zondag 20 november 2011

nomenclatuur (naamgeving)

Veel namen van edelstenen en mineralen zijn al duizenden jaren oud. Regelmatig worden er nieuwe soorten edelstenen ontdekt waar steeds weer een naam voor moet worden bedacht. In de loop van de jaren zijn veel oude namen vervangen door nieuwe.

Veel namen stammen nog uit de talen van oude culturen zoals;

opaal
Opaal: (upala) komt uit het Sanskriet en betekent “kostbare steen”.

Smaragd: (zamarad) komt uit het Perzisch en betekent “groene steen”.

Saffier: (sappir) komt uit het Perzisch en betekent “blauwe steen”, en in het Babylonisch betekent het “krassende steen”.

Jaspis
Jaspis: (aspru) komt uit het Syrisch en betekent “gespikkelde steen”.

Agaat: (Achates) is genoemd naar een mythologische rivier op Sicilië waar de steen het eerst werd gevonden .

Lapis lazuli: komt uit het Latijn. Lapis betekent steen en lazuli is azuur dat verwant is aan het Arabische woord voor blauw en betekent “blauwe steen”.

Zo zijn er nog vele te noemen.

Veel namen van edelstenen eindigen op “iet”, dit is afgeleid van het Griekse woord voor lithos dat “steen” betekent.

Zoals b.v.
malachiet

howliet gebeitst

nefriet
Als een edelsteen- of mineraalnaam eindigt op “spaat”, zoals bij veldspaat of vloeispaat (fluoriet) verwijst dit naar de splijting. De naam veldspaat komt van het Duitse woord “felsspalt” wat splijting betekent.

Ook naar de namen van metalen is veel onderzoek gedaan, goud, zilver en lood zijn zeer oude namen.

Vroeger is er veel gerommeld met de namen in de handel. Men gaf soms snel een mooie naam tegen beter (mineralogisch) weten in om het artikel goed te kunnen verkopen.

brazilianiet
Edelstenen worden vaak genoemd naar het land van herkomst, zoals “brazilianiet”, gevonden in Brazilië. Ook wordt een steen vaak naar de ontdekker genoemd, zoals prehniet, naar de Nederlander Prehn of howliet, naar de Canadees How.

Nog steeds worden de namen voor nieuwe vondsten op deze manier gegeven.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten