dinsdag 2 februari 2016

Edvard Munch


Zelfportret met glas wijn. (1906)
Edvard Munch is vooral bekend door zijn schilderij "De Schreeuw", en er is veel over hem en zijn werk gezegd en geschreven. De kunstenaar en het schilderij werden nog bekender nadat het schilderij in 2004 op klaarlichte dag werd gestolen uit het Munchmuseum in Oslo.

De Schreeuw is niet het enige werk van Munch, hij heeft zeker 1100 schilderijen op zijn naam staan. Hij was niet alleen schilder maar ook  graficus en beeldhouwer.

Edvard Munch werd geboren op 12 december 1863 op het landgoed Engelhaug in Loten (Noorwegen) en was het 2de kind in het gezin van dr. Christian Munch (legerarts) en zijn vrouw Laura Catharina. Hij had één oudere zus en na hem kwamen nog een broer en twee zusjes.

Als Edvard vijf jaar is overlijdt zijn moeder aan tuberculose, kort na de geboorte van zijn jongste zusje Inger. Een zuster van zijn moeder, Karen Marie Bolstad, komt daarna voor de kinderen zorgen. Zij is tekenares en schilderes en zet zich in voor de artistieke ontwikkeling van de kinderen en het gezin verhuist daarna naar Kristiania, het huidige Oslo, waar meer mogelijkheden zijn voor de kinderen. 

Als Edvard 14 jaar oud is overlijdt ook zijn 15-jarige zus Sophie aan tuberculose. Munch zal met het overlijden van zijn zus zijn leven lang bezig zijn. Zijn schilderijen Het zieke kind, Aan het sterfbed en De dood in de ziekenkamer herinneren er aan. Zijn vader wordt door het verdriet depressief en vlucht in puriteinse religiositeit. De religiositeit van de vader en de op dat moment minder goede  financiële situatie zorgt voor een beklemmende sfeer in het gezin.
De confrontaties met ziekte en dood in zijn naaste omgeving maken bij Edvard Munch  de hartstocht voor de kunst wakker, hij ontdekt dat hij door middel van de kunst zijn emoties vorm kan geven.

Hij heeft een geestelijke onrust, en is vooral bezig met het uitbeelden van de menselijke emoties die hij tot uitdrukking brengt door het werken met schrille kleuren en expressieve lijnen. Hij zegt: "Ik schilder niet wat ik zie maar wat ik zag".

Het zieke kind (1885)
In 1879 gaat Munch studeren aan de "Technische Hogeschool"  in Kristiania en begint in die tijd met het maken van schetsen en aquarelleren, ook bezoekt hij regelmatig tentoonstellingen. Door gezondheidsproblemen komt er weinig terecht van zijn studie. Hij stopt dan ook met studeren en beslist om zich definitief met schilderen bezig te houden en schrijft zich in bij de "Koninklijke Tekenschool" in Kristiania.
Zijn eerste schilderijen zijn stadsgezichten, huiselijke taferelen en stillevens en hij begint, net als enkele tijd- en landgenoten, te experimenteren met een camera, hij wil "beweging" vastleggen. 
Na zijn eerste tentoonstelling in 1883 voor Industrie en Kunst in Kristiania neemt hij deel aan de openluchtacademie van Frits Thaulow en komt in contact met "Kristianiabohemie", een groep mensen die hevig discussiëren over politiek, sociale- en morele vrijheid.
In die periode krijgt Munch een beurs en vertrekt voor studie naar het buitenland, hij neemt in Antwerpen deel aan de wereldtentoonstelling waar hij een portret van zijn zuster Inger presenteert.

In eigen land zorgt het schilderij "Het zieke kind" voor een schandaal, het publiek is gewend aan de traditionele Noorse schilderkunst. Het werk wordt zowel door het publiek als pers weggezet als geklieder. Als reactie op de slechte kritieken maakt Munch nog eens vijf schilderijen van "Het zieke kind", ook deze worden niet goed ontvangen.
Als hij in 1889 een solotentoonstelling heeft zijn de kritieken een stuk milder en krijgt hij van de overheid zelfs weer een beurs voor twee jaar. Hij vertrekt naar Parijs, doet mee aan de wereldtentoonstelling en neemt les bij Léon Bonnat. In die tijd bestudeert hij het werk van Van Gogh, Signac, Seurat en Toulouse Lautrec.

Tijdens zijn verblijf in Parijs krijgt Munch in 1889 het bericht dat zijn vader is overleden. Die boodschap brengt hem in een diepe crisis en hij vertrekt naar Denemarken om te gaan wonen en werken bij de Deens dichter Emanuel Goldstein in de hoop zijn crisis te boven te komen.  Als hij in die tijd met tien van zijn werken exposeert in Noorwegen krijgt hij voor de derde keer een beurs en vertrekt naar La Havre. Tot schilderen komt hij daar niet, door gewrichtsreuma kan hij niet werken en verblijft voor behandeling twee maanden in het ziekenhuis. Na zijn ontslag uit het ziekenhuis reist hij door naar Zuid-Frankrijk om te herstellen en daar is hij in de gelegenheid om te schetsen en te schilderen en om het impressionisme en het post-impressionisme te bestuderen.
Zomeravond (1889)
Inmiddels heeft Munch wel de nodige bekendheid gekregen in Europa en neemt deel aan verschillende exposities.  Als hij in 1892 in Berlijn, op uitnodiging van de "Verein Berliner Künstler", een tentoonstelling heeft komt het tot een hevig schandaal. Zowel de pers als het publiek vinden de schilderijen zo lelijk dat de tentoonstelling voortijdig wordt afgebroken. Dit voorval geeft natuurlijk veel ophef in de kunstwereld. De aangesloten kunstenaars bij  "Verein Berliner Künstler", onder leiding van Max Lieberman, verlaten de Verein en richten de "Berliner Secession" op,  waarna de tentoonstelling wordt voortgezet in Keulen en Düsseldorf.  Munch gaat daarna in Berlijn wonen en na verloop van tijd gaat hij op eigen initiatief zijn schilderijen tentoonstellen. De kritieken en de reacties van het publiek zijn daarna zo lovend dat de tentoonstelling doorreist naar Kopenhagen, Breslau, Dresden en Munchen. De vele exposities brengen hem niet alleen de nodige erkenning en succes, maar ook meer financiële armslag.

In Noorwegen krijgt hij de opdracht van Ibsen om het theaterprogramma van Peer Gynt te illustreren. Daarnaast werkt hij aan meerkleurenlitho's en houtsneden, met een zeer experimenterend karakter. Hij koopt een huis in Asgardstrand en begint met het schilderen van zijn buurkinderen, scènes uit het dorp en zijn tuin. Na een tentoonstelling waar hij 85 schilderijen, 65 stuks grafisch werk en 31 studies tentoonstelt gaat zijn werk, samen met werk van andere Noorse kunstenaars, naar Sint Petersburg voor een grote expositie.
Huis in Asgardstrand
Munch is nog lang niet uitgestudeerd en vertrekt naar Rome om de renaissancekunst te bestuderen. In die tijd gaat het privé niet goed met hem en tot overmaat van ramp wordt hij weer ziek en moet zijn reis en studie afbreken. Terug in Noorwegen probeert hij ook in een kliniek zijn uit de hand gelopen alcoholprobleem de baas te worden . Ondertussen loopt zijn relatie stuk, zijn vriendin wil trouwen maar hij niet. Munch is bang dat zijn vrijheid als kunstenaar in het gedrang komt en daar komt bij dat hij bang is dat de ziektes, depressies en de dood die al generaties lang in zijn familie zijn,  worden overgedragen op zijn eventuele nakomelingen. Dit thema verwerkt hij in het schilderij "De Erfenis".
Zomernacht, Inger aan het strand (1889)
Munch blijft reizen van de ene Europese hoofdstad naar de andere en regelmatig verblijft hij onderweg nog steeds in verschillende klinieken. Na 1900 werkt hij samen met de kunstenaars van "De Wiener Secession" aan een omvangrijke tentoonstelling. Terug in Noorwegen komt het tot een treffen met zijn ex-vriendin, er valt een schot en Munch verliest daardoor een gedeelte van zijn linker middelvinger, een blijvende herinnering aan een dramatische gebeurtenis. Munch begint met het maken van portretten en krijgt opdrachten van kunstverzamelaars en particulieren. In die tijd krijgt hij ook de opdracht om de decors te schilderen voor het toneelstuk "Spoken" en "Hedda Gabler" van Hendrik Ibsen.

De tentoonstellingen blijven komen, o.a. met Cézanne en Matisse en hij krijgt contact met Emil Nolde. Na 1908 gaat zijn werk sterk veranderen, nu richt hij zich vooral op de moderne wereld van de arbeid. De gezondheid van Munch laat nog steeds te wensen over en hij raakt in een diepe psychisch-somatische crisis. Zijn alcoholverslaving heeft hij nog steeds niet kunnen overwinnen en hij krijgt last van hallucinaties, achtervolgingswaanzin en een beginnende verlamming aan zijn benen. Na een half jaar in een kliniek te zijn behandeld is hij zover hersteld dat hij weer naar huis kan.  Noorwegen heeft op dat moment grote waardering voor het werk van Munch en slaat hem tot "Ridder in de Koninklijke Orde van Sint Olav".

Munch koopt een landhuis in de plaats Huisten waar hij veel ruimte heeft om te werken. Hij werkt heel veel en heeft ook dan nog steeds de ene tentoonstelling na de andere en ondersteunt jonge kunstenaars. Zijn werk gaat naar New York, Boston en Chicago. In St. Francisco krijgt hij een gouden medaille voor zijn grafisch werk.

Na een overzichtstentoonstelling in het "Kunsthaus "in Zurich, waar hij 389 grafische werken en 73 schilderijen exposeert, gaat de tentoonstelling door naar Bern en Bazel. Overal krijgt hij grote waardering en hij wordt benoemd tot lid van de "Deutsche Akademie" en het jaar daarop wordt hij erelid van de Beierische Akademie".

Privé gaat het allemaal nog steeds niet goed, zijn broer en een zus zijn inmiddels overleden en tot overmaat van ramp springt er een adertje in zijn rechteroog met het gevolg dat hij tijdelijk blind is. Zijn ziekteproces werkt hij uit in aquarellen en tekeningen, hij maakt fotografische zelfportretten en is erg bezig met ziekte en dood. Er volgen nog verschillende onderscheidingen, als hij in Duitsland, samen met Gauguin een tentoonstelling heeft krijgt hij uit handen van president Paul von Hindenburg, de zilveren "Goethemedaille uitgereikt.

De eenzamen (1905)
Munch leeft daarna erg teruggetrokken, wel zijn er nog tentoonstellingen o.a. in Londen en Amsterdam.
In 1937 worden 82 werken van Munch, voor het merendeel na de Eerste Wereldoorlog ontstaan, uit Duitse musea en particuliere collecties als "Entartete Kunst" geconfisqueerd. Hierna zegt Munch verschillende tentoonstellingen in het buitenland af en hij gaat niet op het aanbod in van de stad Oslo om een Munchmuseum te realiseren. Munch gaat nog geïsoleerder leven na de bezetting in 1940  van Noorwegen door de Duitsers, en maakt dan in grote afzondering zijn laatste zelfportretten.
De schreeuw  (1893)
In 1942 gaat zijn werk naar de Verenigde Staten en dat is ook de laatste tentoonstelling geweest tijdens zijn leven. In de maand december viert Munch zijn 80-ste verjaardag, er zijn grote feesten ter ere van hem georganiseerd, waar hij zelf niet aan deelneemt.  In dezelfde maand overlijdt hij in zijn eigen huis in Ekely aan de gevolgen van een longontsteking.

Al zijn werk laat hij na aan de stad Oslo:
  • ongeveer 1100 schilderijen
  • 18.000 bladen grafiek
  • 3.000 tekeningen en aquarellen
  • 92 schetsboeken
  • 6 sculpturen
  • 143 lithostenen
  • 155 koperen etsplaten 
  • 133 blokken van houtsneden
  • zeer veel foto's
  • ongepubliceerde manuscripten
  • brieven krantenknipsels
  • zijn bibliotheek

Munch's zuster Inger laat na haar dood nog eens 15 schilderijen en haar complete correspondentie met haar broer na In 1946 besluit de stad Oslo om voor het behoud van de kunstschatten alsnog een museum te bouwen. Honderd jaar na zijn geboorte, wordt op 29 mei 1963 in Oslo het "Munchmuseum" geopend.
Munchmuseum in Oslo
Anekdote; Op een tentoonstelling hangt "De Schreeuw" (hij heeft er meerder geschilderd). Een bezoeker wilde zijn oordeel kenbaar maken en schreef met potlood midden op het schilderij: "Dit kan alleen maar door een gek zijn gemaakt". Munch liet de tekst gewoon op het doek staan, hij vond dat het publiek dit mocht zien. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten