zaterdag 28 februari 2015

Kasimir Malevich

Tot 15 maart 2015 is in het Drents Museum Assen is nog de de tentoonstelling van het werk van de Russische schilder Kasimir Malevich (1878 - 1935) te zien. 
Je ziet niet alleen werk uit zijn figuratieve periode, ook zijn andere periodes komen aan bod. Deze tentoonstelling is een aanrader! 
Hieronder een overzichtje van enkele schilderijen die je in Assen kunt bezichtigen.









(foto's gemaakt in het museum)

woensdag 25 februari 2015

Kleding van de Koryaks

Het rode stukje is het gedeelte
 waar de Koryaks leven.
Ongeveer 20.000 jaar geleden woonden er in Oost-Siberië, bij de Beringzee verschillende nomadenvolken. Ook nu wonen er in die streek nog verschillende volken waaronder nog steeds de Koryaks, zij leven daar al vanaf de IJstijd.

De oorsprong van de Koryaks is niet bekend, onderzoekers denken er verschillend over. Over het algemeen wordt aangenomen dat deze mensen al voor de IJstijd rondtrokken tussen Noord-Amerika en Siberisch Azië. Wel is duidelijk dat de Koryaks in vroegere tijden een veel groter gebied hadden dan tegenwoordig en het staat vast dat de Koryakbevolking tijdens een pokkenepidemie en een oorlog in een periode van ongeveer 40 jaar, tussen 1770 en 1800, af is genomen van ongeveer 10.000 naar 4.800 mensen.

Versierde onderrand van
een jas van rendierhuid.
De Koryaks zijn in twee groepen te verdelen. Aan de kust wonen de Nemelan (dorpsbewoners), zij leven vooral van de visserij en in het binnenland wonen de Chaucu (rijk aan rendieren).

Bij de rendierherders draaide en draait het leven om de rendieren, dat was en is hun hele bestaan.
In de IJstijd aten ze het vlees van hun dieren en dronken het bloed, de melk en organen beschouwden ze als een traktatie. Tegenwoordig eten en drinken de Koryaks ook de voedingsmiddelen van deze tijd zoals brood, granen en conserven. 
Van de botten maakten ze gereedschappen en de huid werd verwerkt tot kledingstukken die ze versierden met mooie patronen.

De laarzen  gemaakt
 van pootharen.
De laarzen van de Koryaks worden gemaakt van de huid van de poten van het rendier. Omdat de pootharen kort en stevig zijn blijven de laarzen langer in model.

De muts van de Koryak is ook gemaakt van rendierhuid en aan de binnen- en buitenkant gevoerd met bont. Onderaan zitten leren veters om de muts goed dicht te houden. De bontvoering wordt  meestal gemaakt van jonge dieren omdat dat warmer is
Muts met grappige oortjes.
dan het bont van oudere dieren.  

De kleding op de foto's is afkomstig uit het gebied van de Koryaks, de datering is de 19de eeuw n. Chr. Deze kleding komt uit de collectie van het Nationaal Museum van Wereldculturen.


In het  Rijksmuseum voor Oudheden leiden  is een tentoonstelling over de IJstijd, vooral geschikt voor kinderen. De tentoonstelling (kinderexpo) is nog te zien tot 10 mei 2015. 

(foto's zijn gemaakt in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden)

zondag 22 februari 2015

Pittige bloemkool uit de oven

Ovenschotel voor 2 - 3 personen.

Benodigdheden:
1 kleine bloemkool
300 gram aardappelen
I flinke rode ui
1 dl bouillon
mespunt komijnpoeder, kaneel, gemberpoeder en korianderpoeder
1 mespunt nootmuskaat 
paneermeel
klontjes boter
iets melk
olijfolie
vegetarisch gehakt
peper

Voorbereiding:
Aardappelen schillen.
Bloemkool in roosjes snijden.
Ui snipperen
Bouillon maken van een 1/4 blokje.

Bereiding:
Aardappelen koken.
Ui met komijnpoeder, kaneel, gemberpoeder en korianderpoeder fruiten in een beetje olijfolie.
De bloemkool toevoegen met de bouillon.
Goed doorroeren en ongeveer 10 - 15 minuten laten koken. 

Zijn de aardappelen gaar dan de puree maken en op smaak brengen met een scheutje olijfolie, melk en nootmuskaat.
Ondertussen de gehakt rul bakken met iets peper.
Oven 10 minuten voorverwarmen op 180c.
Ovenschaal invetten met olijfolie.

Is de bloemkool gaar dan het overtollige vocht afgieten en  daarna in de ovenschaal scheppen.
Gehakt er over verdelen.
Puree er op scheppen en bestrooien met paneermeel.
Een paar klontjes boter erover verdelen en 30 - 40 minuten in de oven mooi bruin laten worden.

Eet smakelijk!

                        Anne

woensdag 18 februari 2015

Marta Pan

Sculptuur Otterlo
Drijvende abstracte sculpturen zijn een kenmerk van het werk van Marta Pan.
Marta Pan was een in Frankrijk wonende beeldend kunstenares van Hongaarse afkomst. Ze is in 1923 geboren in Boedapest, daar is ze naar school geweest en na haar schooltijd is ze gaan studeren aan de Kunsthogeschool.

Als Marta Pan 29 jaar is gaat ze naar Parijs om haar blik te verruimen. Ze had niet alleen belangstelling voor beeldhouwen maar ook architectuur en landschap hadden haar interesse, vooral de combinatie hiervan. Door haar belangstelling voor de architectuur kwam ze in contact met de architect en stedenbouwkundige Le Corbusier (1887-1965). Op zijn kantoor maakt ze kennis met zijn naaste medewerker, de architect André Wogenscky (1916-2004), waar ze mee trouwde.

De sculpturen van Marta Pan behoren tot de kinetische kunst, dat wil zeggen dat de beweging centraal staat, de objecten worden door water, wind, magneten of motoren in beweging gezet. De meeste van haar sculpturen zijn abstract en organisch van vorm en gemaakt van hout en kunststof .

Het bevalt Marta uitstekend in Parijs en ze wil er blijven, ze wil er wonen, werken en trouwen en vraagt daarom de Franse nationaliteit aan. In 1952 krijgt ze de Franse nationaliteit en in datzelfde jaar heeft ze haar eerste solotentoonstelling, met de thema's scharnierpunt en evenwicht, genoemd "Cyclus Charniére". Haar werk blijft niet onopgemerkt en haar naam raakt bekend.

Twee jaar later toont ze een draaiend sculptuur in twee delen, "Le Teck", ook bij dit werk gaat het om evenwicht. De kritieken zijn lovend en Maurice Béjart en Michèle Seigneuret, geen onbekenden in de wereld van de dans, raakten zo geïnspireerd door het kunstwerk dat ze er een ballet op hebben gemaakt, eveneens met de titel Le Teck. 
De première van het ballet was in 1956 in Marseille op het dakterras van het net geopende woongebouw "De Unité d'habition", ontworpen door Le Corbusier.
Op de voorgrond "De schreeuw"van
beeldend kunstenaar Isamu Nogushi.
Op de achtergrond
Sculptuur "Otterelo".
Het werk van Marta Pan kreeg steeds meer bekendheid in het buitenland, waaronder Nederland. Haar eerste grote opdracht kreeg ze van het Kröller-Müller Museum in Otterlo. De opdracht was; ontwerp gazons waar paden doorheen lopen zodat bezoekers al wandelend in het park kunnen genieten van beelden van verschillende kunstenaars. Bij de opdracht hoorde ook een vijver waar een door haarzelf ontworpen sculptuur in zou komen te drijven. De opdracht hield tevens in dat er een verbinding moest zijn tussen het museum, het park en de vijver. Dit was een opdracht waar Marta Pan al haar kennis en kunde in kwijt kon.

Sculptuur Otterlo
Voor de vijver ontwierp ze "Sculptuur Otterlo", een drijvend kunstwerk dat beweeglijkheid en evenwicht uitdrukt. Het park, de architectuur, de vijver en de spiegeling in het water zijn een onderdeel van het kunstwerk. Het schijnt dat dit kunstwerk het meest gefotografeerde object in de wereld is.

Na deze grote opdracht van het Kröller-Müller Museum volgden andere opdrachten, vooral sculpturen die een relatie hadden met de architectuur. Ze kreeg niet alleen uit Europese landen opdrachten maar ook Japan, de Verenigde Staten, Libanon en Saoedi-Arabië wilden haar werk.
Veel objecten van Marta Pan staan in de openbare ruimten, bv in Parijs bij de metro ingangen van Auber, bij de medische faculteit van Saint Antoine, in New York in het Central Park, in Japan in het  Sapporo Art Park en in het Parc Central in Kirchberg, Luxemburg.

Weersomstandigheden hebben veel invloed op de sculpturen, de drijvende objecten hebben nog eens extra te lijden onder het steeds aanwezige water. Sculptuur Otterlo, vervaardigd van glasvezel en polyester, heeft al een paar keer een nieuwe coating gekregen, ook raakte het kunstwerk op een gegeven moment uit balans. Enkele jaren geleden is er nog een grondige renovatie geweest.

In 2007 kreeg Marta Pan de opdracht van het Kröller-Müller Museum om een amfitheater te ontwerpen. 
Marta Pan heeft samen met haar man altijd gewoond en gewerkt in Saint-Rémy-lès-Chevreuse, Frankrijk.
Op 14 oktober 2008 is Marta Pan overleden, zij was toen 85 jaar.

(foto's gemaakt in de beeldentuin van het museum)

maandag 16 februari 2015

Juma heeft zijn pleegmoeder

Op 30 januari heb ik geschreven over het berberaapje Juma, hij was gevonden op straat in een voorstad van Parijs. Juma is liefdevol opgenomen bij Stichting AAP, maar had zijn moeder nodig.
Er is inmiddels verandering gekomen in zijn situatie, Juma heeft een pleegmoeder en de kennismaking is goed verlopen.

Mail van Stichting AAP
Baby-berberaapje Juma werd aangetroffen terwijl hij eenzaam door de straten van Parijs zwierf. Toen hij bij AAP binnenkwam, klampte hij zich vast aan de knuffeldieren in zijn verblijf, op zoek naar een beetje geborgenheid. 
Gelukkig is er goed nieuws: Juma heeft kennisgemaakt met zijn pleegmoeder, Zina!
Een dierverzorger was getuige van het ontroerende moment waarop het kleintje wegkroop in de dikke vacht van zijn nieuwe mama en wist dit vast te leggen met zijn telefoon.
Zina zorgt er nu voor dat Juma echte apenknuffels krijgt.

Geef Juma ook wat extra liefde door hem te adopteren!

(foto uit ApeNote van Stichting AAP)

vrijdag 13 februari 2015

Dudeljo van Hans Dorrestijn

Het boek Dudeljo van Hans Dorrestijn is een feest van herkenning onder vogelliefhebbers, die geen vogelaars zijn.
Dudeljo, de titel van het boek, is de roep van de wielewaal, eigenlijk klinkt het meer als fuudidelioo.

De wielewaal is een vogeltje dat je goed kunt herkennen aan zijn gele veren en zwarte vleugels.
Ga je hem zoeken dan moet je wel de blik naar boven richten, de wielewaal zit meestal in hoge loofbomen.

Het boek van Hans  Dorrestijn gaat niet alleen over de wielewaal, hij neemt je mee op stap in Nederland en je gaat mee op reis naar verschillende Europese landen waar onder Georgië, Hongarije en Bulgarije.
Je maakt kennis met vogels van verschillende pluimage en de bijzondere ontmoetingen die hij heeft met andere vogelkijkers op zijn reizen.    
De vermakelijke situaties waarin hij terecht komt beschrijft hij op een Dorriaanse manier, met andere woorden, hij beschrijft zijn ervaringen op een humoristische wijze met de nodige nuchterheid over de fascinerende wereld van de vogels, vogelaars en alles wat er nog bij komt.
Het is een vermakelijk boek, ik schoot regelmatig in de lach en in mijn hoofd hoorde ik de stem van Hans Dorrestijn.

De mooie foto's in het boek zijn gemaakt door verschillende fotografen.
Het boek is verkrijgbaar in de boekhandel en bij Vogelbescherming Nederland

dinsdag 10 februari 2015

Boerenkool met chorizo

Ovenschotel voor 2 - 3 personen.
Benodigdheden:
400 gram boerenkool (of diepvries)
300 gram aardappelen
1 rode ui
250 gram champignons
chorizo (hoeveelheid naar eigen smaak)
nootmuskaat
peper
iets melk
een scheutje olijfolie
paneermeel
klontjes boter

Bereiding:
Aardappelen schillen en koken.
Boerenkool koken (na het koken goed laten uitlekken).
Ui pellen en in stukjes snijden.
De champignons schoonmaken en in vieren snijden.
Bak de ui en de champignons in de olijfolie.
Puree maken van de aardappelen met een beetje nootmuskaat, een scheutje olijfolie en/of iets melk.
Oven 10 minuten voorverwarmen op 180 gr.
Doe de boerenkool in een ingevette ovenschaal.
Bedek de boerenkool met de ui en de champignons.
Daar bovenop de chorizo verdelen.
Als laatste de puree erop en bestrooien met een paneermeel en de klontjes boter er over verdelen.
Nog ongeveer 30 tot 40 minuten in de oven.

Eet smakelijk!

                Anne

woensdag 4 februari 2015

Allium Sativum


Bloeiende knoflook
Allium Sativum kennen wij als knoflook, in sommige streken wordt het ook wel "knooplook" genoemd. Het komt oorspronkelijk uit Azië en is familie van de ui, prei en bieslook. Knoflook wordt veel gebruikt in de keukens rond de Middellandse Zee maar het heeft inmiddels zijn weg naar noordelijke streken gevonden, en is dan ook niet meer weg te denken uit onze eigen keuken.

De naam is ontstaan in de Middeleeuwen, het komt van het woord "cloflook", dat is samengesteld uit de woorden klieven en look, naar de vorm van het gewas. Knoflook was 5000 jaar geleden al bekend bij de Soemeriërs, zij wisten al dat het een eetbaar en gezond bolletje was. 
Knoflook is in de loop der eeuwen niet alleen als voedsel gebruikt of als smaak- en geurstof, maar ook de medicinale werking ervan is ontdekt.

Bij de oude Grieken noemde Aristoteles knoflook een tonicum en hij meende dat het de "getaande mannelijkheid" kon herstellen en de Griekse atleten ontleenden hun soepelheid en kracht o.a. aan de knoflookbollen.

In Egypte waren het de piramidebouwers die de knoflookbollen dagelijks aten om krachten op te doen voor het zware werk dat ze deden, ondanks dat knoflook in die tijd erg kostbaar was.

Ook in de Romeinse tijd dacht men dat knoflook de spieren versterkte en dat was dan voor de gladiatoren een goede reden om veel rauwe knoflook te eten.

In de Middeleeuwen aten de meeste mensen veel rauwe knoflook, zelfs zoveel dat het hun poriën uitkwam. Maar daar hadden ze zelf weinig of geen last van omdat bijna iedereen rauwe knoflook at en een knoflookadem- en lichaamsgeur was daarom heel gewoon.
Knoflook speelde ook in het bijgeloof een grote rol, mensen dachten in die tijd dat je met knoflook heksen en de duivel buiten de deur kon houden, en in de 18de en de 19de eeuw was het de gewoonte om een teentje knoflook bij de baby in de wieg te leggen om het kwaad tegen te gaan. De geur die in die tijd uit de wieg kwam was wel een heel andere dan het lekkere Zwitsalgeurtje die lang geleden bij ons thuis rond de wieg hing.

Veel knoflook eten is gezond dacht men, het zou beschermen tegen verschillende ziekten en vooral tegen de pest. Echt vreemd was het niet om te denken dat rauwe knoflook de pest tegen kon gaan, knoflook werkt inderdaad bacteriëndodend en dat komt door de stof "allicine" die in de bol aanwezig is. Allicine is een natuurlijk antibioticum, het verdampt als de knoflook wordt verhit. Deze stof is ook verantwoordelijk voor de geur, die wordt veroorzaakt door de afbraakstoffen van de allicine.

De medicinale werking van knoflook is in veel landen bekend. Bv de Chinezen leggen plakjes knoflook op wonden om de genezing te bevorderen. En in de 1ste Wereldoorlog werden er knoflookverbanden op wonden gelegd voor een snelle genezing.

Tegenwoordig weten we dat knoflook bloeddrukverlagend werkt, dat je je cholesterol ermee in toom kunt houden en het ook zou helpen om de gifstoffen uit je bloed te verwijderen. Er zijn ongetwijfeld nog meer zaken waar het eten van knoflook goed voor is.
In Rusland wordt knoflook bij de doorsnee Rus als medicijn gebruikt, zij noemen het "penicilline voor de armen".

Knoflook kun je het beste bewaren op een donkere plek maar niet in de koelkast want dan gaan het spruiten en wordt het bitter van smaak.
Knoflook kun je ook in poedervorm kopen. Zelf kweken kan ook  maar dat gaat niet altijd zoals je het graag zou willen, omdat knoflook het beste gedijt in warme streken.

Vind je het vervelend als je adem toch iets naar knoflook ruikt, eet dan wat peterselie.

Zo te zien is knoflook een veelzijdig bolletje. 

zondag 1 februari 2015

Vrijheidsbeeld

Het Vrijheidsbeeld op Liberty Island in de Upper New York Bay is het symbool van de toegang tot de Nieuwe Wereld.
Het beeld is geschonken aan Amerika door het Franse volk, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de onafhankelijkheid (1783) van de Verenigde Staten.

Oorspronkelijk heette het beeld " Vrijheid verlicht de wereld" .
Het idee van de schenking kwam van de Franse rechtsgeleerde, schrijver, dichter, en antislavernij-activist Edouard-René Lefèvre ( 1811-1883). De Franse beeldhouwer Frédéric-Auguste Bartholdy (1834-1904 ) kreeg de opdracht om het beeld voor Amerika te maken.

Bartholdy ging  in 1875 aan het werk in zijn atelier in Parijs. Hij nam als voorbeeld het Vrijheidsbeeld dat vanaf 1870 in de Jardin du Luxembourg staat en maakte een maquette van terracotta. Daarna werden er nog drie maquettes van het beeld gemaakt, elke keer een versie groter. Van hout maakte hij daarna verschillende onderdelen op ware grootte en bekleedde deze onderdelen weer met gips.
Aan timmerlieden gaf hij de opdracht om houten mallen te maken naar de vorm van de gipsen platen en in deze mallen werden 300 koperen platen van 0.2 cm dik geplaatst.
Opgebouwd naast het atelier
van Bartholdy in Parijs.
De koperen platen zijn met behulp van deze houten mallen in vorm geslagen door de reponsé-techniek, dat is een techniek waarbij er bijzondere vormen in het te bewerken materiaal kunnen worden gemaakt zonder dat de stevigheid ervan wordt aangetast.
De koperen delen werden daarna vastgemaakt op een houten raamwerk en zo werd het beeld, op ware grootte, in elkaar gezet vlak bij zijn atelier.

Op het moment dat het beeld af was en voldeed aan de opdracht, kon het worden verscheept naar Amerika. Het beeld werd helemaal uit elkaar gehaald en de onderdelen werden in 214 houten kratten verpakt en aan boord gebracht van het schip dat op 17 juni 1885 aankwam in New York.

Voor het 46 meter hoge beeld was een speciale constructie nodig om het beeld op te bouwen. Bartholdy vroeg aan de Franse ingenieur Alexandre-Gustave Eiffel (1832-1923), de ontwerper van de Eiffeltoren, om een systeem te ontwerpen dat het beeld inwendig kon verstevigen en ondersteunen. Dat was nodig omdat het beeld hol was en daardoor erg gevoelig voor wind. Het lukte Eiffel om een constructie te maken van ijzeren dwarsbalken en zuilen die onderling met elkaar werden verbonden.

Het centrale gedeelte van het bouwwerk, dat de meeste steun geeft, is verankerd in een voetstuk van gewapend beton waarop een laag graniet is aangebracht.
Het voetstuk ligt in het midden van een stervormige vesting, deze vesting was 80 jaar eerder gebouwd om New York te beschermen tegen aanvallende schepen.
Het centrale gedeelte rust op een raamwerk van 1350 ribben en loodlijnen van gepuddeld ijzer, een soort gietijzer.

Het koperen omhulsel werd hieraan bevestigd met koperen klinknagels en zadels. De koperen platen liggen niet strak tegen elkaar aan, er is ruimte tussen de platen gelaten, zo krijg je de nodige speling om scheuren en beschadigen die veroorzaakt kunnen worden door harde wind en temperatuurschommelingen op te vangen.
Omdat ijzer en koper op elkaar reageren, interactie of ionisering genoemd, is er een extra laag tussen de beide metalen aangebracht.

De plooien die in het gewaad zijn aangebracht zorgen voor de verdeling van de druk en ze voorkomen dat het beeld gaat zakken.

Het bouwwerk was in 1886 helemaal opgebouwd en in oktober van dat jaar werd het beeld ingewijd in aanwezigheid van de Amerikaanse president Grover Cleveland (1837-1908), zijn kabinet en vertegenwoordigers van de Franse regering.

Het Vrijheidsbeeld is een krachtig symbool en miljoenen immigranten die de Verenigde Staten binnen zijn gekomen kwamen via Ellis Island langs dit beeld.

Een eeuw na de inwijding van het beeld was er een grote opknapbeurt nodig, regen, wind en temperatuurwisselingen hadden hun werk gedaan. Er is twee jaar onderzoek gedaan naar de schade en in 1983 begon een grote renovatie.
Er kwamen verbeteringen en vernieuwingen, bv de fakkel, deze was eerst van massief koper met een laagje bladgoud, werd voorzien van glasplaten, zodat de fakkel een verlicht baken is geworden. Er kwam een betere ventilatie, verlichting, een centrale trap en glazen liften.

Op 4 juli 1986 werd het gerestaureerde Vrijheidsbeeld op feestelijke wijze geopend in aanwezigheid van hoogwaardigheidsbekleders waaronder de toenmalige Franse president François Mitterand (1916-1996). Mitterand sprak de woorden "Honderd jaar geleden schonken honderdduizenden zonen en dochters van Frankrijk de Verenigde Staten het Vrijheidsbeeld, dat ook nu nog het symbool is van de waarden die we allen onderschrijven".

In 1924 is het Vrijheidsbeeld een Nationaal monument geworden en kreeg de naam; Statue of Liberty National Monument en in 1982 is het beeld op de werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst.
Na de aanslagen op 11 september in 2001 is het monument een tijd niet toegankelijk geweest maar sinds 2004 is een bezoek aan het Vrijheidsbeeld weer mogelijk.
In 2003, het beeld was inmiddels 118 jaar, is er nog een renovatie geweest.

Het beeld in New York is niet het enige Vrijheidsbeeld, in Frankrijk staan nog enkele kopieën, bv in Barenti, de geboorteplaats van Bartholdy.
Bij Pont de l'Alma in Parijs staat een exacte kopie van de fakkel. Deze fakkel is min of meer een herdenkingsplaats voor Prinses Diana geworden, zij verongelukte in augustus 1997 bij de Almatunnel. 

Studentenprotest op het
Tiananmenplein in China
Ook de studenten die in 1989 protesteerden op het Tiananmenplein in China tegen de Communistische Partij van China hadden een replica van het Vrijheidsbeeld op het plein geplaatst. Nadat het protest was gebroken is het beeld erg snel verwijderd.

En op het eiland Odaiba (Japan) staat ook een kopie van het Vrijheidsbeeld.
Het Vrijheidsbeeld is voor veel mensen op de wereld het symbool van de normen en waarden die zij onderschrijven.

Nog een paar wetenswaardigheden:
  • De kroon heeft zeven punten en staan voor de zeven continenten.
  • De hoogte van de fundering tot de fakkel is 93 meter.
  • Het beeld is 45 meter.
  • De lengte van de hand is 5 meter.
  • Het gemiddelde gewicht is 204 ton.
  • De koperen bekleding weegt 91 ton.
  • Het aantal klinknagels is 300.000
  • Sommigen denken dat de moeder van de beeldhouwer model heeft gestaan  voor het beeld in Bois du Luxembourg.
  • En er wordt verteld dat het eerste beeld naar Egypte zou gaan om daar de functie van vuurtoren te krijgen maar dat het niet is doorgegaan omdat Egypte het beeld niet kon betalen.