Al meer dan 8000
jaar is agaat een geliefd gesteente.
In Egypte werden er in die tijd al rolzegels, scarabeeën en kralen uit gesneden, en de Oude Grieken gebruikten agaat voor de intaglio- en cameotechniek (steensnijden).
Bij opgravingen op Kreta zijn zelfs rolzegels van agaat gevonden uit het Minoïsche tijdperk (ca. 2200v.Chr - 1700 v. Chr.).
In Egypte werden er in die tijd al rolzegels, scarabeeën en kralen uit gesneden, en de Oude Grieken gebruikten agaat voor de intaglio- en cameotechniek (steensnijden).
Bij opgravingen op Kreta zijn zelfs rolzegels van agaat gevonden uit het Minoïsche tijdperk (ca. 2200v.Chr - 1700 v. Chr.).
Ook de Romeinen kenden het gesteente en sneden er gebruiks- en siervoorwerpen, zegelringen en cameeën uit.
Na de 5e eeuw bezaten de Perzen een hoogontwikkelde manier van steensnijden en zij ontdekten dat agaat van kleur kon veranderen door het gesteente te verhitten.
Agaat is een steensoort die je net als onyx, chrisopraas en sarder kunt onderbrengen bij chalcedoon. De naam agaat komt van het Griekse achatès, naar een rivier in het zuiden van Sicilië waarin agaat werd gevonden. In deze rivier werd niet alleen agaat gevonden maar ook andere chalcedoongesteenten.
Tegenwoordig heet de rivier de Dirillo en agaat wordt er bijna niet meer gevonden.
Agaat is een steensoort die je net als onyx, chrisopraas en sarder kunt onderbrengen bij chalcedoon. De naam agaat komt van het Griekse achatès, naar een rivier in het zuiden van Sicilië waarin agaat werd gevonden. In deze rivier werd niet alleen agaat gevonden maar ook andere chalcedoongesteenten.
Tegenwoordig heet de rivier de Dirillo en agaat wordt er bijna niet meer gevonden.
Een belangrijke
vindplaats van agaat was Idar-Oberstein in Duitsland.
In de 14e eeuw was hier een bloeiende edelestenen-industrie, niet alleen agaat maar ook amethist werd er gedolven. In de 18e eeuw kwam er min of meer een einde aan deze industrie, er was zoveel agaat gedolven dat de voorraden op raakten.
In de 14e eeuw was hier een bloeiende edelestenen-industrie, niet alleen agaat maar ook amethist werd er gedolven. In de 18e eeuw kwam er min of meer een einde aan deze industrie, er was zoveel agaat gedolven dat de voorraden op raakten.
Ongeveer 50 jaar
later vonden Duitsers, die naar Brazilië waren geëmigreerd, daar grote
hoeveelheden agaat en amethist en de edelsteenindustrie bloeide daardoor in
Brazilië enorm op en was groter dan ooit te voren.
Agaat heeft net als
de meeste chalcedoonstenen een hardheid van 7 op schaal van Mohs .
Agaat is een
edelsteen die verschillende, soms zeer dunne, lagen en kleuren laat zien. De
lagen voegen zich naar de holtes waarin ze zijn afgezet. Zaag je agaat door dan zie je verschillende patronen. meestal strepen die als banden
door het gesteente lopen.
Een steen met dit patroon wordt bandagaat genoemd, je ziet het meestal in de kleuren grijs, wit of bruin, maar ook geel, oranje, rood en blauw kom je tegen.
Een steen met dit patroon wordt bandagaat genoemd, je ziet het meestal in de kleuren grijs, wit of bruin, maar ook geel, oranje, rood en blauw kom je tegen.
Soms zijn de banden zo
recht, het lijkt of ze langs een liniaal zijn aangebracht. Door het
verschil in de tekeningen in het gesteente zijn er fantasienamen aan gegeven zoals mosagaat, boomagaat, wolkagaat en
uilenoogagaat.
Niet alle kleuren van agaat
zijn van natuurlijk oorsprong, er is ook gebeitst agaat in de handel.
Agaat is niet het
duurste gesteente maar de slijper maakt op een kunstzinnige manier gebruik van
het patroon en de kleuren. Vakmanschap en veel geduld is hierbij
belangrijk.
In verschillende
musea kun je voorwerpen bewonderen van agaat, niet omdat ze zo kostbaar zijn
maar omdat het stuk voor stuk kunstwerkjes zijn. Je ziet er bv schaaltjes die
zo dun zijn dat je er bijna doorheen kunt kijken.
Foto's o.a. van www.semoea.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten