zaterdag 15 november 2014

Het ontstaan van het Meissenporselein

Johann Friedrich Böttger
(1682-1719)
Meissenporselein is in 1708 uitgevonden door Johann Friedrich Böttger en dat kwam op een bijzondere manier tot stand.
Böttger werkte op zijn 14e als apothekersassistent in Berlijn en kwam door zijn werk met veel mensen in aanraking. Op een dag kwam hij in contact met een monnik die hem het een en ander vertelde over alchemie. Böttger raakte hierin geïnteresseerd en ging op zoek naar de Steen der Wijzen, met ander woorden hij probeerde goud te maken.
Na enige tijd dacht hij iets te hebben ontdekt en begon demonstraties te geven. Hij vertoonde met veel allure zijn kunsten aan het publiek en deed dat ook met veel overtuiging. Hij was zelfs zo overtuigend dat hij de aandacht trok van koning Frederik de Grote van Pruisen (1712-1786). De schatkist van de koning was nagenoeg leeg en hij had geen geld meer om zijn leger goed uit te rusten voor de vele oorlogen die hij voerde. De koning gaf opdracht om Böttger gevangen te nemen, hij wilde hem goud  laten maken om de lege schatkist weer te vullen. Frederik de Grote dacht zo zijn financiële problemen op te lossen.

werkplaats van de alchemist
Böttger wist heel goed dat hij geen goud kon maken, de grond onder zijn voeten werd hem dan ook te heet en hij vluchtte naar het aangrenzende Saksen, waar op dat moment August de Sterke (1670-1733) aan de macht was. August de Sterke was een groot kunstliefhebber en verzamelde Chinees- en Japans porselein, deze verzameling bevatte ongeveer 35.000 stuks en het verhaal gaat dat hij eens een regiment soldaten ruilde tegen schalen, kommen en vazen. 
August de Sterke gaf Böttger onderdak in zijn paleis en gaf hem de ruimte en gelegenheid om zijn experimenten voort te zetten.

August de Sterke (hij heeft zijn naam te danken aan zijn vele minnaressen en zijn 365 kinderen) was een rijk man. Hij spiegelde zich aan Lodewijk XIV en wilde concurreren met andere Europese hoven. 

Hij wilde een totaal nieuwe industrie ontwikkelen en hij kon Böttger daarom goed gebruiken voor dit doel. Tegelijkertijd gaf hij de Saksische wetenschapper Ehrenfried W. von Tschirnhaus (1651-1708) de opdracht, die een studiereis door Europa maakte, onderweg op zoek te gaan naar nieuwe materialen en technieken.

ontwerp Böttger
Tijdens zijn reis door Europa, bracht hij ook een bezoek aan de Delftse pottenbakkerij "De Vergulde Theepot", van Ary de Milde. De Milde claimde dat hij rode theepotjes van porselein kon maken. Dit bezoek aan Delft heeft er zeker aan bijgedragen dat hij samen met Böttger, die hij al kende van zijn experimenten en originele manier van denken, het laboratorium inging om ook rode theepotjes te maken. Dat lukte de heren na veel geëxperimenteer om theepotjes van rood steengoed in de Yi-HSING/Delftse stijl te fabriceren. En in dezelfde tijd kwamen ze achter het geheim van het Chinese porselein.

kaolienwinning
(tegenwoordig)
In heel Saksen werden verschillende soorten klei gevonden en in de buurt van Colditz vond men kaolien, de kleisoort die ook in China werd gebruikt voor het vervaardigen van porselein. Het duurde dan ook niet zo heel erg lang meer, het was in 1709, dat ze het procedé om wit porselein te maken hadden gevonden. De twee uitvinders konden al vrij gauw aan August de Sterke verschillende kopieën van Chinees porselein tonen.
Na de uitvinding van het procedé stond er niets meer in de weg en twee jaar later was Meissen de stad waar de eerste Europese porselein fabriek in gebruik werd genomen. Böttger werd benoemd als directeur van de fabriek en hij werd in de adelstand verheven.

Alle experimenten en aantekeningen waren strikt geheim, er mocht niets van naar buiten komen. Het schijnt dat Böttger in die tijd goed bewaakt werd, hij werd omringd door  90 soldaten, 20 onderofficieren en een trommelaar. 

Meissenporselein
Eigenlijk was Böttger geen geschikte directeur, hij was meer de uitvinder. Hij ging niet goed om met de boekhouding, de uitbetalingen van de salarissen aan het personeel kwamen niet op tijd, het gevolg was dat veel werknemers wegliepen en bij concurrenten aan de slag gingen.
In navolging van Meissen kwamen er verschillende porseleinfabrieken in Europa.
De porseleinproductie in Europa kwam goed op gang en de concurrentie was groot. Vooral de Engelse porseleinfabrieken waren grote concurrenten, daar was men volop bezig met het produceren van goedkoper porselein.

Comedia dell'Arte figuren
van Meissen
Het decoreren van porselein begon in 1720, bekend is vooral de Böttger-luster, dat is een parelmoerachtige rose-violet luster dat naar hemzelf is genoemd en hij was de eerste die de Comedia dell' Arte-figuren produceerde

Meissenporselein is in Frankrijk bekend onder de naam Vieux Saxe en in Engeland wordt het Dresden china genoemd.
porseleinfabriek in de 18e eeuw
Böttger is niet oud geworden, zijn gezondheid was slecht. Hij leed aan  tbc, epilepsie, depressiviteit en dronk daarbij erg veel. De ongezonde dampen die hij ongeveer 25 jaar lang opsnoof in zijn laboratorium en later in de fabriek, zorgden er voor dat hij op 37-jarige leeftijd stierf.

Meissen-porselein is veelvuldig gekopieerd, niet alle stukken porselein met het merk van Meissen zijn in de Meissenfabriek gemaakt. Vooral in de 19e en de 20e eeuw is er veel gekopieerd in de porseleinfabrieken in Wenen en Sévres. Het verschil kun je goed zien als je de stukken vergelijkt, de originele Meissenstukken zijn fijner dan de gekopieerde. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten