dinsdag 15 maart 2016

Zingiber officinale (gember)

Zingiber officinale kennen wij als gember.
Volgens schriftelijke bronnen komt gember uit het zuiden van China en is daar vandaan geëxporteerd naar India.
Uit deze bronnen kunnen we eveneens opmaken dat in de 1e eeuw n. Chr. gember via handelsbetrekkingen naar Europa is gekomen en zo in de Romeinse keuken terecht kwam. Documentatie hierover is gevonden in geschriften waarin de Romeinse belasting werd vastgelegd voor goederen die via de Rode Zee Alexandrië binnen kwamen.

De echte naam voor gember is "shringavera" en komt uit het Sanskriet en betekent "gevormd als een hertengewei", sommige mensen zien meer een "hand" in de vorm.
Toen de gember naar Europa kwam kreeg het de Latijnse naam "zingiber".
De wortel van de gember kan vers worden gebruikt in veel gerechten,  gember is ook verkrijgbaar als poeder of in gekonfijte vorm. Gekonfijte gember wordt meestal stem- of bakgember genoemd. Gember wordt gewonnen uit de wortelstok van de plant en is het meest gebruikt specerij in de wereld. Voor stemgember worden alleen de jonge wortels gebruikt omdat deze geen vezels bevatten.

De gedroogde wortel van de plant wordt veel gebruikt in de Aziatische keuken, volgens de Aziatische koks wordt het vlees malser door het gebruik van gember. In Indonesië wordt ook veel gember verwerkt in het voedsel, daar noemt men gember djahé.  Nederlanders kennen gember vooral van zoete gerechten, zoals cake en koekjes, maar ook is er in veel keukenkastjes gemberthee, gemberbier en gemberjam te vinden.

Gember heeft veel eigenschappen die de gezondheid ten goede komen en het is zeker de moeite waard om daar eens aandacht aan te besteden.
In China en India is het al duizenden jaren bekend dat gember een medicinale werking heeft. Ook de Oude Grieken en de Romeinen wisten dat gember niet alleen te gebruiken was in de keuken maar dat het ook goede eigenschappen had voor de gezondheid van de mens. 

Zo hebben onderzoeken uitgewezen dat gember goed is voor de spijsvertering, het is ontstekingsremmend, goed voor de stem, bij regelmatig gebruik krijg je minder last van migraine, het geheugen heeft er baat bij en verder blijkt het nog een goed middel te zijn tegen veel kleine en grote ongemakken. Daarbij is gember rijk aan vitamine B6, B2, B6, vitamine C, fosfor, ijzer, mangaan, koper, zink, kalium en magnesium en het bevat antioxidanten.

In de tropen wordt de gember in september geplant en met de hand geoogst in februari of maart. Deze oogst is bestemd voor de stemgember omdat in de jonge plant nog geen vezels aanwezig zijn. Van april tot juni wordt er geoogst om de gember te drogen. Begin september oogst men het laatste gedeelte van de gember, hieruit komen de zaden voor de nieuwe oogst.

In de keuken kun je gember gebruiken in salades, sausen, vleesgerechten en soepen maar ook is het lekker in zelfgebakken koekjes of cake en kleingesneden stukjes in een zelfgebakken appeltaart. Het is zeker de moeite waard om stukjes gember eens door het pannenkoekenbeslag te scheppen, erg lekker!

Koop je verse gember dan hou je in de meest gevallen een groot stuk over. Snijd de rest in stukken van een paar centimeter en bewaar het in een doosje in de diepvries, zo heb je altijd verse gember bij de hand als je het nodig hebt.

Ook kun je een gemberplant zelf opkweken tot een kamerplant. Je neemt hiervoor een ruime pot met potaarde en een stuk gemberwortel. Leg de wortel met het afgesneden stuk op de aarde, een beetje aandrukken zodat de wortel voor de helft boven de aarde uitsteekt. Regelmatig water geven en op een warme plaats zetten, maar niet in de volle zon.
Na ongeveer 250 dagen kun je dan misschien je eigen gember oogsten.
Zet je de plant buiten breng hem dan naar binnen zodra de zomer voorbij is, deze tropische plant wil niet in de Hollandse kou staan.

Gebruik de gember regelmatig in je gerechten en probeer je zelf een plant kweken, veel succes!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten