zondag 21 januari 2018

Glasmuseum Leerdam

Het Nationaal Glasmuseum in Leerdam is zeker een bezoekje waard. De volledige collectie bestaat uit 7500 glasobjecten en is in Nederland de grootste en de meest volledige verzameling op dit gebied. Er is glas te zien over een periode vanaf 1850 tot nu.

Het museum is gevestigd in het voormalig woonhuis van de directeur van de Glasfabriek in Leerdam. Directeur Cochius leidde niet alleen de Glasfabriek, hij had ook oog voor zijn personeel, het welzijn van de mensen die bij hem werkten vond hij belangrijk. Hij zorgde voor goede woningen, steunde muziek- en zangverenigingen en stichtte een bibliotheek. Ook was Cochius de eerste persoon in Nederland die tot priester werd gewijd in de Vrije Katholieke Kerk.

Petrus Maria Cochius (1874-1938), was een idealist en wilde verandering aanbrengen aan het fantasieloze glaswerk dat er tot dan op de markt was. Hij wilde mooi en goed ontworpen glaswerk en het moest ook nog eens betaalbaar zijn. Cochius hoopte dat als mensen elke dag met mooi vormgegeven glaswerk in aanraking kwamen ze daardoor betere mensen zouden worden. In 1915 nam hij daarom contact op met de architect Karel de Bazel en vroeg of hij glaswerk kon ontwerpen dat artistiek verantwoord was. Van Bazel kwam met mooie ontwerpen en Cochius was zo enthousiast dat hij daarna ook contact opnam met andere  ontwerpers van naam zoals  A.D. Copier, J.J.C. Lebeau, W. Heesen, W.J. Rozendaal en F. Meydam.




Het naastgelegen huis waar mededirecteur Bunge  heeft gewoond werd in 2009 aangekocht. De twee villa’s  zijn daarna met elkaar verbonden door overdekte loopbruggen, in deze loopbruggen zijn vitrines aangebracht en gevuld met prachtig glaswerk.

Glas uit Leerdam is een begrip, veel mensen hebben wel een glasservies of enkele glazen voorwerpen uit Leerdam in of op de kast staan. In het museum zie je theeserviezen, botervlootjes, ik herkende tot mijn grote verrassing de glazen kaasstolp die vroeger bij mijn ouders op tafel stond,  een enorme hoeveelheid vazen, schalen, flessen potten sier- en kunstvoorwerpen.
Bijzonder is dat Barovier & Toso, een familie van glasontwerpers (daterend vanaf de 13de eeuw) van het glaseiland Murano, het museum in Leerdam in 1958, zeventien objecten heeft geschonken.

Het museum heeft aanzien in binnen- en buitenland en wordt regelmatig benaderd om informatie te geven over glas, de fabricage of de collectie van het museum. Het museum beschikt over een gestructureerd archief en kan belangstellenden wereldwijd informeren over de verschillende procedés die zijn gebruikt bij het vervaardigen van glas. Daarnaast bezit het Glasmuseum Leerdam  een knipselarchief. In dit archief is o.a. materiaal verzameld over ontwerptekeningen, briefwisselingen met de ontwerpers, reclamemateriaal en mooi en interessant beeldmateriaal.



Naast het bezoek aan het Museum is een kijkje bij de glasblazerij zeer interessant, je kunt kijken hoe een glasblazer een voorwerp maakt. Ook kinderen hoeven zich niet te vervelen, zij mogen o.l.v. een glasblazer hun eigen glazen bol maken. Thuis kunnen de kinderen dan in de zelfgemaakte bol zien of er voor hem of haar een mooie toekomst is weggelegd in de glasblazerij.
foto gemaakt van de folder van het
Nationaal Glasmuseum

vrijdag 12 januari 2018

Hand en voet in omhelzing

Dit prachtige beeld van Pépé Grégoire (1950) is tijdelijk te zien voor het 
Singer Museum in Laren.
Deze Nederlandse kunstenaar heeft veel grote beelden gemaakt voor de openbare ruimte.

dinsdag 2 januari 2018

Vrouwen in de kunst

Marie Wandscheer
(1856-1936)
Vrouwen in de kunst tussen 1880-1950 is de titel van een tentoonstelling in het Noord-Veluws-Museum in Nunspeet.
Op de noordelijke Veluwe zijn vanaf 1880 veel kunstenaars neergestreken. Niet alleen mannelijke kunstenaars ook veel vrouwelijke  trokken naar de Veluwe om zich daar te vestigen. In die tijd was schilderen voor vrouwen niet meer alleen een aardige tijdsbesteding, veel vrouwen wilden als kunstenaar gaan leven.
De meeste kunstenaressen hebben een opleiding gevolgd aan een Academie van Beeldende kunsten in Rotterdam, Den Haag of Amsterdam. Veel academies hadden een apart klasje voor de vrouwen waar ze het vak leerden. Ook waren er vrouwen die naar Parijs of Antwerpen vertrokken om les te nemen bij een daar wonende kunstenaar,  Kitty van der Mijll Dekker bv  studeerde 3 jaar aan het Bauhaus in Dessau.
 
Blanche Douglas Hamilton
(1853-1927)
Veel kunstenaressen uit die periode zijn niet echt doorgedrongen in de kunstwereld, ook in kunstboeken staan ze niet vermeld.
Het Noord-Veluws-Museum geeft in een mooie overzichtstentoonstelling volop ruimte en aandacht aan zestien kunstenaressen. Deze tentoonstelling is mede tot stand gekomen door bruikleen van schilderijen uit het Groninger Museum, Singermuseum in Laren, Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, het TextielMuseum in Tilburg en het Teylersmuseum in Haarlem.
De tentoonstelling in het Noord-Veluws-Museum is nog te zien t/m 4 maart 2018.
 
Hedwich Kleintjes-van Osselen
(1871-1936)

Jo Koster
(1868-1944)

Marie Wandscheer

Werk te zien van:
·       Anna Kerling
·       Anna Lehmann
·       Sientje Mesdag-van Houten
·       Blanche Douglas Hamilton
·       Ima van Eysinga
·       Marie Wandscheer
·       Hedwig Kleintjes-van Osselen
·       Stans Balwé
·       Chrisje van der Willigen
·       Suze Robertson
·       Meta Cohen Gosschalk
·       Aletta van Tol- Ruijsch
·       Kitty van der Mijll Dekker
·       Jo Koster
·       Guusje Sundermeijer
·       Gaby Bovelander

(foto's gemaakt tijdens de tentoonstelling in het Noord-Veluws Museum)

zondag 24 december 2017

vrijdag 22 december 2017

Een goed jaar

Het eind van het jaar is in zicht en dat is de tijd van de overzichten en lijstjes.
Voor mij is dit een jaar geweest waarin ik vanwege gezondheidsklachten weinig tot geen energie had en mij moeilijk kon concentreren op de dingen die ik graag wilde doen of moest doen. In voorgaande jaren deed ik veel met redelijk gemak en veel plezier.
Ik ben dit jaar begonnen om mij zelf een beetje in “beeld” te brengen door het maken van lijsten van al mijn bezigheden. Als ik de overzichtjes nu bekijk zie ik dat ik, ondanks mijn beperkingen, toch behoorlijk actief ben geweest. Dit geeft mij een erg goed gevoel en ik hoop dat ik in 2018 het net zo goed ga “doen” als in het afgelopen jaar.

Mijn blog, ik heb hem al vanaf september 2011, heb ik ook dit jaar regelmatig voorzien van berichtjes over persoonlijke zaken, theater- en museumbezoek, kunst en soms een boek. En niet te vergeten de vele foto’s die ik heb gemaakt buitenshuis. In 2017 heb ik tot nu toe 64 keer iets op mijn blog gepost.

Ook naast mijn blogbezigheden heb ik verschillende dingen gedaan zoals:
14 keer naar een museum
9 keer naar de bioscoop of filmhuis
4 keer naar het theater
54 boeken gelezen
36 bezoeken afgelegd aan o.a. huisarts, specialist en fysiotherapeut.
Contacten onderhouden met familie en vrienden (veel liefde, steun en vertrouwen gekregen).

Vrijwilligerswerk gedaan voor de Zilverlijn van het Nationaal Ouderenfonds en de werkgroep Kunst & Cultuur van De Toonladder.
7 expo’s georganiseerd in De Toonladder waaronder mijn eigen foto-expositie.

Eigenlijk is het helemaal niet weinig wat ik heb gedaan, het is toch een heel goed jaar geweest en sluit het jaar 2017 dan ook positief af.

maandag 4 december 2017

zondag 26 november 2017

Willem Witsen

Willem Arnoldus Witsen is geboren in 1860 in Amsterdam. Hij was schilder, aquarellist, etser, tekenaar, schrijver en fotograaf. In de 17de eeuw was de familie Witsen belangrijk in Amsterdam, ze speelden toen een grote rol in het stadsbestuur van de stad.

In 1876 ging Willem Witsen op 16 jarige leeftijd studeren aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunst in Amsterdam. Acht jaar lang was hij student aan de academie en ontmoette in die tijd veel belangrijke kunstenaars en literatoren waarmee hij bevriend raakte.
Na het verlaten van de academie ging Witsen wonen in het buitenhuis van de familie in Lage Vuursche, hier was het altijd een komen en gaan van veel kunstenaars. In het begin van zijn carrière raakte hij geïnspireerd door de mensen op het land zoals herders en ontginners en hij legde deze taferelen vast in zijn schilderijen.

Na enige tijd vertrok hij naar Londen waar hij zich o.a. bezig hield met het maken van prenten van de stad en de oevers langs de Theems. Na vier jaar keerde hij terug naar Nederland en verdeelde zijn tijd tussen Amsterdam, Laren en Ede. In Amsterdam ging hij met een roeiboot door de grachten en genoot van de mooie luchten. Vooral de regenluchten inspireerden hem. Na enige tijd kocht hij een trekschuit waar hij zijn atelier van maakte en veranderde regelmatig van ligplaats om zo elke keer weer op een andere plek te kunnen schilderen. Was de kunstenaar in Ede dan schilderde hij vooral landschappen en boerderijen.

Witsen zocht vooral de verstilling die hij vond in de stadsgezichten van Amsterdam, Rotterdam en Dordrecht. Deze verstilling wist hij goed vast te leggen in zijn schilderijen. Ook in Dordrecht, waar hij net als in Amsterdam, met een bootje over het water ging om de sfeer van de stad in zijn schetsen vast te kunnen leggen. Je ziet in zijn werk de grote liefde voor detail, zoals verweerde bakstenen en de bloempotten in de vensterbanken bv op het schilderij De Voorstraathaven in DordrechtDieptewerking laat hij hier achterwege, hiermee benadrukt hij de eeuwige rust van deze oude stad.
De Voorstraathaven in Dordrecht (1898)
De schetsen die hij daar maakte gebruikte hij in zijn atelier voor zijn schilderijen, aquarellen en etsen.

Witsen bleef niet in Nederland, in 1915 reisde hij af naar San Francisco om deel te nemen aan de Wereldtentoonstelling en bleef daarna nog een tijd in Amerika om er te werken. Veel is er in die tijd niet uit zijn handen gekomen. Vijf jaar later ging hij op reis naar Nederlands Indië waar hij familie bezocht. Het landschap daar vond hij interessant maar het lukte hem niet om dat goed weer te geven in zijn werk. Wel is er uit die periode een portret bekend van de scheidende gouverneur-generaal J.P. graaf Van Limburg Stirum geschilderd door Willem Witsen.


Langer dan een half jaar is Willem Witsen niet in Nederlands Indië gebleven. Hij gaat terug naar Nederland waar hij na een lang ziekbed in 1923 op 63 jarige leeftijd is overleden. 
Willem Witsen ligt begraven op De Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam.