Met mijn vriendin, zij woont in de kop van Noord-Holland, heb ik
regelmatig een afspraak halverwege onze woonplaatsen om even fijn bij te
praten. We schrijven elkaar maandelijks maar zeker één keer per jaar spreken we
af om elkaar ergens te ontmoeten en dat is meestal in Amsterdam of Haarlem, net
waar we zin in hebben. Het is erg prettig om elkaar zo af en toe even persoonlijk
te spreken en we hebben elkaar altijd weer veel te vertellen. We reizen met de trein en ontmoeten elkaar dan voor het station
van de stad waar we onze dag doorbrengen. We gaan altijd eerst koffie drinken,
dan naar een tentoonstelling en daarna samen lunchen om nog even na te praten
over het moois dat we weer hebben gezien.
De laatste keer dat we een afspraak hadden was in Haarlem en dat
is al weer een tijd geleden, nog ver voor het virus onze dagen en agenda’s voor
een groot deel bepaalde. Omdat we nu voorlopig geen afspraak kunnen en willen
maken hebben we de telefoon gepakt en zijn er met een kop koffie maar eens goed
voor gaan zitten. Na onze gebruikelijke gespreksonderwerpen kwam onze laatste
ontmoeting ter sprake. Het was zoals altijd een fijne dag en we verbaasden ons
er over dat het klein gesprekje dat ik had in de trein nog regelmatig door ons
wordt genoemd.
Op die dag op de heenreis naar Haarlem zat er tegenover mij een mevrouw en op het moment dat de trein begon te rijden ging haar telefoon. Ze glimlachte en zei: “Met Carla, wat is er Dotty"? Het was lange tijd stil, Dotty was aan het woord, en toen hoorde ik mijn medereizigster Carla zeggen: Natuurlijk, ik ben over 20 minuten in Amsterdam en dan gaan we samen koffie drinken en appeltaart eten”. Het was weer even stil, Dotty was weer aan het woord. En daarna: “Tot zo”.
Mijn overbuurvrouw keek mij verontschuldigend aan en zei: “Dat was mijn down-zusje Dotty, we gaan wekelijks samen koffie drinken en appeltaart eten”. Ze was nog maar net uitgesproken of de telefoon rinkelde alweer. Het was Dotty begreep ik. Na wat heen en weer gepraat hoorde ik Carla zeggen: “Op de appeltaart nemen we een grote dot slagroom zoals altijd, echt een hele grote dot, dag lieverd”.
Carla had de behoefte om het gesprekje met Dotty nog even toe te lichten en ze vertelde dat haar zusje dol was op slagroom en graag hele grote dotten op haar appeltaart had. En omdat haar zusje Dotty heet noemen ze in de familie appeltaart met slagroom altijd een “dotty”. Ik vond het erg lief klinken en dacht dat Dotty vast een heel lief meisje was en ik nam mij voor om in het vervolg appeltaart met slagroom ook maar een dotty te noemen.
In Haarlem aangekomen vertelde ik mijn kleine belevenis aan mijn vriendin en we kwamen er achter dat we eigenlijk wel zin hadden aan koffie met een dotty. In het restaurant bestelden we koffie en mijn vriendin zei: “We willen er graag een dotty bij”. De serveerster vertelde ons dat de dotty’s op waren maar dat ze wel appeltaart voor ons had. We waren even stil en mijn vriendin zei dat appeltaart een goede vervanging was. “Slagroom erop”? “Graag” zeiden wij in koor. We hebben die dag genoten van een mooie tentoonstelling en wat er zoal bij kwam en regelmatig zeggen of schrijven we dat het weer eens tijd wordt voor een fijne dag samen en dat we dan zeker een echte “dotty” bij de koffie willen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten