Jarenlang dacht men
dat Louis Comfort Tiffany het brein was achter het gebrandschilderd glas en de
lampen in de art nouveau- en art decostijl. Inmiddels weten we dat de meeste
succesvolle ontwerpen zijn gemaakt door Clara Driscoll. Zij was het genie achter
de vele ontwerpen die zo bekend zijn geworden en op naam staan van Louis C. Tiffany.
Uit de archieven van
de Tiffany studio's zijn weinig documenten bewaard gebleven en in de documenten
die er nog wel zijn staat weinig tot niets over de vrouwen die als
glassnijdsters en ontwerpsters werkten in de ateliers. Echter dankzij de
omvangrijke en uitgebreide correspondentie die Clara Driscoll met haar familie
en vrienden onderhield is er veel bekend geworden over deze kunstzinnige vrouw,
haar leven en haar werk bij Tiffany. Waarschijnlijk zou ze in de anonimiteit
zijn gebleven als zij deze honderden brieven niet had geschreven. Ook dankzij deze
correspondentie en de archiefstukken die bewaard zijn gebleven bij Queens
Historical Society in New York, heeft men van zestig vrouwen, die
onder Clara's leiding bij Tiffany in het atelier werkten, de identiteit kunnen achterhalen. De identiteit is ook bijna het enige dat is gevonden over deze vrouwen, over hun opleiding,
kunstzinnigheid of loopbaan is weinig tot niets bekend. Wel kunnen we zeggen
dat er een nieuw licht is verschenen op Tiffany door Clara Driscoll en de Tiffany Girls zoals ze worden genoemd.
|
Clara Driscoll
1861-1944 |
Clara Driscoll werd
als Clara Pierce Wolcott geboren op 15 december 1861 in Tallmadge, Ohio en was
de oudste van vier dochters in het gezin. Haar vader overleed toen ze twaalf jaar oud was en Clara groeide op tussen vrouwen. Haar moeder werd na het overlijden van haar man in de
opvoeding van haar vier dochters bijgestaan door haar zuster, het was een echte
vrouwenhuishouding. Alle vier de meisjes volgden hoger onderwijs wat in die
tijd niet zo voor de hand lag. Hun moeder vond het erg belangrijk dat de
meisjes studeerden, zelf had ze gestudeerd aan de Willoughby Female Semenary.
Clara ging naar de
Central High School in Cleveland en gaf na haar opleiding een tijdje les. Ze had veel belangstelling voor kunst, vooral
de beeldende kunst, ze stopte daarom met lesgeven en schreef zich in bij de Western Reserve School of Design for Women. Na
deze studie te hebben afgerond ging ze werken als ontwerpster bij C.S. Ramson,
een meubelatelier in Cleveland waar ze gespecialiseerd waren in meubelen met
houtsnijwerk in Moorse stijl. In dit atelier deed ze de nodige ervaring op maar
haar belangstelling reikte verder dan het meubelatelier. Ze verhuisde naar New
York en ging studeren aan de Metropolitan Museum Art School waar ze de
studie voor industrieel ontwerpen volgde, een opleiding gericht op
"ambachtelijke kunstenaars". Het was een opleiding voor mannen en
vrouwen en in die tijd waren er ongeveer 400 studenten ingeschreven waarvan een
derde vrouw was. Clara was wel de enige student die zich bekwaamde in architectonische ornamiek.
In die tijd woonde
Clara, samen met haar zus Josephine, zij studeerde aan hetzelfde instituut,
in een pension in Oxford Street. De zussen hadden tijdens hun studie en later naast hun
werk een druk sociaal leven, ze hadden veel vrienden, gingen om met kunstenaars
en bezochten tentoonstellingen en gingen regelmatig naar het theater.
Clara's creativiteit
en die van haar zus, bleef niet onopgemerkt. Tiffany kreeg
belangstelling voor hun talent en ze kregen beiden in 1888 een baan aangeboden
op de afdeling lampen, mozaïeken, ramen en decoratieve voorwerpen bij Tiffany's
Glass Company op Manhattan. Tiffany en Clara hadden dezelfde artistieke visie, maar dat was geen garantie voor een goede samenwerking. Tiffany had vaak kritiek op
Clara, over de ontwerpen en de materialen die ze wilde gebruiken.
Clara werkte
met een paar onderbrekingen twintig jaar voor Tiffany en gaf leiding aan de ontwerpstudio tot 1909. In die tijd was zij
de persoon die de meeste glas-in-loodramen, lampen en mozaïeken ontwierp. Dat
Clara en haar collega's de ontwerpers waren was niet bekend omdat zij van Tiffany hun werk niet mochten signeren. Tiffany bracht alles op de markt onder zijn eigen
naam, hij had er dan ook geen moeite mee om in 1900 op de
wereldtentoonstelling in Parijs te exposeren met ontwerpen van zijn werknemers met de naam Tiffany.
Ook in de boeken en
brochures die Tiffany uitgaf kwam de naam van Clara Driscoll niet voor. Niet
alleen Clara en haar medewerksters werden niet genoemd ook alle mannelijke ontwerpers, bv de niet
onverdienstelijke Arthur J Nash (1849-1934), hoofd van de glasfabriek, werd
nergens genoemd. Alle ontwerpers bij Tiffany in dienst werkten tot die tijd
volledig in de anonimiteit. Toch gaf Tiffany op de wereldtentoonstelling van
1900 in Parijs toe, onder druk van de jury, dat hij niet de ontwerper was van
de objecten en gaf de namen van zijn ontwerpers prijs. Dat had grote gevolgen
voor Clara Driscoll en Arthur Nash, zij vielen toen in de prijzen en hun naam
raakte bekend.
Clara Driscoll heeft
drie perioden bij Tiffany gewerkt, door haar drie huwelijken kreeg ze elke keer
ontslag, het was in die tijd, zeker niet bij Tiffany, gebruikelijk dat getrouwde vrouwen werkten. Alleen ongetrouwde vrouwen en weduwen konden bij Tiffany werken.
In het pension waar
Clara en haar zus Josephine woonden, leerde Clara haar eerste man kennen, de 30
jaar oudere Francis S. Driscoll (1831-1892). Driscoll woonde jaren, net als
Clara en haar zus in hetzelfde pension, ze kregen een relatie en trouwden. Drie
jaar later overleed Francis Driscoll, Clara was toen 31 jaar. In diezelfde
periode overleden eveneens haar moeder en twee van haar zussen. De band met
haar overige familieleden in Tallmadge werd hierdoor minder en Clara was dan
ook blij dat ze weer aan het werk kon bij Tiffany. Een grote wens van haar in
die tijd was om naar Europa te gaan, ze wilde verder kijken en haar blik
verruimen. Ze kreeg het voor elkaar dat zij en één van haar naaste
medeontwerpsters, Agnes Northrop, in 1906 voor drie maanden met Tiffany mee
konden naar Frankrijk om een tekencursus te volgen in Bretagne.
Tiffany was in die
periode behoorlijk aan het uitbreiden, er werd een grote glasfabriek opgezet en
een atelier. De firma Tiffany ging in
1892 verder onder de naam Tiffany Glass and
Decorating Company. In dat jaar kwam er ook een vestiging van Tiffany op
Manhattan, de Women's Glass Cutting Department,
Clara kreeg hier de leiding en ze werkte er met zes medeontwerpsters. Het
bedrijf op Manhattan was zo succesvol dat er binnen twee jaar op de afdeling
van Clara 35 vrouwen werkten.
Dat was ook de tijd
dat Clara Edwin Waldo (1863-1930) een schilder en musicus leerde kennen, met
wie ze in 1896 trouwde. Door dit huwelijk kreeg Clara voor de tweede keer
ontslag.
Doordat Edward veel lezingen gaf reisden ze een tijd rond en op een gegeven moment bleven ze in Chicago wonen. Dat was een ongelukkige
periode in hun leven, Edward werd ziek en na een tijd was hij spoorloos
verdwenen. Clara ging daarom een tijd bij haar familie in Tallmadge wonen, maar
ging na verloop van tijd toch weer terug
naar New York. Zes jaar later kreeg ze bericht dat Edwin was gezien in San
Francisco en dat hij aan geheugenverlies leed. Verder is er niets bekend over
Edwin Waldo.
|
Blauweregen lamp
(Wisteria) |
Ondertussen was het
voor Tiffany de periode van prestigieuze opdrachten vooral de glas-in-loodramen
en mozaïeken waren geliefd en in 1897 kon Clara weer terug komen bij Tiffany om
te werken op de ontwerpafdeling. Clara ontwierp in die periode alleen maar topstukken,
geïnspireerd door de natuur, lampen met de namen Libel, Klaproos, Blauweregen en meer bloemennamen. Vooral de Blauweregen (Wisteria) werd populair en de opdrachten
stroomden binnen. Later zal ze nog bureauaccessoires en siervoorwerpen gaan
ontwerpen, de zgn. fancy goederen.
Het succes van Clara
werd niet goed ontvangen door haar mannelijke collega's in de glasfabriek, zij
eisten dat de afdeling van Clara zou worden opgedoekt. Na de nodige strijd met de mannen kwamen ze tot een compromis. Het aantal werkneemsters op haar
afdeling zou worden beperkt, waarbij ze bedong dat zij het alleenrecht kreeg op
het ontwerpen van alle lampenkappen en de luxe voorwerpen, waarvan ze de meeste
zelf uitvoerde. De rivaliteit die er was tussen de verschillende afdelingen gaf
wel aan dat Clara een bijzondere status had binnen het bedrijf.
Vanaf die tijd is er
weinig correspondentie bewaard gebleven van Clara en haar familie, wel is
duidelijk dat Clara in 1909 ging trouwen met Edward Booth (1868-1953). Clara
nam daarom voor de derde keer ontslag en ging zich thuis in Point Pleasant (West
Virginia) bezig houden met het beschilderen van zijden sjaals met bloem- en
landschapsmotieven. Edward was ondertussen gepensioneerd en ze reisden heen en
weer tussen Ormond Beach in Florida, om er de winter door te brengen en keerden
in de zomer terug naar hun huis in Point Pleasant. Uit de correspondentie
blijkt dat dit een jaarlijks ritueel was.
Clara raakte in de
vergetelheid, haar glorietijd bij Tiffany was al lang voorbij, haar ontwerpen
waren niet meer in de mode en haar successen waren snel vergeten.
Door het ouder
worden kreeg ze gezondheidsklachten en op 6 november 1944 is ze op 82 jarige
leeftijd thuis overleden. Clara Driscoll is gecremeerd en haar as is bijgezet in het graf van haar ouders en zusters op de begraafplaats in Tallmadge, het stadje waar ze ook was
geboren.
Louis Comfort
Tiffany heeft veel mooie dingen op zijn naam staan maar het meeste staat toch
op naam van Clara Driscoll en haar Tiffany
Girls.
Wil je meer weten
over Louis Comfort Tiffany kijk dan
HIER