zaterdag 10 september 2011

Schelpen

Schelpen zijn altijd voor verschillende doeleinden gebruikt, in veel landen waren ze ruil- en betaalmiddel.

Voor dit doel werden er vaak gedeelten van schelpen gebruikt die op een bepaalde manier waren bewerkt om ze verschillende waarden te geven. De waarde werd meestal bepaald door de lengte van de schelp.


Indianenstammen in Noord-Amerika gebruikten de schelp als betaalmiddel maar bv ook op de Bengalen, daar kenden ze hetzelfde gebruik. 

Voor de afschaffing van de slavenhandel in West-Afrika werden scheepsladingen schelpen vanuit Britse havens naar het Afrikaanse continent verscheept. De waarde van de schelpen was in West-Afrika vele malen groter dan in de landen waar de schelpen vandaan kwamen. Het was een lucratieve handel en er werd soms 500% winst gemaakt.

In Congo werd nog tot in het midden van de 19de eeuw schelpengeld gebruikt en in de meer afgelegen gebieden van West-Afrika werd het schelpengeld zelfs tot aan de 20ste eeuw gebruikt. Maar op een gegeven moment moest men ook daar meedoen met de valuta van de moderne tijd.

In Australië werd schelpengeld gebruikt door verschillende Aboriginalstammen. Deze stammen hadden allemaal een eigen waardesysteem ontwikkeld met het gevolg dat bepaalde schelpen bij de ene stam meer waard waren dan bij de andere.
Schelpengeld Papoea's
En op de eilanden ten noorden van Nieuw-Guinea werden de schelpen gebroken en de onderdelen werden van gaten voorzien voor ze als ruil- of betaalmiddel werden gebruikt. Ook op de Salomonseilanden werd het schelpengeld nog gebruikt tot 1882.

Ooit had China het schelpengeld in gebruikt. Dat is nog altijd te zien aan de Chinese karakters voor geld, waar o.a. het teken voor schelp op staat. 
Bij archeologische opgravingen in China zijn bronzen voorwerpen gevonden die de vorm en de afmeting hebben van een kaurischelp. 

Zo zie je dat schelpen bijna altijd belangrijk zijn geweest voor ruilen, betalen maar ook voor versiering, er kunnen kralen van worden gemaakt.




Schelpen worden ook gebruikt voor het verharden van een looppad, een zogenaamd "Schelpenpad". En in de bouw worden schelpen gebruikt in gebrande en gemalen vorm in plaats van cement. In musea kun je prachtige verzamelingen schelpen bekijken en er zijn mooie boeken over gemaakt. 
En zo zullen er nog vele toepassingen zijn.

vrijdag 9 september 2011

Jade

Jade is de algemeen gebruikte naam voor 2 soorten edelstenen n.l. jadeïet en nefriet. Het zijn beide silicaten, maar verschillend samengesteld, de hoeveelheid ijzer dat in het gesteente aanwezig is bepaalt de kleur. Het gesteente heeft een hardheid van 6.5-7 op de schaal van Mohs .

Een lichtgroene kleur geeft aan dat er weinig ijzer aanwezig is en donkergroen tot zwart geeft een hoog ijzergehalte aan.


Jade is het kostbaarst wanneer de steen stralend groen is en een beetje doorschijnend. Deze kwaliteit wordt Imperial Jade genoemd en staat ook wel bekend als het "Groene Goud".
Het mineraal is aangetroffen in o.a. Californië, Burma, Nieuw-Zeeland, Siberië, China, Mexico en Tibet.

In prehistorische tijden waardeerde men jade voornamelijk vanwege zijn hardheid en werden er wapens en werktuigen van gemaakt, maar op een gegeven moment begon men de schoonheid van jade te zien en werd het mineraal in sieraden en siervoorwerpen verwerkt.

In Mexico werd jade vereerd en de Mexicanen maakten er de prachtigste dingen van, dat duurde tot de conquistadores in 1500 dit land veroverden. De Spanjaarden ontdekten dat de groene steen, als het op het lichaam werd gedragen, bescherming bood tegen nierziekten. Zij noemden daarom de steen "piedra de ijada" (lendensteen). Ook wordt jade wel "steen van zijde" genoemd. De naam nefriet komt van het Griekse "nefros" (nier).
De Maya's en de Azteken achtten jade zelfs waardevoller dan goud.

De Chinezen zijn al vele duizenden jaren bezeten door dit gesteente. Nefriet is de jade die vroeger in China veel werd verhandeld. Witte jade werd gezien als zeer waardevol, daarna kwam geel, blauw/groen, zwart, rood en groen. 

Jade was het ook het symbool van de macht van de koning. Jade en koning hebben ook hetzelfde teken. Toen China overging op een keizerrijk bleef jade het symbool van de macht en welvaart. 

Als de stenen gepolijst zijn hebben ze een mooie glans, het lijkt of ze met olie zijn ingewreven. In China noemen ze jade daarom ook wel "natte steen" en het is uitstekend geschikt voor geraffineerde snijwerkjes. De Chinezen staan bekend om de beheersing van de verfijnde technieken die ze bezitten om de voorwerpen uit jade te kunnen snijden.

De Engelse wereldreiziger James Cook (1728 - 1779) nam de steen mee uit Nieuw-Zeeland waar het "punamusteen" werd genoemd.

Er zijn knappe imitaties van glas gemaakt. Omdat jade poreus is kan men het een andere kleur geven door te beitsen. Bij voorkeur geeft men de stenen met een oninteressante kleur de tint van de kostbare Imperial jade.   

In de medailles die tijdens de Olympische Spelen in 2008 in Peking zijn uitgereikt is jade verwerkt.

(foto's o.a. van Semoea Helende Stenen)

donderdag 8 september 2011

Amethist

Amethist was al bekend bij de Egyptenaren, Etrusken en de Romeinen. De naam amethist is afgeleid van het Griekse "amethystos" wat nuchter of niet dronken betekent. 
Door de paarse kleur, werd de steen in verband gebracht met de god van de wijn, Bacchus of Dionysos.

De kleur van amethist kan variëren van licht- tot donkerviolet. de kleur wordt veroorzaakt door ijzer in combinatie met ioniserende straling. De steen is over het algemeen niet egaal maar verdeeld in kleurzones.

In Brazilië worden de mooiste amethisten gevonden maar ook een  belangrijke vindplaats is in de Serra do Mar in Uruquay. In Europa zijn ze te vinden in Armenië, Duitsland, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije, Ierland en Zwitserland. In Rusland in de Oeral en de Karpaten en in de Verenigde Staten in Montana, Maine, Georgia en Arizona. Verder in Canada, Mexico, Bolivia, India, Myamar, Japan, China, Korea Sri Lanka, Zimbabwe, Kongo en Australië. Zo te zien is de amethist op veel plekken op onze aardbol te vinden.

De Grieken droegen de steen als amulet om zich te beschermen tegen dronkenschap en verslaving. En in China werd de amethist gebruikt om het recht te laten zegevieren, voor dat doel kon men de steen zelfs huren.

Bisschopsring
In de Middeleeuwen werd de amethist zeer gewaardeerd, hij werd de bisschopssteen genoemd omdat het een geliefde edelsteen was voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, en de steen zou magische krachten bezitten.

In talloze musea zijn de prachtigste voorwerpen van amethist ondergebracht. In de 19e eeuw werd de amethist veel gebruikt voor de verwerking van sieraden. Vooral in de periode van de Jugendstil en de Art Nouveau was de steen zeer geliefd. Ook de Russische ontwerper Peter Carl Fabergé werkte veel met amethist, bekend zijn de versierde eieren die hij voor het Russische hof maakte.

De amethist is ook in juwelen van veel vorstenhuizen verwerkt, o.a. in de scepter van Catharina de Grote en in de Britse Kroon.
Het British Museum bezit een unieke geslepen steen van 343 karaat. Het Smithsonian Institute in Washington D.C. bezit zelfs een geslepen amethist (uit Brazilië) van 1362 karaat en één uit North Carolina van 202,5 karaat.

Amethist ruw
In het verleden is de amethist veel gekopieerd omdat het een zeer kostbare steen was en niet voor iedereen betaalbaar. Zelfs nu de prijs niet meer zo hoog is, worden er grote hoeveelheden syntetische amethisten geproduceerd.

De productiekosten zijn behoorlijk hoog en wordt doorberekend in de prijs. Wat dat betreft kun je ook een echte steen voor die prijs kopen.

maandag 5 september 2011

Jaspis

Ongeveer 2000 jaar geleden werd de naam jaspis voor het eerst gebruikt. De Griekse betekenis van jaspis is gespikkelde steen.
Jaspis wordt gevonden in India, Uruguay, Brazilië, Venezuela, de Verenigde Staten, Madagaskar, Zuid Afrika en Australië.

Maar ook langs de Nijl in Egypte is jaspis te vinden, in een mooie kastanjebruine kleur. Als je deze stenen doormidden zaagt komen er strepen tevoorschijn.
Ook een bijzonder soort is de bontgekleurde jaspis, deze is bijna nooit gelijkmatig, daarin zie je er wolkjes of streepjes en soms gaan de kleuren in elkaar over.

privébezit
En de luipaardjaspis, dat is een kleine ronde steen met tekeningen in beige en bruin. Mokkajaspis is een gelige steen met bruine vlekken en de Nunkirchner, grijsbruin van kleur en iets korrelig, is genoemd naar zijn vindplaats in de Hunsruck, Duitsland.
Deze steen wordt vaak blauw gekleurd en verkocht onder de naam Duitse lapis, of Swiss lapis, het is dan een imitatie van lapis-lazuli en wordt veel gebruikt in sieraden en kleine siervoorwerpjes.
Dan is er nog een roodbruine jaspis met de naam silex die wij als hoornsteen kennen.
Deze hoornsteen werd in de eerste vuurwapens gebruikt. Een slag tegen de steen deed een vonk over springen naar het kruit, en zo kwam het kruit tot ontploffing en werd het projectiel afgevuurd.

Het is bekend dat deze hoornsteen ook al in het stenen tijdperk werd gebruikt voor wapens en gebruiksvoorwerpen.

Dit is een kleine greep van alle jaspisstenen, er zijn tientallen soorten, vormen en kleuren, teveel om te beschrijven.
(foto's van de stenen van Semoea Helende Stenen)