijkt dat er al 4000 – 3500 v.Chr. zilver werd gescheiden van lood op eilanden in de Egeïsche Zee en Anatolië. Vaak werd zilver geassocieerd met de maan, de zee en verschillende goden.

zilvermijn
In het begin dacht men dat het metaal kwik een soort zilver was. 
Dat blijkt nog uit de naam die kwik heeft zoals quicksilver in het Engels of kwikzilver in het Nederlands. Veel later bleek het om twee verschillende elementen te gaan. In de alchemie werd voor zilver het symbool van een halve maan gebruikt en alchemisten noemden het Luna. 

De naam zilver komt van het Oudhoogduits “silabar”, van de Germaanse wortel “silubra”. In het Latijn heet zilver “argentum”, waar zilver in het periodiek systeem het symbool Ag heeft.




Tibetaans zilver
Ketting waarin kralen van
Tibetaans zilver zijn verwerkt.
Tibetaans zilver, wordt voornamelijk gebruikt voor het maken van sieraden. Het is een legering van koper, nikkel of zink en een klein percentage zuivere zilver. 
Vroeger was dat 30%, tegenwoordig is dat een stuk minder.
Het is gemaakt volgens de traditionele Tibetaanse technologie, en is donkerder dan Sterlingzilver. Tibetaans zilver leent zich goed voor het maken van sieraden omdat er in dat zilver gemakkelijk motiefjes gemaakt kunnen worden.
Tibetaans zilver voldoet zeker niet aan de eisen van Sterlingzilver, Sterlingzilver bevat minimaal 92.5% zilver.

Het nikkelgehalte is tegenwoordig behoorlijk verminderd of zelfs afwezig, omdat veel mensen allergisch zijn voor nikkel.

zaterdag 10 september 2011

Schelpen

Schelpen zijn altijd voor verschillende doeleinden gebruikt, in veel landen waren ze ruil- en betaalmiddel.

Voor dit doel werden er vaak gedeelten van schelpen gebruikt die op een bepaalde manier waren bewerkt om ze verschillende waarden te geven. De waarde werd meestal bepaald door de lengte van de schelp.


Indianenstammen in Noord-Amerika gebruikten de schelp als betaalmiddel maar bv ook op de Bengalen, daar kenden ze hetzelfde gebruik. 

Voor de afschaffing van de slavenhandel in West-Afrika werden scheepsladingen schelpen vanuit Britse havens naar het Afrikaanse continent verscheept. De waarde van de schelpen was in West-Afrika vele malen groter dan in de landen waar de schelpen vandaan kwamen. Het was een lucratieve handel en er werd soms 500% winst gemaakt.

In Congo werd nog tot in het midden van de 19de eeuw schelpengeld gebruikt en in de meer afgelegen gebieden van West-Afrika werd het schelpengeld zelfs tot aan de 20ste eeuw gebruikt. Maar op een gegeven moment moest men ook daar meedoen met de valuta van de moderne tijd.

In Australië werd schelpengeld gebruikt door verschillende Aboriginalstammen. Deze stammen hadden allemaal een eigen waardesysteem ontwikkeld met het gevolg dat bepaalde schelpen bij de ene stam meer waard waren dan bij de andere.
Schelpengeld Papoea's
En op de eilanden ten noorden van Nieuw-Guinea werden de schelpen gebroken en de onderdelen werden van gaten voorzien voor ze als ruil- of betaalmiddel werden gebruikt. Ook op de Salomonseilanden werd het schelpengeld nog gebruikt tot 1882.

Ooit had China het schelpengeld in gebruikt. Dat is nog altijd te zien aan de Chinese karakters voor geld, waar o.a. het teken voor schelp op staat. 
Bij archeologische opgravingen in China zijn bronzen voorwerpen gevonden die de vorm en de afmeting hebben van een kaurischelp. 

Zo zie je dat schelpen bijna altijd belangrijk zijn geweest voor ruilen, betalen maar ook voor versiering, er kunnen kralen van worden gemaakt.




Schelpen worden ook gebruikt voor het verharden van een looppad, een zogenaamd "Schelpenpad". En in de bouw worden schelpen gebruikt in gebrande en gemalen vorm in plaats van cement. In musea kun je prachtige verzamelingen schelpen bekijken en er zijn mooie boeken over gemaakt. 
En zo zullen er nog vele toepassingen zijn.

vrijdag 9 september 2011

Jade

Jade is de algemeen gebruikte naam voor 2 soorten edelstenen n.l. jadeïet en nefriet. Het zijn beide silicaten, maar verschillend samengesteld, de hoeveelheid ijzer dat in het gesteente aanwezig is bepaalt de kleur. Het gesteente heeft een hardheid van 6.5-7 op de schaal van Mohs .

Een lichtgroene kleur geeft aan dat er weinig ijzer aanwezig is en donkergroen tot zwart geeft een hoog ijzergehalte aan.


Jade is het kostbaarst wanneer de steen stralend groen is en een beetje doorschijnend. Deze kwaliteit wordt Imperial Jade genoemd en staat ook wel bekend als het "Groene Goud".
Het mineraal is aangetroffen in o.a. Californië, Burma, Nieuw-Zeeland, Siberië, China, Mexico en Tibet.

In prehistorische tijden waardeerde men jade voornamelijk vanwege zijn hardheid en werden er wapens en werktuigen van gemaakt, maar op een gegeven moment begon men de schoonheid van jade te zien en werd het mineraal in sieraden en siervoorwerpen verwerkt.

In Mexico werd jade vereerd en de Mexicanen maakten er de prachtigste dingen van, dat duurde tot de conquistadores in 1500 dit land veroverden. De Spanjaarden ontdekten dat de groene steen, als het op het lichaam werd gedragen, bescherming bood tegen nierziekten. Zij noemden daarom de steen "piedra de ijada" (lendensteen). Ook wordt jade wel "steen van zijde" genoemd. De naam nefriet komt van het Griekse "nefros" (nier).
De Maya's en de Azteken achtten jade zelfs waardevoller dan goud.

De Chinezen zijn al vele duizenden jaren bezeten door dit gesteente. Nefriet is de jade die vroeger in China veel werd verhandeld. Witte jade werd gezien als zeer waardevol, daarna kwam geel, blauw/groen, zwart, rood en groen. 

Jade was het ook het symbool van de macht van de koning. Jade en koning hebben ook hetzelfde teken. Toen China overging op een keizerrijk bleef jade het symbool van de macht en welvaart. 

Als de stenen gepolijst zijn hebben ze een mooie glans, het lijkt of ze met olie zijn ingewreven. In China noemen ze jade daarom ook wel "natte steen" en het is uitstekend geschikt voor geraffineerde snijwerkjes. De Chinezen staan bekend om de beheersing van de verfijnde technieken die ze bezitten om de voorwerpen uit jade te kunnen snijden.

De Engelse wereldreiziger James Cook (1728 - 1779) nam de steen mee uit Nieuw-Zeeland waar het "punamusteen" werd genoemd.

Er zijn knappe imitaties van glas gemaakt. Omdat jade poreus is kan men het een andere kleur geven door te beitsen. Bij voorkeur geeft men de stenen met een oninteressante kleur de tint van de kostbare Imperial jade.   

In de medailles die tijdens de Olympische Spelen in 2008 in Peking zijn uitgereikt is jade verwerkt.

(foto's o.a. van Semoea Helende Stenen)

donderdag 8 september 2011

Amethist

Amethist was al bekend bij de Egyptenaren, Etrusken en de Romeinen. De naam amethist is afgeleid van het Griekse "amethystos" wat nuchter of niet dronken betekent. 
Door de paarse kleur, werd de steen in verband gebracht met de god van de wijn, Bacchus of Dionysos.

De kleur van amethist kan variëren van licht- tot donkerviolet. de kleur wordt veroorzaakt door ijzer in combinatie met ioniserende straling. De steen is over het algemeen niet egaal maar verdeeld in kleurzones.

In Brazilië worden de mooiste amethisten gevonden maar ook een  belangrijke vindplaats is in de Serra do Mar in Uruquay. In Europa zijn ze te vinden in Armenië, Duitsland, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije, Ierland en Zwitserland. In Rusland in de Oeral en de Karpaten en in de Verenigde Staten in Montana, Maine, Georgia en Arizona. Verder in Canada, Mexico, Bolivia, India, Myamar, Japan, China, Korea Sri Lanka, Zimbabwe, Kongo en Australië. Zo te zien is de amethist op veel plekken op onze aardbol te vinden.

De Grieken droegen de steen als amulet om zich te beschermen tegen dronkenschap en verslaving. En in China werd de amethist gebruikt om het recht te laten zegevieren, voor dat doel kon men de steen zelfs huren.

Bisschopsring
In de Middeleeuwen werd de amethist zeer gewaardeerd, hij werd de bisschopssteen genoemd omdat het een geliefde edelsteen was voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, en de steen zou magische krachten bezitten.

In talloze musea zijn de prachtigste voorwerpen van amethist ondergebracht. In de 19e eeuw werd de amethist veel gebruikt voor de verwerking van sieraden. Vooral in de periode van de Jugendstil en de Art Nouveau was de steen zeer geliefd. Ook de Russische ontwerper Peter Carl Fabergé werkte veel met amethist, bekend zijn de versierde eieren die hij voor het Russische hof maakte.

De amethist is ook in juwelen van veel vorstenhuizen verwerkt, o.a. in de scepter van Catharina de Grote en in de Britse Kroon.
Het British Museum bezit een unieke geslepen steen van 343 karaat. Het Smithsonian Institute in Washington D.C. bezit zelfs een geslepen amethist (uit Brazilië) van 1362 karaat en één uit North Carolina van 202,5 karaat.

Amethist ruw
In het verleden is de amethist veel gekopieerd omdat het een zeer kostbare steen was en niet voor iedereen betaalbaar. Zelfs nu de prijs niet meer zo hoog is, worden er grote hoeveelheden syntetische amethisten geproduceerd.

De productiekosten zijn behoorlijk hoog en wordt doorberekend in de prijs. Wat dat betreft kun je ook een echte steen voor die prijs kopen.

maandag 5 september 2011

Jaspis

Ongeveer 2000 jaar geleden werd de naam jaspis voor het eerst gebruikt. De Griekse betekenis van jaspis is gespikkelde steen.
Jaspis wordt gevonden in India, Uruguay, Brazilië, Venezuela, de Verenigde Staten, Madagaskar, Zuid Afrika en Australië.

Maar ook langs de Nijl in Egypte is jaspis te vinden, in een mooie kastanjebruine kleur. Als je deze stenen doormidden zaagt komen er strepen tevoorschijn.
Ook een bijzonder soort is de bontgekleurde jaspis, deze is bijna nooit gelijkmatig, daarin zie je er wolkjes of streepjes en soms gaan de kleuren in elkaar over.

privébezit
En de luipaardjaspis, dat is een kleine ronde steen met tekeningen in beige en bruin. Mokkajaspis is een gelige steen met bruine vlekken en de Nunkirchner, grijsbruin van kleur en iets korrelig, is genoemd naar zijn vindplaats in de Hunsruck, Duitsland.
Deze steen wordt vaak blauw gekleurd en verkocht onder de naam Duitse lapis, of Swiss lapis, het is dan een imitatie van lapis-lazuli en wordt veel gebruikt in sieraden en kleine siervoorwerpjes.
Dan is er nog een roodbruine jaspis met de naam silex die wij als hoornsteen kennen.
Deze hoornsteen werd in de eerste vuurwapens gebruikt. Een slag tegen de steen deed een vonk over springen naar het kruit, en zo kwam het kruit tot ontploffing en werd het projectiel afgevuurd.

Het is bekend dat deze hoornsteen ook al in het stenen tijdperk werd gebruikt voor wapens en gebruiksvoorwerpen.

Dit is een kleine greep van alle jaspisstenen, er zijn tientallen soorten, vormen en kleuren, teveel om te beschrijven.
(foto's van de stenen van Semoea Helende Stenen)