Het pretje |
De
was doen was in de tijd van mijn oma, en ook nog een aantal jaren voor
mijn moeder, niet gemakkelijk en zeker geen pretje om te doen. Het pretje kwam als het wasgoed weer schoon en gestreken in de kast lag.
Op maandag was het wasdag en de witte was ging op de bleek, de bonte op het droogrek of hing aan de lijn te wapperen. Was het slecht weer dan werd de was binnen gedroogd, in de winter op een rekje bij de kachel of als je een zolder had werd daar het natte wasgoed opgehangen om te drogen.
Op maandag was het wasdag en de witte was ging op de bleek, de bonte op het droogrek of hing aan de lijn te wapperen. Was het slecht weer dan werd de was binnen gedroogd, in de winter op een rekje bij de kachel of als je een zolder had werd daar het natte wasgoed opgehangen om te drogen.
Auto van de wasserij |
De was ging in manden naar de wasserij |
Als
mijn moeder stond te wassen, de machine stond op het plaatsje achter ons huis,
was het wel een beetje druk op de dijk. Ineens waren er veel dorpsbewoners onderweg. Zij hadden de tijd, de was hadden ze zoals het hoorde op maandag gedaan. Toevallig kwamen ze elkaar tegen voor ons huis. Vanzelfsprekend bleven ze
bij elkaar staan voor een “praatje”, er was op dinsdag veel te bespreken.
Tegenwoordig hebben we wasmachines en drogers en kan een
kind de was doen.(Foto's gemaakt in Het Zuiderzee Museum in Enkhuizen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten