Atelier Cartier |
Cartier wordt wel de
koning onder de goudsmeden genoemd maar hij is ook de goudsmid van de koningen.
De Fransman Louis
François Cartier begon in 1847 zijn eerste atelier in Parijs aan de Rue
Montorgueuil. Cartier was een man met een grote ondernemingslust, hij verstond
zijn vak en zijn zaak was al snel aan uitbreiding toe. Hij verhuisde daarom
naar een groter pand in de buurt van het Palais Royal. De naam van Cartier
begon in die tijd al een begrip te worden, de zaken gingen zo goed dat Cartier na enige tijd al weer aan uitbreiding moest gaan denken. In 1859 vestigde hij zich in een groot pand aan de Boulevard des
Italiëns, waar hij beroemdheden uit de hele wereld ontving.
De zaak kwam tot nog
grotere bloei toen zijn zoon Alfred de zaak in 1894 overnam. Later bracht het
huwelijk van zijn zoon met de dochter van modeontwerper Worth de
nodige contacten en ontwikkelingen op gang op allerlei gebied die van belang waren
om het bedrijf van Cartier nog succesvoller te laten worden.
De ontwerpen van
Alfred Cartier werden zeer gewaardeerd door verschillende koningshuizen, waaronder het Engelse Hof.
Voor de kroning van Edward VII in 1901 werd er een grote order geplaatst bij Cartier. De naam Cartier kwam hierdoor nog meer op de beroemde- en koninklijke lippen, met het gevolg dat Cartier een jaar later een filiaal kon openen in Londen, onder leiding van Jacques Cartier, een zoon van Alfred.
In 1908 werd er een filiaal geopend in New York waar Pierre Cartier, ook een zoon, de scepter ging zwaaien.
Voor de kroning van Edward VII in 1901 werd er een grote order geplaatst bij Cartier. De naam Cartier kwam hierdoor nog meer op de beroemde- en koninklijke lippen, met het gevolg dat Cartier een jaar later een filiaal kon openen in Londen, onder leiding van Jacques Cartier, een zoon van Alfred.
In 1908 werd er een filiaal geopend in New York waar Pierre Cartier, ook een zoon, de scepter ging zwaaien.
Vooral de zoon van Alfred Cartier, Louis, drukte zijn stempel op het bedrijf. Zijn ontwerpen
hadden een andere uitstraling dan het werk van zijn vader. Hij liet zich niet
beïnvloeden door de ontwikkelingen en de successen van die tijd zoals de Art Nouveau.
Rond 1907 veranderde zijn stijl helemaal en verwerkte hij geometrische figuren in zijn ontwerpen en liet zich vooral inspireren door de Oosterse Kunst. Hij hield van sterk contrasterende kleuren en combineerde bergkristal, jade, onyx, parelmoer en koraal met zijn ideeën die hij haalde uit de Oosterse Kunst.
Rond 1907 veranderde zijn stijl helemaal en verwerkte hij geometrische figuren in zijn ontwerpen en liet zich vooral inspireren door de Oosterse Kunst. Hij hield van sterk contrasterende kleuren en combineerde bergkristal, jade, onyx, parelmoer en koraal met zijn ideeën die hij haalde uit de Oosterse Kunst.
Tuttifrutti |
Tijdens het
interbellum komt Louis Cartier met totaal iets anders op de markt, namelijk
"tuttifrutti".
Dat zijn ontwerpen van sieraden met gekleurde edelstenen in een platinazetting. In die periode zag je ook ontwerpen van hem met bloem- en diermotieven in geometrische vorm waarin veel diamanten werden verwerkt.
Dat zijn ontwerpen van sieraden met gekleurde edelstenen in een platinazetting. In die periode zag je ook ontwerpen van hem met bloem- en diermotieven in geometrische vorm waarin veel diamanten werden verwerkt.
Flamengobroche |
Echt bijzondere
ontwerpen zijn de Flamengobroche en de Panterbroche, resp. gemaakt in 1940 en
1949, in het atelier van Cartier en
ontworpen door Jeanne Toussaint, een vriendin en compagnon van Louis Cartier. Deze broches waren bestemd voor de Hertogin van Windsor, ze bestonden uit;
diamanten, smaragden, saffieren en citrien.
Een paar jaar geleden zijn deze broches geveild bij Sothebey, zij vormen maar een klein onderdeel van de vele sieraden van de Hertogin in haar bezit had. De Flamengobroche werd verkocht voor ongeveer 2 miljoen euro en de Panterbroche voor 5.3 miljoen euro.
De ontwerpen van Cartier zijn ook in deze tijd nog altijd zeer geliefd.
Een paar jaar geleden zijn deze broches geveild bij Sothebey, zij vormen maar een klein onderdeel van de vele sieraden van de Hertogin in haar bezit had. De Flamengobroche werd verkocht voor ongeveer 2 miljoen euro en de Panterbroche voor 5.3 miljoen euro.
De ontwerpen van Cartier zijn ook in deze tijd nog altijd zeer geliefd.
Deze vriend was
luchtvaartpionier en wilde graag een horloge waar hij gemakkelijk de tijd op
kon zien, een zakhorloge vond hij ongemakkelijk tijdens zijn vluchten.
Het lukte Cartier om aan deze opdracht te voldoen en het ontwerp kun je wel een revolutionaire uitvinding noemen. Het horloge kreeg de naam Santos en wordt nog steeds gemaakt.
Het lukte Cartier om aan deze opdracht te voldoen en het ontwerp kun je wel een revolutionaire uitvinding noemen. Het horloge kreeg de naam Santos en wordt nog steeds gemaakt.
Na het succes van de
Santos volgden er meer ontwerpen. Cartier kreeg in 1916 een opdracht van
defensie om een polshorloge te ontwerpen voor het Franse leger. Het horloge was
bedoeld voor de officieren en de manschappen, het uurwerk moest
bestand zijn tegen oorlogsgeweld en ook de tijd moest gemakkelijk kunnen worden
afgelezen in de loopgraven. Van dit horloge zijn ontzettend veel gemaakt
doordat er veel mensen sneuvelden in WO II en er steeds nieuwe exemplaren
moesten worden aangeleverd. Het horloge kreeg de naam Tank en ook nu is het nog steeds een geliefd herenhorloge.
Van een heel andere
orde is het polshorloge Roadstar, dat is
een horloge speciaal voor autocoureurs. In dit horloge bevinden zich
verschillende vernuftigheden die van belang zijn voor de racer en het uurwerk
bevindt zich achter een vergrootglas.
Cartier dacht ook
aan de gewone man en vrouw, hij bracht een betaalbaar uurwerkje op
de markt, de goedkoopste in hun collectie en werkend op een batterijtje met de
naam Panther . Ook dit horloge is nog
altijd geliefd onder vrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten