Het "Sidney Opera House" is een gebouw dat bijna iedereen kent, je hoeft er zelf niet geweest te zijn, je herkent direct
het bijzondere ontwerp van de Deense architect Jørn Utzon.
Utzon
studeerde architectuur aan de Koninklijke Academie in Kopenhagen waar hij in
1941 afstudeerde. Na zijn studie deed hij veel ervaring op bij architecten in
Stockholm en Helsinki en maakte studiereizen door Europa. Hij bleef een
tijd werken in Parijs en reisde daarna naar Mexico en de Verenigde Staten om daar de nodige ervaring op te doen. In
de Verenigde Staten ontmoette hij Frank Lloyd Wright , zijn
manier van werken had grote invloed op het werk van Jørn Utzon.
In 1950 gaat
hij terug naar Kopenhagen en richt daar zijn eigen architectenbureau op. Als in
1956 de Australische regering een ontwerpwedstrijd uitschrijft met als
onderwerp: "Een gebouw voor opera's en andere voorstellingen",
schrijft Utzon zich daarvoor in.
Er kwamen 233
inzendingen binnen en op 29 januari 1957 werd bekend gemaakt dat de 38-jarige
Deense architect Jørn Utzon de winnaar was.
Het idee
achter het ontwerp van Utzon was eenvoudig, hij ontwierp een reeks plateaus waarin twee uitsparingen
voor amfitheaters. Boven deze zalen met de bijbehorende foyers zouden grote
betegelde schalen als opbollende zeilen worden geplaatst. Het ontwerpen van
deze constructie was eenvoudiger op de tekentafel dan de praktische uitvoering
ervan. Vier jaar lang onderzocht Utzon met zijn medewerkers verschillende
benaderingen, het grote probleem was de vorm van de schalen. Maar in 1961 kreeg
Utzon een briljant idee, hij ontdekte dat ieder segment van de schaal eigenlijk
uit dezelfde bol kon worden gesneden. Hij kreeg dit idee tijdens het ontbijt
toen hij voor zijn vierjarig zoontje een sinaasappel pelde. Hij zag hoe mooi de
sinaasappelpartjes uit elkaar konden worden gehaald en als segmenten uit de
sinaasappel tevoorschijn kwamen. De segmenten voor zijn ontwerp moesten net als
de parten van een sinaasappel uit een grote bol worden gehaald. Op het moment
dat Utzon zijn ontwerp ging uitleggen deed hij dat dan ook aan de hand van een
sinaasappel.
Bouwtekening |
De delen van
de schalen zijn uit geprefabriceerde ribben opgebouwd en zijn op het
bouwterrein zelf gegoten. Deze ribben werden doorregen met kabels en
samengeperst in een boog. De ruimte tussen de ribben werd opgevuld met 4240
geprefabriceerde "deksels" waarop aan de buitenkant 1.000.000
keramische tegels zijn aangebracht die samen een patroon vormen. Het is goed te
zien dat de tegels aan de randen mat zijn en de daarbinnen gelegen tegels
glanzend. Volgens de architect zouden zon, licht en de wolken een "levend
iets" maken van het gebouw.
Tegels in patroon |
Jørn Utzon
gaf blijk van grote belangstelling voor een bouwkunst met vormen die elkaar
aanvullen, hij beschouwde deze vormen als een stel "onderdelen"
waarmee hij op verschillende manieren kon spelen.
De manier van "spelen
met vormen" gebruikte Utzon ook bij het ontwerpen van meubels. De meubels in zijn eigen huis in Sidney, waar hij tijdens de bouw van het Opera House ging
wonen zijn daar een goed voorbeeld van.
Het Opera
House werd in drie fasen ontworpen en voltooid. Eerst kwamen de plateaus,
daarna de schalen en als laatste de bekleding van de gevels en de glaswanden.
De ideeën
achter elke fase heeft Utzon beschreven in twee boeken, Red Book (1958) en Yellow Book
(1962). De eerste twee fasen kwamen tot stand onder leiding van Utzon zelf,
maar de derde fase heeft hij niet kunnen begeleiden.
In 1964 kreeg
Australië namelijk een nieuwe regering en deze regering had andere ideeën wat
betreft het Opera House. Deze regering was het absoluut niet eens met de ideeën
van Jørn Utzon en namen hem in het openbaar en privé onder vuur, ook weigerden
ze zijn honorarium en onkosten te betalen. Utzon voelde zich daardoor gedwongen
om uit het project te stappen en ging op 28 april 1966 met zijn gezin terug
naar Denemarken. De derde fase van het gebouw kwam in handen van de archtecten
Todd, Littlemore onder leiding van Peter Hall. Er werden enkele grote
wijzigingen in het oorspronkelijke ontwerp van Utzon aangebracht, zodat het
ontwerp beter aansloot bij de ideeën van de nieuwe regering.
De entree van
het gebouw is een eenvoudige ruimte onder grote trappen. Eén van de trappen
voert omhoog naar een groot plateau, aan de zuidzijde hiervan zie je een foyer
die is verbonden door zijgangen met de foyer en bars aan de noordzijde. Van
deze kant heb je een fantastisch uitzicht over de haven. De zalen kunnen worden
bereikt via deze zijgangen en de noordelijke foyer.
Concertzaal in het Opera House |
Kom je de concertzaal
binnen dan zie je dat de wanden zijn bekleed met wit berkenfineer, aangebracht
in facetten. Rond de orkestbak in deze zaal staan 2679 stoelen in een halve
cirkel opgesteld. Achter het orkest en het koor is het grootste mechanisch te
bedienen orgel ter wereld geplaatst, ontworpen door Ronald Sharp uit Sidney.
De zaal waar
de opera's worden opgevoerd is traditioneler dan de concertzaal. Er zijn 1547
zitplaatsen in open loges en oplopende, zeer steile, galerijen. Het podium is
aangekleed met mat-zwarte geverfd hout waarbij de felgekleurde toneelgordijnen
de zaal iets vrolijks geven.
Het Opera
House werd op 20 oktober 1973 geopend door koningin Elisabeth.
In haar toespraak maakte de koningin de vergelijking met de piramiden, die aanvankelijk ook door controverse waren omgeven maar 4000 jaar later als wereldwonder worden beschouwd.
In haar toespraak maakte de koningin de vergelijking met de piramiden, die aanvankelijk ook door controverse waren omgeven maar 4000 jaar later als wereldwonder worden beschouwd.
Is het Opera
House een wereldwonder? Misschien wel. In ieder geval staat er in Sidney een gebouw, die een eenheid vormt met zijn omgeving en tijdens de bouw al
aanleiding heeft gegeven tot een menselijk drama. Niet alleen dat, het is ook
een symbool voor een stad geworden. Het gebouw is gezichtsbepalend voor Sidney, en laat bovendien zien hoe
architectuur een stad kan veranderen en aanzien kan geven.
En zie je de
opbollende zeilen van het gebouw in een boek, op een kaart of film, dan weet je
gelijk: dat is het Opera House in Sidney.
Dergelijke
gebouwen zijn daarna in verschillende steden neergezet, zoals het Centre
Pompidou in Parijs, het Guggenheim Museum in Bilbao en de Honkong Shanghai Bank
in Honkong. Mooie gebouwen maar Jørn Utzon was met zijn Opera House in Sidney
de eerste architect die de aanzet heeft gegeven voor deze manier van bouwen.
Nog een paar
weetjes:
- Oppervlakte 1.8 ha
- Hoogte van de hoogste schaal 67 m
- Gewicht van het dak 26.700 ton
- Aantal vooraf gegoten dak segmenten 2914
- Oppervlakte van het dak 18.500m2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten