grootste camee ter wereld |
Vorstenhuizen hebben
altijd veel invloed gehad op de sieradenmode. Kijk bv naar Napoleon I
(1769-1821) toen hij in Frankrijk aan de macht kwam. De economische
omstandigheden waren slecht in die tijd, maar Napoleon wilde samen met zijn
vrouw Josephine de Beauharnais (1763-1814) het weelderige bestaan van hun
voorgangers voortzetten.
diadeem van Josephine de Beauharnais |
Hun onderdanen konden dit zo kort na de revolutie niet
zo heel erg waarderen. Ze konden het maar moeilijk verteren dat er veel geld aan
juwelen werd uitgegeven en dat het hof in grote weelde leefde. Napoleon deed wat
hij wilde en liet o.a. de Franse kroonjuwelen ter ere van zijn kroning
herzetten door de Parijse juweliers Nitot en Foncier.
De cameeënrage die er in die tijd was, is ontstaan tijdens Napoleon zijn veldtocht naar Italië in 1796.
De Paus betaalde zijn schattingen aan de Fransen uit kerkelijk bezit, vooral
met cameeën. Napoleon was zo onder de indruk van de glyptiek dat hij een speciale
school oprichtte in Frankrijk met aan het hoofd de bekende medaillesnijder
Romain Jeuffroy. Deze man had de speciale medailles gegraveerd voor de kroning van
Napoleon en het was de bedoeling dat hij mensen zou opleiden tot de beste steensnijders van Frankrijk .
kroningsmedaille Napoleon I |
Bernedetto
Pistrucci, een andere bekende steensnijder in die tijd was de beschermeling van Napoleon zijn zuster
Elisa. De stenen die hij sneed waren zo goed dat ze niet waren te onderscheiden
van de echte antieke cameeën. Pistrucci ging, e door hem gesneden stenen merken op een bijna onzichtbare plaats met de Griekse letter I (labda), het
werd op die manier bijna onmogelijk voor handelaren om deze letter van de
steen te verwijderen.
Pistrucci zijn roem
ging ver over de grenzen van Frankrijk heen en hij is op een gegeven moment naar
Engeland gegaan waar hij eerste graveur werd bij de Engelse munt.
Jasperware |
Ook de Engelse
pottenbakker Joshia Wedgwood (1730-1795) kreeg belangstelling voor de
camee en bracht in 1773 sieraden met
cameeën op de markt. Bekend zijn de figuurtjes op een gekleurde achtergrond,
vooral gemaakt voor ringen, armbanden, broches, oorbellen en knopen.
Uit de
Wedgwoodfabrieken komt ook het serviesgoed met de naam jasperware (jaspis), voorzien van cameeën.
Doordat er veel
vraag was naar cameeën loonde het de moeite om ze te vervalsen,
meestal van glas of porselein. Vervalsers van cameeën waren slim. Om een steen
een oud uiterlijk te geven duwden ze deze in de krop van een haan of hen. De
gesneden stenen hielpen de beestjes met het vermalen van het voedsel en binnen
korte tijd hadden deze stenen het uiterlijk van een camee van 2000 jaar oud.
Dan zijn er nog de doubletten, deze zijn moeilijk te
onderscheiden van de echte cameeën en zien er prachtig uit.
Doubletten zijn
cameeën gemaakt van opaak wit glas (doorschijnend maar niet doorzichtig), en
geplakt op onyx of cornalijn.
Frankrijk ongeveer 1810 onderdelen van een parure |
Het modetijdschrift "Journal des Dames" schreef in 1805 dat een modebewuste vrouw cameeën draagt op iedere armband, haar ceintuur, haar halsketting en diadeem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten