dinsdag 16 juni 2015

Nieuw licht op Tiffany

Jarenlang dacht men dat Louis Comfort Tiffany het brein was achter het gebrandschilderd glas en de lampen in de art nouveau- en art decostijl. Inmiddels weten we dat de meeste succesvolle ontwerpen zijn gemaakt door Clara Driscoll. Zij was het genie achter de vele ontwerpen die zo bekend zijn geworden en op naam staan van Louis C. Tiffany. 

Uit de archieven van de Tiffany studio's zijn weinig documenten bewaard gebleven en in de documenten die er nog wel zijn staat weinig tot niets over de vrouwen die als glassnijdsters en ontwerpsters werkten in de ateliers. Echter dankzij de omvangrijke en uitgebreide correspondentie die Clara Driscoll met haar familie en vrienden onderhield is er veel bekend geworden over deze kunstzinnige vrouw, haar leven en haar werk bij Tiffany. Waarschijnlijk zou ze in de anonimiteit zijn gebleven als zij deze honderden brieven niet had geschreven. Ook dankzij deze correspondentie en de archiefstukken die bewaard zijn gebleven bij Queens Historical Society in New York, heeft men van zestig vrouwen, die onder Clara's leiding bij Tiffany in het atelier werkten, de identiteit kunnen achterhalen. De identiteit is ook bijna het enige dat is gevonden over deze vrouwen, over hun opleiding, kunstzinnigheid of loopbaan is weinig tot niets bekend. Wel kunnen we zeggen dat er een nieuw licht is verschenen op Tiffany door Clara Driscoll en de Tiffany Girls zoals ze worden genoemd.

Clara Driscoll
1861-1944
Clara Driscoll werd als Clara Pierce Wolcott geboren op 15 december 1861 in Tallmadge, Ohio en was de oudste van vier dochters in het gezin. Haar vader overleed toen ze twaalf jaar oud was en Clara groeide op tussen vrouwen. Haar moeder werd na het overlijden van haar man in de opvoeding van haar vier dochters bijgestaan door haar zuster, het was een echte vrouwenhuishouding. Alle vier de meisjes volgden hoger onderwijs wat in die tijd niet zo voor de hand lag. Hun moeder vond het erg belangrijk dat de meisjes studeerden, zelf had ze gestudeerd aan de Willoughby Female Semenary.

Clara ging naar de Central High School in Cleveland en gaf na haar opleiding een tijdje les. Ze had veel belangstelling voor kunst, vooral de beeldende kunst, ze stopte daarom met lesgeven en schreef zich in bij de Western Reserve School of Design for Women. Na deze studie te hebben afgerond ging ze werken als ontwerpster bij C.S. Ramson, een meubelatelier in Cleveland waar ze gespecialiseerd waren in meubelen met houtsnijwerk in Moorse stijl. In dit atelier deed ze de nodige ervaring op maar haar belangstelling reikte verder dan het meubelatelier. Ze verhuisde naar New York en ging studeren aan de  Metropolitan Museum Art School waar ze de studie voor industrieel ontwerpen volgde, een opleiding gericht op "ambachtelijke kunstenaars". Het was een opleiding voor mannen en vrouwen en in die tijd waren er ongeveer 400 studenten ingeschreven waarvan een derde vrouw was. Clara was wel de enige student die zich bekwaamde in architectonische ornamiek.

In die tijd woonde Clara, samen met haar zus Josephine, zij studeerde aan hetzelfde instituut, in een pension in Oxford Street. De zussen hadden tijdens hun studie en later naast hun werk een druk sociaal leven, ze hadden veel vrienden, gingen om met kunstenaars en bezochten tentoonstellingen en gingen regelmatig naar het theater.
Clara's creativiteit en die van haar zus, bleef niet onopgemerkt. Tiffany kreeg belangstelling voor hun talent en ze kregen beiden in 1888 een baan aangeboden op de afdeling lampen, mozaïeken, ramen en decoratieve voorwerpen bij Tiffany's Glass Company op Manhattan. Tiffany en Clara hadden dezelfde artistieke visie, maar dat was geen garantie voor een goede samenwerking. Tiffany had vaak kritiek op Clara, over de ontwerpen en de materialen die ze wilde gebruiken.

Clara werkte met een paar onderbrekingen twintig jaar voor Tiffany en gaf leiding aan de ontwerpstudio tot 1909. In die tijd was zij de persoon die de meeste glas-in-loodramen, lampen en mozaïeken ontwierp. Dat Clara en haar collega's de ontwerpers waren was niet bekend omdat zij van Tiffany hun werk niet mochten signeren. Tiffany bracht alles op de markt onder zijn eigen naam, hij had er dan ook geen moeite mee om in 1900 op de wereldtentoonstelling in Parijs te exposeren met ontwerpen van zijn werknemers met de naam Tiffany.

Ook in de boeken en brochures die Tiffany uitgaf kwam de naam van Clara Driscoll niet voor. Niet alleen Clara en haar medewerksters werden niet genoemd ook alle mannelijke ontwerpers, bv de niet onverdienstelijke Arthur J Nash (1849-1934), hoofd van de glasfabriek, werd nergens genoemd. Alle ontwerpers bij Tiffany in dienst werkten tot die tijd volledig in de anonimiteit. Toch gaf Tiffany op de wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs toe, onder druk van de jury, dat hij niet de ontwerper was van de objecten en gaf de namen van zijn ontwerpers prijs. Dat had grote gevolgen voor Clara Driscoll en Arthur Nash, zij vielen toen in de prijzen en hun naam raakte bekend.

Clara Driscoll heeft drie perioden bij Tiffany gewerkt, door haar drie huwelijken kreeg ze elke keer ontslag, het was in die tijd, zeker niet bij Tiffany, gebruikelijk dat getrouwde vrouwen werkten. Alleen ongetrouwde vrouwen en weduwen konden bij Tiffany werken.

In het pension waar Clara en haar zus Josephine woonden, leerde Clara haar eerste man kennen, de 30 jaar oudere Francis S. Driscoll (1831-1892). Driscoll woonde jaren, net als Clara en haar zus in hetzelfde pension, ze kregen een relatie en trouwden. Drie jaar later overleed Francis Driscoll, Clara was toen 31 jaar. In diezelfde periode overleden eveneens haar moeder en twee van haar zussen. De band met haar overige familieleden in Tallmadge werd hierdoor minder en Clara was dan ook blij dat ze weer aan het werk kon bij Tiffany. Een grote wens van haar in die tijd was om naar Europa te gaan, ze wilde verder kijken en haar blik verruimen. Ze kreeg het voor elkaar dat zij en één van haar naaste medeontwerpsters, Agnes Northrop, in 1906 voor drie maanden met Tiffany mee konden naar Frankrijk om een tekencursus te volgen in Bretagne.

Tiffany was in die periode behoorlijk aan het uitbreiden, er werd een grote glasfabriek opgezet en een atelier. De firma Tiffany ging in 1892 verder onder de naam Tiffany Glass and Decorating Company. In dat jaar kwam er ook een vestiging van Tiffany op Manhattan, de Women's Glass Cutting Department, Clara kreeg hier de leiding en ze werkte er met zes medeontwerpsters. Het bedrijf op Manhattan was zo succesvol dat er binnen twee jaar op de afdeling van Clara 35 vrouwen werkten.

Dat was ook de tijd dat Clara Edwin Waldo (1863-1930) een schilder en musicus leerde kennen, met wie ze in 1896 trouwde. Door dit huwelijk kreeg Clara voor de tweede keer ontslag.
Doordat Edward veel lezingen gaf reisden ze een tijd rond en op een gegeven moment bleven ze in Chicago wonen. Dat was een ongelukkige periode in hun leven, Edward werd ziek en na een tijd was hij spoorloos verdwenen. Clara ging daarom een tijd bij haar familie in Tallmadge wonen, maar ging na verloop van tijd toch weer terug naar New York. Zes jaar later kreeg ze bericht dat Edwin was gezien in San Francisco en dat hij aan geheugenverlies leed. Verder is er niets bekend over Edwin Waldo.

Blauweregen lamp
(Wisteria)
Ondertussen was het voor Tiffany de periode van prestigieuze opdrachten vooral de glas-in-loodramen en mozaïeken waren geliefd en in 1897 kon Clara weer terug komen bij Tiffany om te werken op de ontwerpafdeling. Clara ontwierp in die periode alleen maar topstukken, geïnspireerd door de natuur, lampen met de namen Libel, Klaproos, Blauweregen en meer bloemennamen. Vooral de Blauweregen (Wisteria) werd populair en de opdrachten stroomden binnen. Later zal ze nog bureauaccessoires en siervoorwerpen gaan ontwerpen, de zgn. fancy goederen.

Het succes van Clara werd niet goed ontvangen door haar mannelijke collega's in de glasfabriek, zij eisten dat de afdeling van Clara zou worden opgedoekt. Na de nodige strijd met de mannen kwamen ze tot een compromis. Het aantal werkneemsters op haar afdeling zou worden beperkt, waarbij ze bedong dat zij het alleenrecht kreeg op het ontwerpen van alle lampenkappen en de luxe voorwerpen, waarvan ze de meeste zelf uitvoerde. De rivaliteit die er was tussen de verschillende afdelingen gaf wel aan dat Clara een bijzondere status had binnen het bedrijf.

Vanaf die tijd is er weinig correspondentie bewaard gebleven van Clara en haar familie, wel is duidelijk dat Clara in 1909 ging trouwen met Edward Booth (1868-1953). Clara nam daarom voor de derde keer ontslag en ging zich thuis in Point Pleasant (West Virginia) bezig houden met het beschilderen van zijden sjaals met bloem- en landschapsmotieven. Edward was ondertussen gepensioneerd en ze reisden heen en weer tussen Ormond Beach in Florida, om er de winter door te brengen en keerden in de zomer terug naar hun huis in Point Pleasant. Uit de correspondentie blijkt dat dit een jaarlijks ritueel was.

Clara raakte in de vergetelheid, haar glorietijd bij Tiffany was al lang voorbij, haar ontwerpen waren niet meer in de mode en haar successen waren snel vergeten.
Door het ouder worden kreeg ze gezondheidsklachten en op 6 november 1944 is ze op 82 jarige leeftijd thuis overleden. Clara Driscoll is gecremeerd en haar as is bijgezet in het graf van haar ouders en zusters op de begraafplaats in Tallmadge, het stadje waar ze ook was geboren.

Louis Comfort Tiffany heeft veel mooie dingen op zijn naam staan maar het meeste staat toch op naam van Clara Driscoll en haar Tiffany Girls.

Wil je meer weten over Louis Comfort Tiffany kijk dan HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten