woensdag 28 augustus 2013

Onyx

ruwe onyx
Onyx is zwart van kleur en is een variant van het chalcedoon. Echte zuivere zwarte onyx komt niet zo heel veel voor, de meeste zwarte stenen die doorgaan voor zwarte onyx zijn bijna altijd gebeitste agaten.

Onyx heeft een hardheid van  6.5-7 op de schaal van Mohs en meestal wordt de steen cabochon (bol) geslepen.

Naast de zwarte stenen zijn er ook stenen met een zwart-witte streep. Maakt de slijper bij het bewerken van de steen alleen gebruik van de witte laag, dan spreken we van witte onyx. Ook is er roodbruin gestreepte onyx, deze kennen we als sardonyx en wordt op dezelfde manier bewerkt als de zwarte en de witte stenen.
Je komt niet alleen onyx in gestreepte lagen tegen, maar ook zie je stenen met gekleurde ringen, de slijper kan gebruik maken van deze ringen door er de zogenaamde ogen uit te snijden.

De naam onyx komt uit het Grieks en  betekent vingernagel, waarschijnlijk een verwijzing naar de halve maantjes op de nagels. De Oude Grieken geloofden dat onyx een gunstige invloed had op nagels, huid en haar. 

De Soemeriërs, Feniciërs, Egyptenaren, Grieken, Romeinen en Chinezen kenden het gesteente en slepen er hun amuletten uit. Amuletten werden vooral gesneden uit de stenen met het zogenaamde oog , het oog zou de mensen beschermen tegen het kwaad. Tegenwoordig worden er nog steeds ogen geslepen om het kwaad af te wenden, niet alleen uit onyx maar ook agaat en sardonyx zijn hiervoor geschikt.


cabochon geslepen
In het oude Egypte werden er sier- en gebruiksvoorwerpen van gesneden en ook de oude Romeinen gebruikten de steen o.a. voor het snijden van zegelringen en cameeën.

De Chinezen noemden onyx "de steen der droefheid".
Ze geloofden dat je als je in het bezit was van onyx, je er allerlei onenigheid over jezelf zou afroepen.
Dit onheilsbericht en het gesteente nam Marco Polo mee terug naar huis. Vanaf zijn terugkomst werd de steen in Europa ook de "steen der droefheid" genoemd maar ook kreeg het de naam "steen der egoïsten".

Vindplaatsen zijn  in India, Saoedi-Arabië, Egypte, Brazilië, VS, Australië, Rusland, Tsjechië, Duitsland en Roemenië.

(Foto's o.a. van www.semoea.nl)

donderdag 15 augustus 2013

Carneool

Gouden ring met carneool,
geërfd van mijn oma
Carneool wordt ook wel Kornalijn genoemd.
Carneool is de rode tot bruinrode variant van chalcedoon.
De naam carneool is afgeleid van het Latijnse woord carnis (vleeskleurig).
Kornalijn is een Oudnederlandse benaming en genoemd naar de bruinrode kers van de kornoeljestruik.

Carneool heeft net als agaat, onyx, chrisopraas en sarder  een hardheid van 6-7 op de schaal van Mohs, en wordt vooral gebruikt voor het maken van kleine siervoorwerpen, kralen, hangers en ringen.

In Egypte, zo'n 3500 jaar geleden, werden er stenen gevonden die helder rood van kleur waren. De Egyptenaren dachten daarom dat carneool te maken had met bloed en dat de steen een helende werking zou hebben. Carneool zou helpen om bloedarmoede te voorkomen en het zou bloedende wonden stelpen.
Ook gaven ze carneool mee aan hun doden om ze tijdens de reis naar het dodenrijk de nodige bescherming te geven.

Ook in Mesopotamië werd carneool gezien als een geneeskrachtige steen, het zou een helende werking hebben bij ontstekingen en spierpijn.

Carneool werd vooral gebruikt voor het snijden van amuletten, zegelringen, rolzegels en cameeën
Bij opgravingen in Mesopotamië, Egypte, Griekenland en Italië zijn archeologen veel te weten gekomen over carneool. 
Van de Oude Grieken en de Romeinen weten we inmiddels dat ook zij carneool gebruikten voor ringen en cameeën, en dat de vrouwen er haarbanden van droegen waarop carneool was vastgemaakt. 
Droegende vrouwen een voorwerp waarin carneool was verwerkt dan zou dat, dachten ze, hun beschermen tegen ongelukken en ander onheil. 

( foto's carneool van www.semoea.nl)

zaterdag 3 augustus 2013

Ring

Zilveren ring met een steen van malachiet.
Zelf ontworpen maar door een zilversmid laten maken.





Wil je meer weten over malachiet kijk dan Hier

vrijdag 2 augustus 2013

Agaat

Al meer dan 8000 jaar is agaat een geliefd gesteente.
In Egypte werden er in die tijd al rolzegels, scarabeeën en kralen uit gesneden, en de Oude Grieken gebruikten agaat voor de intaglio- en cameotechniek (steensnijden).
Bij opgravingen op Kreta zijn zelfs rolzegels van agaat gevonden uit het Minoïsche tijdperk (ca. 2200v.Chr - 1700 v. Chr.).

Ook de Romeinen kenden het gesteente en sneden er gebruiks- en siervoorwerpen, zegelringen en cameeën  uit.
Na de 5e eeuw bezaten de Perzen een hoogontwikkelde manier van steensnijden en zij ontdekten dat agaat van kleur kon veranderen door het gesteente te verhitten.

Agaat is een steensoort die je net als onyx, chrisopraas en sarder kunt onderbrengen bij chalcedoon. De naam agaat komt van het Griekse achatès, naar een rivier in het zuiden van Sicilië waarin agaat werd gevonden. In deze rivier werd niet alleen agaat gevonden maar ook andere chalcedoongesteenten. 
Tegenwoordig heet de rivier de Dirillo en agaat wordt er bijna niet meer gevonden.

Een belangrijke vindplaats van agaat was Idar-Oberstein in Duitsland.
In de 14e eeuw was hier een bloeiende edelestenen-industrie, niet alleen agaat maar ook amethist werd er gedolven. In de 18e eeuw kwam er min of meer een einde aan deze industrie, er was zoveel agaat gedolven dat de voorraden op raakten.
Ongeveer 50 jaar later vonden Duitsers, die naar Brazilië waren geëmigreerd, daar grote hoeveelheden agaat en amethist en de edelsteenindustrie bloeide daardoor in Brazilië enorm op en was groter dan ooit te voren.

Agaat heeft net als de meeste chalcedoonstenen een hardheid van 7 op schaal van Mohs .
Agaat is een edelsteen die verschillende, soms zeer dunne, lagen en kleuren laat zien. De lagen voegen zich naar de holtes waarin ze zijn afgezet. Zaag je agaat door dan zie je verschillende patronen. meestal strepen die als banden door het gesteente lopen.
Een steen met dit patroon wordt bandagaat genoemd, je ziet het meestal in de kleuren grijs, wit of bruin, maar ook geel, oranje, rood en blauw kom je tegen.
Soms zijn de banden zo recht, het lijkt of ze langs een liniaal zijn aangebracht. Door het verschil in de tekeningen in het gesteente zijn er fantasienamen aan gegeven zoals mosagaat, boomagaat, wolkagaat en uilenoogagaat.

Niet alle kleuren van agaat zijn van natuurlijk oorsprong, er is ook gebeitst agaat in de handel.

Agaat is niet het duurste gesteente maar de slijper maakt op een kunstzinnige manier gebruik van het patroon en de kleuren. Vakmanschap en veel geduld is hierbij belangrijk.

In verschillende musea kun je voorwerpen bewonderen van agaat, niet omdat ze zo kostbaar zijn maar omdat het stuk voor stuk kunstwerkjes zijn. Je ziet er bv schaaltjes die zo dun zijn dat je er bijna doorheen kunt kijken.  
Foto's o.a. van www.semoea.nl