Kroon met de Koh-i-Noor |
Net als veel andere
beroemde diamanten is ook de Koh-i-Noor omgeven met verhalen, complotten en
geheime krachten. Men dacht in de tijd van de radja van Matwa, dat de eigenaar
van de steen de machtigste man van de wereld zou worden, maar ook veel tegenspoed zou krijgen.
Er waren veel mensen die graag de machtigste persoon op aarde wilden zijn en er begon een eeuwenlange strijd om de diamant. Omdat de steen na de macht van een man, rampspoed zou brengen mocht de steen alleen worden gedragen door een vrouw of een god. De waarde van de steen was in die tijd het totale inkomen van de hele wereldbevolking op één dag. De steen was eeuwenlang in handen van sultans en mogolkeizers en verbleef in India en Perzië.
Er waren veel mensen die graag de machtigste persoon op aarde wilden zijn en er begon een eeuwenlange strijd om de diamant. Omdat de steen na de macht van een man, rampspoed zou brengen mocht de steen alleen worden gedragen door een vrouw of een god. De waarde van de steen was in die tijd het totale inkomen van de hele wereldbevolking op één dag. De steen was eeuwenlang in handen van sultans en mogolkeizers en verbleef in India en Perzië.
Volgens de verhalen
zou de steen lange tijd het voorhoofd van de godin Shiva hebben gesierd, ook
zou hij jarenlang verborgen zijn geweest in een gevangenismuur en zou hij
verborgen zijn geweest in de tulband van een mogolkeizer.
Shah Shujah Durrani, hij heeft de diamant op zijn hoofdtooi. |
De laatste eigenaar
was de Perzische Shah Shujah Durrani, door een hevige strijd om de Perzische
troon vluchtte hij in 1809 met de Koh-i-Noor naar India waar hij gevangen werd
genomen. Hij kocht zijn vrijheid door de diamant aan de maharadja te schenken.
Deze maharadja liet in zijn testament zetten dat de diamant na zijn dood zou gaan naar de Jagannathtempel, een
belangrijke hindoetempel in India.
In 1848 nam de
Britse East India Company het Sikhrijk Punjab, in Noord-India in, de Britten
verdreven de laatste sikhkeizer Dalip Singh van zijn troon en namen hem gevangen. De Britten
zagen kans om de Koh-i-Noor te stelen en gaven de steen in 1850 cadeau aan
Koningin Victoria. Op dat moment was de steen 186 kt (karaat).
Vanaf die tijd is de
steen in Groot Brittannië gebleven. De steen werd geplaatst in de kroon van
koningin Mary, de echtgenote van George V. Er was in die tijd veel aandacht
voor de steen en moest dan ook pronken op een tentoonstelling in het
Crystal Palace. De Britten waren nogal teleurgesteld omdat de steen in de staat
waarin hij verkeerde er niet zo geweldig uitzag.
Koningin Victoria besloot
daarom in 1852 om de steen te laten herslijpen in Amsterdam. Prins Albert, de
echtgenoot van koningin Victoria hield er persoonlijk toezicht op. Na de
herslijping was de steen nog 108.93 kt maar zag er
"schitterend" uit. De diamant werd
daarna geplaatst in een diadeem met 2000 andere briljantjes
Koningin Victoria
was nogal bijgelovig en zij hechtte veel waarde aan de verhalen die er werden
verteld over de Koh-i-Noor. Die verhalen waren voor haar een reden om
testamentair vast te leggen dat alleen de vrouwen van regerende vorsten van het
koninkrijk de diadeem met de beroemde diamant mochten dragen.
Later werd de steen
gezet in de kroon die alleen zou worden gedragen door de echtgenote van de
koning. Koningin Elisabeth, de vrouw van George VI, droeg bij de kroning van
haar echtgenoot in 1936 voor het eerst de kroon met de beroemde diamant.
Bij haar overlijden
in 2002 lag deze kroon op haar kist.
De kroon met de
Koh-i-Noor ligt met de andere kroonjuwelen opgeslagen in de Tower in Londen.
Onlangs heeft het
Indische parlement officieel de Koh-i-Noor teruggevraagd.
Je ziet de
geschiedenis van de beroemde diamant is nog niet ten einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten