maandag 1 juni 2015

William Turner

Zelfportret 1799
William Mallord Turner (1775-1851) was schilder tijdens de Romantiek, een stijlperiode van 1800 tot 1840. Horen of lezen we de naam Turner dan komen er beelden naar boven van grote, lichte en sfeervolle schilderijen.
Het was de tijd dat kunstenaars volgens academische regels moesten schilderen, maar Turner was niet een kunstenaar die zich aan banden liet leggen, hij ging zijn eigen gang en ging in tegenstelling tot zijn collega's tegen de opgelegde regels in. Vanaf de romantiek lieten meer kunstenaars de voorgeschreven regels achter zich en gingen autonomer werken (impressionisme), de academie had het niet meer voor het zeggen, de kunstenaars gingen hun eigen gang.
Je kunt daarom wel zeggen dat Turner zijn tijd ver vooruit was.
De sneeuwstorm 1839
Voor en tijdens de romantiek kwamen de opdrachten van de vorsten, de adel en de kerk.  De opkomst van de rijke burgerij bracht daar verandering in, ook zij wilden schilderijen aan de wand. De kunstenaars gingen daarom op een andere manier werken, ze gingen voor de markt produceren. Het was belangrijk dat de kunst in de smaak viel bij de rijke kopers. De rijke burgerij hield vooral van schilderijen waarop historische gebeurtenissen en landschappen stonden.

Wanneer Turner precies is geboren is niet helemaal duidelijk, het zal om en nabij 23 april 1775 zijn geweest. Hij werd geboren in Covent Garden (Londen) als oudste zoon in een gezin met twee kinderen. Zijn vader William Turner was kapper en pruikenmaker en zijn moeder Mary Marchall was huisvrouw en zorgde voor de kinderen. De ouders zagen dat de kleine William mooi kon tekenen en vonden het dan ook prima dat hun zoontje zich daar mee bezig hield. William was veel op straat om te tekenen en later trok hij regelmatig naar het platteland  om de omgeving vast te leggen op zijn tekenblok. Veel van de tekeningen die William in die tijd maakte hing zijn vader in de etalage van de kapperszaak en er werd zo af en toe ook een tekening verkocht. Zijn ouders hebben hem altijd gestimuleerd om te tekenen en ook op latere leeftijd was zijn vader zijn steun en toeverlaat.

In de tijd dat William volwassen was regelde zijn vader al zijn zaken, spande de doeken en mengde de verf. William hoefde alleen maar te schilderen en dat was wat hij het liefste deed.
Laatste tocht van het
oorlogsschip 1839
De familie Turner had het niet altijd even gemakkelijk.  De moeder van William was een onevenwichtige vrouw, waarschijnlijk kon zij het overlijden van het jongste kind, een dochtertje, niet verwerken en werd op een gegeven moment opgenomen in een krankzinnigengesticht, waar zij in 1804 overleed.
De zorg voor de kleine William kwam volledig neer op de vader, dat lukte hem niet, omdat hij dagelijks naar zijn eigen zaak moest. William ging daarom, hij was toen 10 jaar, naar zijn oom in Bentford, een plaats ten westen van Londen. Ook daar bleef hij tekenen en hij begon in die tijd te schilderen, zeker niet onverdienstelijk, hij werd dan ook op zijn 15de  toegelaten aan de Royal Academy of Arts

Zijn eerste aquarel stuurde hij op naar de Academie voor de zomertentoonstelling en zijn eerste schilderij in olieverf exposeerde hij, met veel succes in 1796. William z'n tekenkunst werd ook opgemerkt door verschillende architecten, voor hen tekende hij naturalistische achtergronden op de tekeningen van de ontworpen gebouwen.
Venetië
Turner ging regelmatig op reis naar Europa. Op zijn 17de bezocht hij Parijs en maakte kennis met het werk van de schilder Claude Lorrain (1602-1682), zijn werk maakte veel indruk op hem. Daarna reisde hij door naar de Franse- en Zwitserse Alpen waar hij in de ban raakte van het landschap, ook bracht hij een bezoek aan Venetië waar hij het werk van Veronese en Titiaan met belangstelling bestudeerde. Terug in Engeland ontwikkelde hij zijn eigen stijl, waar kleur, atmosfeer en licht belangrijk waren, het weergeven van realistische voorstellingen liet hij achterwege.

Turner bleef reizen, hij was zeker zes keer in Nederland waar hij o.a. bij Dordrecht rivierlandschappen schilderde.
Hij legde duizenden kilometers af om zijn indrukken vast te kunnen leggen op zijn schilderijen. Hij had er veel voor over om zijn indrukken weer te geven met zijn penseel, zo ging hij urenlang met zijn hoofd buiten het raam hangen tijdens een treinreis om wind, regen en onweer te kunnen voelen en zien. Ook liet hij zich vastbinden aan de mast van een schip om op die manier de storm te ervaren, om daarna in zijn schetsboeken de opgedane indrukken vast te leggen.

Hij was gefascineerd door treinen en schepen, zijn werk draaide vooral om de dramatiek en hij experimenteerde in die tijd met nieuwe methoden om oude verhalen te verbeelden. Wat ook bij de eigenzinnige Turner paste waren de titels van sommige van zijn schilderijen, die waren zo lang dat het kunstwerkjes op zich waren, ze leken op gedichten.

Turner kreeg veel lof en eer, maar zeker ook kritiek. Critici zeiden dat Turner liever de ruimte tussen zijn onderwerpen schilderde dan de dingen zelf.
Brand in het parlementsgebouw 1835
In die tijd begint hij ook te schrijven, in zijn boek, Liber Studiorum, geeft hij zijn visie op het landschap weer en illustreert het het boek met eigen tekeningen. Ook maakte hij studie van het boek van Goethe over kleurenleer. Hij las over versmelting van kleuren en dat was voor hem de aanleiding om abstract te gaan werken op doeken van grote omvang. Hij maakt in die tijd vooral aquarellen waarop hij nat-op-nat de kleuren in elkaar liet overgaan.

In 1804 kon Turner zijn eigen galerie openen, hij was in die tijd al een gevierd kunstenaar. Dat was ook de periode dat hij ging experimenteren met verschillende soorten verf. Veel kennis over duurzaamheid van de soorten verf was er niet, dat stond nog in de kinderschoenen. Veel kleuren zoals bv karmijnrode pigmenten hielden het niet lang uit, na korte tijd begon de kleur al te vervagen.

Het kon Turner weinig schelen of de kleuren goed bleven of niet, hij schilderde niet voor de eeuwigheid. Als een verffabrikant hem erop wees dat de kleuren konden gaan vervagen gaf Turner nors antwoord, hij vond dat de man zich met zijn eigen zaken moest bemoeien, hij was niet gesteld op ongevraagd advies.
Turner wilde schilderen en alleen maar dat, het eindresultaat vond hij niet interessant. Ook borg hij zijn werk niet zorgvuldig op, hij liet ze staan in vochtige en stoffige ruimtes, het maakte hem niet uit of ze verschimmelden of onder het stof zaten. Veel van zijn schilderijen waren vaak na een maand al niet meer in de oorspronkelijke staat. 

Turner zijn leven was schilderen en  nog eens schilderen, dat ging echt voor alles. Zijn leven is zeker niet gemakkelijk voorbij gegaan, hij heeft veel moeten incasseren, zoals het overlijden van zijn moeder en niet meer kunnen wonen bij zijn vader.
Ook de tegenwerking in het begin van zijn carrière van de zijde van de academie en het niet begrepen worden door collega's en critici heeft hem geen goed gedaan.
Na het overlijden van zijn vader in 1829, die zijn vriend en grote steun was, werd Turner met tussenpozen depressief, hij en zijn vader hadden 30 jaar bij elkaar gewoond.

Hij is altijd een man geweest met verschillende kanten, hij kon humeurig, bot en nors zijn, terwijl hij op andere momenten een hele aardige man zou zijn geweest. Turner is nooit getrouwd geweest, wel had hij een maîtresse en samen hadden ze twee dochters.
Venetië
In 1851 is Turner overleden in zijn eigen huis in Cheyne Walk, Chelsea bij Londen en is op eigen verzoek begraven in het St Paul's Cathedral.
Over de erfenis van Turner is veel te doen geweest. Hij liet een groot geldbedrag na voor ondersteuning van decaying artists en zijn schilderijen zouden naar de Britse overheid gaan. Turner wilde dat er voor zijn werk een speciale galerie kwam waar zijn werk permanent tentoongesteld zou worden. Dat is niet gebeurd, de erfgenamen hebben jarenlang geruzied over de erfenis, het heeft zeker 20 jaar geduurd voor men er uit was.

Het Brits Museum heeft 300 olieverfschilderijen en ongeveer 30.000 aquarellen en schetsen, de Tate Gallery heeft de ongeveer 300 schetsboeken van deze bijzondere kunstenaar in bezit.

Museum De Fundatie in Zwolle heeft in samenwerking met het museum in Enschede een dubbeltentoonstelling georganiseerd van het werk van William Turner.
De tentoonstelling is van  5 september 2015 tot 3 januari 2016.
Er zullen 30 schilderijen van Turner komen te hangen en nog ongeveer 60 werken van andere Europese kunstenaars, van de renaissance tot nu.

Museum De Fundatie  heeft zelf het schilderij Wolken en water  van Turner in hun vaste collectie.
Er zijn mooie boeken over zijn werk verschenen en er is een film gemaakt over de laatste 25 jaar van Turner zijn leven, Mr Turner.

4 opmerkingen:

  1. Wat een mooie blogpost. Ik vond de film 'Turner' geweldig, en de tentoonstelling in Zwolle lijkt me een mooie aanleiding om eindelijk eens De Fundatie te bezoeken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo Anna,
      Bedankt voor je compliment. De film was voor mij de aanleiding om nog meer over Turner te willen lezen, vooral om te weten hoe het in zijn eerste jaren als schilder is geweest. En de tentoonstelling wordt zeker door mij bezocht. Ik ben dol op grote schilderijen.
      Groetjes.
      Anne

      Verwijderen
  2. Hallo Anne,
    Die dubbeltentoonstelling lijkt me zeer de moeite waard, die gaan we zeker bezoeken. Een hele rit, maar dat heb ik er dit keer wel voor over. Goeie tip!

    (Ook zo genoten van de film?)

    Groetjes,

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hallo Wim,
      De tentoonstelling lijkt mij ook erg mooi, Voor ons is het goed te doen, wij kunnen er gemakkelijk met de trein komen zonder over te stappen.
      Bij de film had ik bij sommige schilderijen die hij maakte het idee dat ik er ingetrokken werd en dat was een hele sensatie, vooral omdat het zo groot was op het bioscoopscherm.
      Groetjes.
      Anne

      Verwijderen