Gilde van de goudsmeden |
In de 14e eeuw
wilden ook de Venetianen weelderiger leven en zij gingen zich al gauw te buiten
aan luxe goederen, zelfs zo erg dat er wetgeving kwam om
de buitensporigheid te beperken. Er werd daarom een aparte magistratuur in het leven geroepen, die van
"Pracht en Praal" (alle pompe).
In de 16e eeuw was
de hang naar overmatige luxe niet meer tegen te houden en werd deze
buitensporigheid min of meer normaal.
Een reiziger uit die
tijd schreef tijdens zijn verblijf in Venetië over de kamer waar hij sliep. De
inrichting van deze kamer had 24.000 gouden dukaten gekost, dat komt neer op
ongeveer 2 miljoen euro. Zijn kamer had een verguld plafond, een vloer van
albast, de kussens waren versierd met edelstenen en parels en hij sliep tussen
laken met patronen van ingeweven zilverdraad.
In 1476 kwam er echt
een "verbod" op dergelijke buitensporige rijkdom, er mochten niet meer dan 150 gouden dukaten worden
uitgegeven om een slaapkamer in te richten.
De binnenruimten van
de paleizen en kerken werden versierd met fresco's en kantachtig stucwerk.
In de
paleizen waren de meubelstukken verguld en geëmailleerd, de wanden waren
bespannen met damast en fluweel en daarop hingen enorme spiegels.
De vloeren waren veerkrachtig en de kamers werden verwarmd door middel van prachtige grote open haarden van gebeeldhouwd marmer. Aan de plafonds hingen grote kroonluchters van gekleurd glas, dit alles gaf een schitterend effect veroorzaakt door de vele spiegels en de open haarden. Eén en al pracht en praal.
Gilde van de roeispaanmakers |
De vloeren waren veerkrachtig en de kamers werden verwarmd door middel van prachtige grote open haarden van gebeeldhouwd marmer. Aan de plafonds hingen grote kroonluchters van gekleurd glas, dit alles gaf een schitterend effect veroorzaakt door de vele spiegels en de open haarden. Eén en al pracht en praal.
Nog waren de
Venetianen niet tevreden, ze wilden nog meer en nog groter. De meubels werden
zo groot dat ze meer decoratief waren dan praktisch. Zelfs hun kleding pasten
de Venetianen aan, ze moesten natuurlijk wel in hun interieur passen. De
kleding die ze droegen was gemaakt van prachtige geweven en geverfde stoffen,
versierd met borduursel van goud- en zilverdraad, kant en soms nog extra versierd met
edelmetaal en verguld beslag. Door het vele ijzerdraad en de baleinen die in deze
kleding was verwerkt was het noodzakelijk om stoelen te maken waar de mensen,
met hun zware kleding, goed in konden zitten.
De wetten van de
magistraat voor "Pracht en Praal", konden de hang naar luxe
nog steeds niet in de hand houden. Deze luxe bleef bestaan en werd beroemd over de
hele wereld, we kennen nu nog de begrippen Venetiaansrood van de verf, de
Venetiaanse steek bij het borduurwerk en façon de Venise van het glaswerk.
Venetië is een
fascinerende stad, een stad als geen ander en zeker de moeite waard om één of
meerdere keren te bezoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten