Voorkant Winterpaleis aan de rivier de Neva. |
Het Winterpaleis in Sint Petersburg staat aan de oever van de Neva en was van 1762 tot 1917 's winters
de residentie van de tsarenfamilie.
In het paleis vonden kroningen, huwelijken,
bals, verschillende evenementen en feesten plaats.
Het plein bij het
paleis heeft wereldwijd bekendheid gekregen door een bloedbad in 1905, de bevolking wilde een petitie aanbieden aan de tsaar over hun slechte
leefomstandigheden. Bij aankomst op het plein werden de onbewapende mensen bloedig
neergeslagen door het garderegiment. En de ingrijpende gebeurtenissen rond de Oktoberrevolutie in 1917 zijn voor altijd verbonden aan dit plein.
Tegenwoordig is het
paleis een beroemd museum, de Hermitage, en het grootste museum ter wereld. De kunstwerken, ongeveer 3 miljoen, die hier zijn te bewonderen zijn bijeen gebracht door de tsarenfamilie. De collectie bestaat uit beelden, porselein, waaronder de porseleinverzameling van
Catharina II, snuisterijen en veel schilderijen. Er hangt o.a. werk van Rubens, da
Vinci, Titiaan, Caravaggio, Renoir, Picasso en Matisse en veel van Rembrandt. Er hangen meer Rembrandts in de Hermitage dan in het Rijksmuseum.
Met het verzamelen
van kunst is Peter de Grote begonnen, hij kocht vooral schilderijen en
beeldhouwwerken, ook zijn dochter Elisabeth was later een groot
kunstverzamelaarster. Tsarina Catharina II heeft in haar tijd ook veel aan de
collectie gevoegd, zij liet voor al de kunstschatten een kleine Hermitage
bouwen om alles een plaats te kunnen geven.
De collectie kwam
niet alleen tot stand door de verzamelwoede van de tsarenfamilie, ze kregen ook
veel cadeau en regelmatig lieten ze zich betalen met kunst door kooplieden die
schulden hadden aan de Russische staat.
Het schijnt dat Gotzkowsky, een koopman uit Berlijn, zijn schuld aan Rusland betaalde met 200
schilderijen van Vlaamse en Hollandse meesters en de schilderijen van Rembrandt zijn afkomstig van koning Willem II, hij gebruikte de schilderijen om zijn privéschulden aan de Russische tsaar af te betalen.
Het winterpaleis
zoals we die kennen is niet het eerste winterpaleis van de tsarenfamilie, maar
de vierde.
De eerste paleizen
werden gebouwd in 1711 en 1716-1719 tijdens de regeerperiode van Peter de Grote. Het derde paleis kwam tot stand in 1723 ten tijde van tsarina Anna Ivanova, zij wilde een nog groter paleis dan de twee eerder gebouwde paleizen. Op
het moment dat het paleis klaar was vond ze het toch niet groot genoeg en rond
1750 begon men na te denken over het vierde en grootste paleis voor tsarina
Elisabeth.
Bartolomeo Rastrelli 1700-1771 |
De eer voor het
ontwerp ging naar de Italiaanse architect Bartolomeo Rastrelli, hij
kreeg de opdracht om het nieuwe gebouw te integreren in het derde paleis.
Rastrelli had al behoorlijk wat grote opdrachten op zijn naam staan en stond
goed aangeschreven. Zijn ontwerp werd goedgekeurd maar de bouw ging absoluut
niet van een leien dakje.
Op het moment dat de bouw al behoorlijk ver was gevorderd besloot Rastrelli dat het toch anders moest, hij vond de opdracht te eenvoudig, hij was gewend om nieuwe, grote gebouwen neer te zetten en wilde ook nu een totaal nieuw paleis bouwen. Dat betekende wel dat het bestaande paleis moest worden afgebroken. Tsarina Elisabeth ging akkoord met de nieuwe plannen van de architect maar onder voorwaarde dat het paleis binnen twee jaar af moest zijn. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, het project was zeer omvangrijk en vergde een enorme organisatie.
Op het moment dat de bouw al behoorlijk ver was gevorderd besloot Rastrelli dat het toch anders moest, hij vond de opdracht te eenvoudig, hij was gewend om nieuwe, grote gebouwen neer te zetten en wilde ook nu een totaal nieuw paleis bouwen. Dat betekende wel dat het bestaande paleis moest worden afgebroken. Tsarina Elisabeth ging akkoord met de nieuwe plannen van de architect maar onder voorwaarde dat het paleis binnen twee jaar af moest zijn. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, het project was zeer omvangrijk en vergde een enorme organisatie.
Dat was niet het
probleem van de tsarina, zij wilde dat er gebouwd werd, het paleis was voor
haar een prestigezaak en ondanks de strenge winter en de 7-jarige oorlog
(1756-1763) ging de bouw gewoon door. Ondertussen gaf ze ook nog aanwijzingen
voor alle veranderingen die ze steeds maar weer bedacht en drong ze er elke keer weer op
aan dat het paleis voor een bepaalde datum klaar moest zijn. Er kwam nog een
extra probleem bij, het enorme bouwwerk met een voorgevel van 225 meter,
zorgde er voor dat de oever van de
rivier de Neva in het water begon te zakken. Het was noodzakelijk om
daarom eerst een granieten muur aan te leggen om de kade te versterken, wat
vanzelfsprekend weer oponthoud en de nodige kosten met zich meebracht.
Het paleis ging door
alle veranderingen steeds meer geld kosten dan de oorspronkelijk beraming van
859.555 roebel. De kosten werden zo hoog omdat de bouw regelmatig stil kwam te
liggen. De schatkist begon leeg begon leeg te raken aan de oorlog die moest worden
betaald en het was ook niet altijd eenvoudig om aan de benodigde bouwmaterialen
te komen en uiteindelijk kostte de bouw ongeveer tweeënhalf miljoen roebel. Het geld werd voor een groot deel opgebracht door de arme bevolking en er
werd ook een extra belasting geheven op zout en alcohol. Tsarina Elisabeth
heeft de voltooiing van het paleis niet meer meegemaakt, zij stierf op 25
december 1761. Een jaar later werd een groot gedeelte van het paleis in gebruik
genomen door tsaar Peter III en zijn vrouw Catharina.
De 700 vertrekken in
het paleis werden door Rastrelli ingericht in de rococostijl. Hij gebruikte
hout voor de ornamenten, verguld pleisterwerk, sierlijke pilasters en veel
spiegels om het licht te weerkaatsen. Van deze stijl is weinig meer over, in de
loop van de jaren zijn er aan het interieur veel veranderingen aangebracht. De
reden hiervan was dat in die tijd de
mode steeds veranderde en de bewoners van het paleis wilden vooral niet achter blijven. De vertrekken moesten daarom steeds weer opnieuw worden ingericht, wat
natuurlijk weer de nodige kosten met zich mee bracht.
De kosten voor deze herinrichtingen waren maar een peulenschil vergeleken bij de
kosten die er kwamen na de grote brand in het paleis 1837. Van de inrichting
van het paleis was door de brand weinig tot niets overgebleven. Tsaar Nicolaas I wilde het
paleis zo snel mogelijk weer in goede staat hebben en binnen 15 maanden was het
Winterpaleis dan ook weer in gebruik.
De architect Vasili
Stasov kreeg de opdracht de staatsievertrekken in oude glorie te herstellen
en Alexander Brjoellov kreeg dezelfde opdracht voor de privévertrekken. Stasov heeft de opdracht niet uitgevoerd volgens
plan, de vertrekken zijn onder zijn toezicht in de eclectische stijl uit het midden van de 19de eeuw uitgevoerd.
Brjoellov heeft zich wel strikt aan de opdracht gehouden, hij heeft zelfs de
schilderijen, die gered waren, teruggehangen op de plaatsen waar ze ook voor de brand hingen.
Wat ook oorspronkelijk is gebleven is de grote trap, deze is genoemd is naar zijn ontwerper Rastrelli.
Wat ook oorspronkelijk is gebleven is de grote trap, deze is genoemd is naar zijn ontwerper Rastrelli.
Rastrellitrap |
Aan de buitenkant
zijn door de jaren heen ook de nodige veranderingen aangebracht. Bepaalde
beelden die door weersomstandigheden waren aangetast zijn vervangen door
koperen. De kleur van het paleis was oorspronkelijk zandkleurig maar er zijn in
het verleden verschillende kleuren verf over heen gegaan variërend van
lichtrood tot de tegenwoordige kleur groen.
Het Winterpaleis en
de architect Rastrelli zullen altijd met elkaar verbonden blijven, ondanks alle veranderingen die er hebben
plaatsgevonden, het paleis was zijn laatste opdracht.
Rastrelli overleed in Sint Petersburg op 29 april 1771.
Rastrelli overleed in Sint Petersburg op 29 april 1771.
Wetenswaardigheden:
- Het aantal mensen dat aan het paleis heeft gewerkt varieert van 1757 tot 2300.
- Er zijn 5.000.000 bakstenen gebruikt.
- Andere gesteenten zijn marmer uit Italië, rood graniet uit Finland en natuursteen uit de Oeral.
- De voorgevel is 225 meter lang en de zijgevel 185 meter.
- Het paleis telt meer dan 700 vertrekken.
- Er zijn 115 trappen, 1950 ramen en 1800 deuren.
Hallo Anne, mooi artikel over het Winterpaleis. Ik heb het bezocht midden jaren 80, Petersburg was toen nog Leningrad. De Neva was bevroren en ik ben er over het ijs naar toe gelopen, een mooie herinnering. Het meeste indruk heeft gemaakt de omvang van het gebouw, een dodenmasker van Peter de Grote, zijn kleding (hij was erg lang) en de prachtige schilderijen uit alle perioden. De grote collectie Rembrandts is door koning Willem III verkwanseld. Ik kan de film Russian Ark aanbevelen, maar waarschijnlijk heb je die al gezien.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes,
Hallo Wim,
VerwijderenMooie herinneringen heb je aan het Winterpaleis, en staan op een bevroren Neva, geweldig! Als ik het goed van je begrijp zijn er helemaal geen Rembrandts meer aanwezig. Als dat zo is zal ik dat nog even veranderen.
De film Russian Ark heb ik niet gezien maar die zal ongetwijfeld bij Bettina in de kast staan. Die mag ik vast wel van haar lenen.
Groetjes.
Anne
Hallo Anne, in het Winterpaleis zijn juist volop Rembrandts aanwezig. Dat was Hollands kunstbezit, maar ze zijn in Rusland terechtgekomen omdat Willem III (privé)schulden had bij de tsaar.
VerwijderenVeel plezier alvast met Russian Ark.
Groetjes,
Hallo Wim,
VerwijderenHartelijk bedankt voor de aanvulling! Ik heb het in het stukje verwerkt.
Groetjes.
Anne